Luchthavensystemen - SEO Economisch Onderzoek
Luchthavensystemen - SEO Economisch Onderzoek
Luchthavensystemen - SEO Economisch Onderzoek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
18 HOOFDSTUK 3<br />
De volgende redenen kunnen worden aangevoerd voor het feit dat het concentratieprincipe op<br />
primaire luchthavens bij low-cost maatschappijen geen opgeld doet 23 :<br />
• Low-cost carriers richten zich niet op het genereren van netwerkvoordelen via<br />
transferstromen. Ze houden zich (vrijwel altijd) verre van complexe en kostbare hub-andspoke<br />
operaties. Concentratie omwille van netwerkvoordelen is daarom niet nodig.<br />
• Kostenvoordelen worden juist ontleend aan het bedienen van secundaire in plaats van<br />
primaire luchthavens. Secundaire luchthavens kennen over het algemeen lagere<br />
landingsgelden en brengen minder kans op vertragingen met zich mee. 24<br />
• Low-cost carriers bieden een ‘low-fare, no-frills’ product. Hiermee is het mogelijk een<br />
groter verzorgingsgebied 25 rondom de luchthaven te bedienen: een grotere<br />
voortransporttijd wordt, zoals al eerder aangegeven, gecompenseerd door een lagere<br />
ticketprijs. De keuze van secundaire luchthavens in een MAS is daaarom voor deze<br />
maatschappijen een goed alternatief. 26<br />
De groei van parallelle netwerken betekent dat een nieuwe marktkracht naast het<br />
concentratieprincipe een rol is gaan spelen, waardoor secundaire luchthavens in een MAS veel<br />
eerder tot ontwikkeling kunnen komen dan de eerder aangegeven drempel van 12 miljoen<br />
opstappende reizigers.<br />
Wel dient opgemerkt te worden dat het op deze secundaire luchthavens veelal gaat om nieuwe<br />
low-cost diensten en niet zozeer om uitplaatsing van bestaand verkeer vanuit de primaire<br />
luchthaven naar de secundaire luchthaven. Onderstaande tabel illustreert dat op typische<br />
secundaire low-cost luchthavens van reallocatie van de primaire luchthaven(s) naar de secundaire<br />
luchthaven nauwelijks sprake is. Barrett (2004, p. 37) stelt dan ook: The judgement call here is that<br />
Stansted and Hahn would not have been developed by relying on full cost airlines to transfer part of their services<br />
from Heathrow and Frankfurt.<br />
23 Wel is het zo dat ook low-cost carriers een concentratie van hun operaties op een beperkt aantal<br />
luchthavens nastreven. De reden hiervoor is echter van operationele aard: een aantal vliegtuigen wordt op<br />
een secundaire luchthaven gestationneerd. Die operationele bases worden met afzonderlijke op zichzelf<br />
staande vluchten van en naar uiteenlopende bestemmingen bediend. Er bestaat dan ook een verschil<br />
tussen low-cost carrier luchthavens die enkelvoudige bestemmingen van verschillende low-cost carriers<br />
accommoderen en een low-cost carrier luchthaven die als operationele basis door een low-cost<br />
maatschappij veel intensiever wordt bediend. Van een hub en significante transferstromen is echter in dat<br />
laatste geval geen sprake.<br />
24 De keuze voor secundaire luchthavens geldt lang niet voor alle low-cost maatschappijen (bijvoorbeeld<br />
Virgin, Germanwings, DBA). Zie Burghouwt (2007).<br />
25 Hiervoor wordt ook vaak de Engelse term ‘catchment area’ gebruikt.<br />
26 Zie ook Pantazis & Liefner (2006).<br />
<strong>SEO</strong> ECONOMISCH ONDERZOEK