brussels hoofdstedelijk parlement parlement de la region de ...

A-445/2 – 2007/2008 — 64 —A-445/2 – 2007/2008Article 12M. Serge de Patoul s’interroge sur les raisons du délai de30 jours ouvrables.Mme Françoise Schepmans constate que ces 30 joursouvrables représentent plus d’un mois et demi. Cela veut-ildire qu’aucun chantier ne peut être mis à exécution pendantce laps de temps ?Le représentant de Bruxelles Mobilité répond qu’unchantier peut être programmé mais qu’il s’agit d’éviter quen’importe qui puisse lancer une procédure de coordinationsans s’être fait connaître au préalable. Il faut offrir aux partenaireshabituels, lorsqu’un nouvel impétrant se déclare, lapossibilité de prendre connaissance de son existence.L’intervenant précise que seules les attestations de coordinationsont visées par ce délai.M. Serge de Patoul insiste pour que le ministre donne unexposé explicatif du tableau reprenant les différents délais.M. Willem Draps observe que ce dernier délai de 30 joursn’y figure pas.Le ministre Pascal Smet précise que la situation visée àl’article en question est exceptionnelle; elle n’a concernéqu’un nouvel impétrant depuis 2000.M. Serge de Patoul voudrait qu’on évite de dresser desbarrières.Le représentant de Bruxelles Mobilité répond qu’il fautse mettre à la place des impétrants, leur laisser le temps dese préparer à travailler avec un nouveau confrère, à adapterses procédures internes. Cela ne vaut toutefois que pour lesplus gros chantiers.M. Serge de Patoul se demande si cela signifie qu’unefois l’ordonnance en vigueur, chacun va devoir se faireconnaître et arrêter de fonctionner pendant 30 jours.Le ministre Pascal Smet précise que l’article 92, § 2contient des dispositions transitoires.Artikel 12De heer Serge de Patoul zit met vragen over de redenenvan de termijn van 30 werkdagen.Mevrouw Françoise Schepmans constateert dat die30 werkdagen meer dan anderhalve maand zijn. Wil ditzeggen dat geen enkele bouwplaats gedurende die tijd kanworden uitgevoerd ?De vertegenwoordiger van Mobiel Brussel antwoordtdat een bouwplaats kan worden gepland maar dat men moetvoorkomen dat om het even wie een coördinatieprocedurekan opstarten zonder zich van te voren bekend te maken.Men moet de gebruikelijke partners de kans geven om, alser zich een nieuwe verzoeker aanmeldt, kennis te nemenvan zijn bestaan.De spreker poneert dat de termijn alleen van toepassingis op de coördinatieattesten.De heer Serge de Patoul dringt erop aan dat de ministeruitleg geeft over de tabel met de verschillende termijnen.De heer Willem Draps merkt op dat die termijn van30 dagen er niet in staat.Minister Pascal Smet zegt dat de situatie bedoeld in hetartikel in kwestie uitzonderlijk is; sedert 2000 verkeerdeslechts één nieuwe verzoeker in dat geval.De heer Serge de Patoul zou willen dat men geen dammenopwerpt.De vertegenwoordiger van Mobiel Brussel antwoordt datmen zich in de plaats moet stellen van de verzoekers, hunde tijd laten om zich voor te bereiden om te werken met eennieuwe collega, de interne procedures aan te passen. Dat isechter enkel het geval voor de grootste bouwplaatsen.De heer Serge de Patoul vraagt zich af of dat betekentdat, als de ordonnantie in werking is getreden, eeniederzich kenbaar moet maken en gedurende 30 dagen moetstoppen met werken.Volgens Minister Pascal Smet bevat artikel 92, § 2, overgangsbepalingen.VoteL’article 12 est adopté par 14 voix et 1 abstention.StemmingArtikel 12 wordt aangenomen met 14 stemmen bij 1 onthouding.Article 13M. Serge de Patoul observe que cet article confère unegrande autonomie au gouvernement.Artikel 13De heer Serge de Patoul merkt op dat dit artikel de regeringgrote autonomie verleent.