12.07.2015 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de opgave voor de toekomst177positieve impact wordt zichtbaar in een toename van werkgelegenheid, betaalbarevoedselprijzen en betrouwbaardere oogsten (Molden 2007). Het is dan ook nietvreemd dat empirisch bewijs uit veertig landen laat zien dat één procent groei inlandbouwproductiviteit in het verleden tevens één procent armen boven dearmoedegrens heeft uitgetild (Irz et al. 2001). Het is daarbij interessant om tebedenken dat in Sub-Sahara Afrika slechts vier procent van het landbouwareaalgeïrrigeerd wordt: de landbouwproductie is daardoor nog altijd slechts een fractievan wat deze onder geïrrigeerde omstandigheden zou kunnen zijn. In veel gevallenis het probleem niet de afwezigheid van water, maar het ontbreken vanadequate investeringen in institutionele en fysieke infrastructuur (World Bank2008a).OnderwijsDat onderwijs altijd tot ontwikkeling leidt lijkt vanzelfsprekend. Nederlandseontwikkelingsinspanningen zijn daar dan ook sterk op gericht: primair onderwijskrijgt een relatief groot deel uit het budget. Een van de mdg’s gaat ook overuniversele toegang tot basisonderwijs. Alle kinderen moeten naar school, dankomt de rest vanzelf, zo luidt de redenering. Toch is dat niet het geval. Bijna iederland ter wereld heeft sinds 1960 het onderwijs fors uitgebreid, maar niet ieder landvertoonde ook groei. Groeicijfers fluctueren bovendien sterk in de tijd, terwijl deinvesteringen in onderwijs een duidelijke opwaartse trend laten zien: er is geenzichtbare correlatie (Pritchett 2009a). Onderwijs draagt soms bij aan groei, somsechter is groei van andere zaken afhankelijk. Als er geen banen zijn, heeft een goedopgeleide beroepsbevolking, althans in economische zin, geen <strong>meer</strong>waarde; decasus bij uitstek is Cuba. In een aantal gevallen kan er zelfs sprake zijn van te veelonderwijs: als de arbeidsmarkt mensen met een opleiding geen passende plek kangeven, ontstaat vooral frustratie. In menig Afrikaanse (universiteits)stad is datdagelijks waar te nemen (Dietz en Van Zanen 2009).Duidelijk is ook dat niet iedere vorm van onderwijs evenveel bijdraagt aanontwikkeling. Sterker nog: de nadruk op primair onderwijs – de mdg 2– heeft indat opzicht het nodige kwaad berokkend. Veel landen (en ngo’s) zijn erop gerichtzoveel mogelijk kinderen in de klas te krijgen; het doet er niet toe of ze er iets lerenen wat ze er leren. Naar school gaan kan dan ook betekenen dat een kind met tweehonderdanderen in een klas zit: primair onderwijs is in een aantal landen in Sub-Sahara Afrika vooral kinderopvang. Het is ook vaak helemaal niet zeker dat eenleerkracht daadwerkelijk les komt geven: in veel Afrikaanse landen ligt hetopkomstpercentage van leraren onder de twintig procent. En als er al een leerkrachtis, dan is de kwaliteit vaak heel slecht. Het resultaat van onderwijs wordtnu afgemeten aan het aantal kinderen in de schoolbanken en niet aan wat daadwerkelijkgeleerd wordt. Het was beter geweest als de Millennium Education Goalde Millennium Learning Goal zou hebben geheten (Pritchett 2009b).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!