12.07.2015 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

102 minder <strong>pretentie</strong>, <strong>meer</strong> <strong>ambitie</strong>Sahara Afrika in die 25 jaar bijna verdubbeld is; uitgedrukt als het aantal mensendat van minder dan 1,25 dollar per dag leeft, steeg het aantal van 214 naar 390miljoen. Zo raakt gaandeweg armoede ‘verafrikaniseerd’: het aandeel van dearmen op de wereld in Afrika steeg van elf procent in 1981 tot 28 procent in 2005,en dat percentage zal nog stijgen (Chen en Ravillion 2008) – al leven nog steeds demeeste armen in Zuid-Azië, in het bijzonder in India.De contrasten op het terrein van inkomen zijn scherper geworden. VolgensAmsden (2007) is in een periode van nog geen drie decennia de afstand tussen derijkste en de armste landen verdubbeld en is ook de differentiatie binnen landensterk toegenomen. Berekeningen over de mondiale inkomensverschillen lopenechter uiteen, vooral door verschil in meetmethoden en datasets (Milanovic2002a, 2002b, 2005; Sala-i-Martin 2002a, 2002b; Wade 2004, 2008). WereldbankonderzoekerMilanovic (2003, 2005) vergeleek de economische groei en inkomensontwikkelingin de periode 1960-1978 met die in de twee decennia daarna enconcludeerde dat de recente globalisering in vergelijking met de periode daarvooraanmerkelijk minder positief effect had op groei en op de convergentie van inkomenstussen arme en rijke landen. En de Indiase econoom Nayyar (2006) vergeleekde groei van ontwikkelingslanden van 1940-1970 met die van 1970-2000 enkwam tot de vergelijkbare conclusie dat landen gemiddeld (veel) <strong>meer</strong> vooruitgingenin de eerste periode dan in de tweede. De groei is niet <strong>meer</strong> maar minder in detweede periode, en in de laatste drie decennia van de twintigste eeuw is sprake vandivergentie van inkomensverschillen tussen en binnen landen. In India nam deongelijkheid vooral toe na de economische liberalisering van de jaren 1990, zowelin de steden als op het platteland, en tussen stad en platteland (Pal en Gosh 2007;Sen en Hiumanshu 2004).Op basis van recentere cijfers – in het bijzonder over de relatieve prijzen in China –berekent Milanovic (2007) dat de wereldwijde inkomensongelijkheid nog aanzienlijkgroter is dan hij tot dan toe had gerapporteerd. Ook in kringen waarin tot voorkort weerstand werd geboden tegen het idee dat in deze tijden van toegenomenglobalisering de inkomensverschillen tussen en binnen landen groter worden,wordt inmiddels steeds vaker vastgesteld dat hier – theoretische verwachtingenten spijt – toch sprake van lijkt te zijn (imf 2007; Krugman 2007, 2008). DeVerenigde Naties berekenden in de World Economic and Social Survey 2006 (un2006) dat de inkomensverschillen tussen regio’s in de wereld gedurende de periodevan 1960 tot 2000 groter zijn geworden; deze verklaren het grootste deel vande internationale inkomensongelijkheid. In de laatste decennia nemen daarnaastde inkomensverschillen binnen regio’s toe.De verschillen in vermogen binnen en tussen landen zijn overigens nogaanmerkelijk groter dan die in inkomen. Dat blijkt uit een recente studie van hetWorld Institute for Development Economics Research (wider) van de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!