02.05.2013 Views

Curiosa Mathematica

Curiosa Mathematica

Curiosa Mathematica

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

237. Chevalier de Mérés dobbelprobleem<br />

Een algemene oplossing voor n personen blijft een open probleem. Er bestaat nochtans veel interesse<br />

in dit type problemen, door belangrijke toepassingen in communicatietechnologie: zie bijvoorbeeld “de<br />

kleur van de hoed niet kennen” als een bit verliezen in een transmissie, en “de kleur van de hoed raden”<br />

als het herstellen van zo’n bitfouten met hoge waarschijnlijkheid.<br />

237 Chevalier de Mérés dobbelprobleem<br />

Antoine Gombaud, Chevalier de Méré, was een Frans schrijver, ridder en gokverslaafde. Hij dobbelde<br />

vaak en bedacht zijn eigen gokspelletje: in vier worpen met één enkele dobbelsteen wedde hij op minstens<br />

één gegooide zes. Proefondervindelijk kwam de Méré uit dat dit een rendabele gok was.<br />

Later bedacht hij een variant hierop: hij wedde dat hij in 24 worpen met twee dobbelstenen minstens één<br />

dubbel zes zou gooien. Volgens de Méré zou dit even voordelig moeten zijn: immers, voor één dobbelsteen<br />

is de kans op een zes 1<br />

4<br />

6 , dus voor vier worpen 6 . Analoog, een dubbel zes bij twee dobbelstenen heeft<br />

kans 1<br />

24 4 24<br />

36 , dus voor 24 worpen 36 . Nu is 6 = 36 , dus zouden beide spelletjes op termijn dezelfde winst<br />

moeten opbrengen.<br />

De Méré ondervond uiteindelijk dat zijn tweede spel op lange termijn niet rendabel was. Hij vroeg hulp<br />

aan zijn vriend Blaise Pascal, die hem samen met Pierre de Fermat op een fout in zijn redenering wezen.<br />

De winstkansen moeten namelijk als volgt berekend worden:<br />

4 5<br />

P( bij 4 enkele worpen) = 1−<br />

<br />

6<br />

24 35<br />

P( bij 24 dubbele worpen) = 1−<br />

36<br />

≈ 0,5177<br />

≈ 0,4914<br />

Dus inderdaad is de eerste gok lucratiever dan de tweede, die op termijn in verlies resulteert. Toch valt op<br />

dat beide kansen niet ver van de 50% verwijderd liggen; als de Méré deze kansen effectief experimenteel<br />

bepaald heeft, moet hij echt hele dagen aan een stuk hebben zitten dobbelen!<br />

Met deze analyse legden Pascal en Fermat de basis voor de moderne kansrekening.<br />

238 Paradox van Bertrand<br />

Deze klassieke paradox in de kansberekening werd geïntroduceerd door Joseph Bertrand in zijn werk<br />

Calcul des probabilités in 1888, ter illustratie dat wanneer het mechanisme dat de toevalsvariabele bepaalt<br />

niet goed gedefinieerd is, dan ook de kansen niet.<br />

Beschouw een gelijkzijdige driehoek en zijn omgeschreven cirkel. Hoe groot<br />

is de kans dat een willekeurig gekozen koorde van deze cirkel, een grotere<br />

lengte heeft dan de zijde van de driehoek?<br />

158

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!