Curiosa Mathematica
Curiosa Mathematica
Curiosa Mathematica
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
239. Sint-Petersburgparadox<br />
239 Sint-Petersburgparadox<br />
De paradox van Sint-Petersburg is een klassieke illustratie in de kansrekening voor een naïef beslissingscriterium,<br />
dat alleen de verwachte waarde van een kansspel beschouwt. Dit criterium zou een uitkomst geven<br />
die geen enkel rationeel persoon zou volgen. De paradox werd voor het eerst beschreven in 1713 door<br />
Nikolaus I Bernoulli in een briefwisseling met Pierre Raymond de Montmort, maar werd bekend gemaakt<br />
door Daniel Bernoulli en 25 jaar later gepubliceerd door de Keizerlijke Academie der Wetenschappen te<br />
Sint-Petersburg. Beschouw het volgende kansspel:<br />
Begin met 1 in de pot en gooi een (eerlijke) munt op. Bij de uitkomst “kop”<br />
wordt de inhoud van de pot verdubbeld en mag je opnieuw gooien, bij de<br />
uitkomst “munt” win je de pot.<br />
De kans P(X = xk) dat voor het eerst “munt” gegooid wordt na k worpen, is gelijk aan 1<br />
2 k . De winst xk<br />
bij deze situatie is dan 2 k−1 . De verwachtingswaarde E(X) wordt dus als volgt berekend:<br />
E(X) =<br />
∞<br />
xk ·P(X = xk) =<br />
k=1<br />
∞<br />
k=1<br />
1<br />
2 k ·2k−1 =<br />
∞<br />
k=1<br />
1<br />
= ∞<br />
2<br />
Omdat de gemiddelde winst oneindig groot is, zul je op termijn steeds winst maken - ongeacht hoeveel<br />
geld je dient in te leggen! In praktijk echter zou niemand geneigd zijn meer dan een paar euro in te zetten<br />
voor dit spel.<br />
240 Wet van Benford<br />
Simon Newcomb was de eerste die een curieus verschijnsel in de statistiek opmerkte. Hij observeerde<br />
in 1881 dat in de logaritmetabellen, toen intensief gebruikt voor berekeningen, de eerste pagina’s meer<br />
versleten waren dan die verderop in het boek. Newcomb ging na of getallen die beginnen met een lager<br />
cijfer, statistisch vaker zouden voorkomen dan getallen met een hoger cijfer, zoals zijn observatie van de<br />
tabellen deed vermoeden.<br />
Newcomb onderzocht verschillende gegevensverzamelingen uit het dagelijks leven en ontdekte inderdaad<br />
dat het cijfer 1 een veel hogere frequentie heeft als begincijfer dan alle andere, zo’n 30%. De andere cijfers<br />
kwamen steeds minder vaak voor als begincijfer.<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9<br />
Uit deze gegevens kon Newcomb een wet opstellen die de frequentie van de begincijfers vastlegt. Helaas<br />
voor hem herontdekte Frank Benford in 1938 hetzelfde fenomeen en publiceerde hij een artikel met een<br />
analyse van 20 gegevensbronnen, te vinden op o.a. http://mathworld.wolfram.com/BenfordsLaw.html,<br />
met dezelfde formule. Hun resultaat staat vandaag bekend als de wet van Benford:<br />
<br />
P(n als eerste cijfer) = log 1+ 1<br />
<br />
n<br />
Waarom de wet van Benford juist zo vaak geldig is, bleef lange tijd nogal onduidelijk. Wel wist men dat<br />
de gegevens niet volledig random mogen zijn, maar toch een voldoende groot bereik en variatie moeten<br />
160