12.07.2015 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

specifieker zijn: hulp professionaliseren215politiek niet opportuun om goed onderzoek te doen naar ontwikkelingshulp,omdat genomen beslissingen zo onder vuur kunnen komen te liggen. Bovendienkunnen grote (institutionele) belangen op het spel staan, bijvoorbeeld de werkgelegenheidin de sector of het voortbestaan van ngo’s. Daarnaast is het – we zagendat in hoofdstuk 4 – vaak een complexe aangelegenheid om goed onderzoek tedoen naar het effect van hulp. Ook de charitatieve sfeer rondom hulp zit goedonderzoek in de weg, want als het geld bij de allerarmsten terecht moet komen,lijkt geld voor onderzoek een vermijdbare kostenpost. Toch is onafhankelijkonderzoek van groot belang. Het is nodig om te bepalen of er voldoende kwaliteitwordt geleverd, en om het politieke debat in zowel donor- als ontwikkelingslandente voeden. Goede onafhankelijke evaluaties kunnen leiden tot betere beslissingenover de bijdrage die wij kunnen leveren (Savedoff en Levine 2006).Wat goed onderzoek is heeft alles te maken met de vraag wat de doelstellingen vanhulp zijn. Is verbetering van levensomstandigheden het doel, dan gaat het vooralom output-metingen; is ontwikkeling de doelstelling, dan dient het onderzoekinzicht te geven in de impact en outcome. Onderzoek naar deze laatste categorie isin Nederland schaars, hoewel er steeds <strong>meer</strong> vraag naar komt. Vanuit het ministeriewordt weinig impactonderzoek uitgezet en langer bestaande plannen van ngo’som standaard één procent van programmabudgetten hiervoor te reserveren, zijnnog steeds geen realiteit. De meeste internationale organisaties kennen ook geengoede vorm van onafhankelijk onderzoek; de Wereldbank, de Asian DevelopmentBank en het imf zijn gunstige uitzonderingen (Banerjee en He 2008). Veel pleitervoor dit type onderzoek gezamenlijk te organiseren. In lijn met de Verklaringvan Parijs zal immers steeds <strong>meer</strong> ontwikkelingsgeld gepoold gaan worden, watvraagt om <strong>meer</strong> collectieve onderzoeksprogramma’s: het zal dan steeds lastigerworden om de bijdragen van individuele landen te isoleren (oecd/dac 2009b).Ook Birdsall (2008) bepleit een collectieve oplossing voor het ‘onderzoeksprobleem’met onafhankelijke internationale fondsen. Met bijdragen van donorenkunnen multilaterale organisaties een fonds oprichten, en bilaterale donorenkunnen voor programma’s hetzelfde doen. Daarnaast is er veel voor te zeggenimpactanalyses vaker te laten doen door onderzoekers en organisaties in hetontvangende land zelf (Savedoff en Levine 2006).Daarnaast is het mogelijk om in bredere zin terug te kijken op het verloop van eeninterventie. Nederland slaat internationaal geen slecht figuur bij de tweede categorie,het evalueren van interventies, constateert de oeso/dac (2009b). Dit zijnmeestal analyses van het proces van ontwikkelingshulp, die ingaan op het verloopvan een project, vaak een sterkte-zwakteanalyse maken en het beleid doorlichten.Niet zelden is hierbij sprake van zelfevaluatie. Bij de iob, de inspectiedienst vanhet ministerie van Buitenlandse Zaken, staan inmiddels <strong>meer</strong> dan driehonderdevaluaties in de kast. Het belangrijkste van dergelijke evaluaties is dat ervangeleerd wordt. Dat is echter niet altijd het geval. Kritische studies worden uit angst

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!