12.07.2015 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

132 minder <strong>pretentie</strong>, <strong>meer</strong> <strong>ambitie</strong>importsubstitutie de nadelige gevolgen van de inelastische exportopbrengstentegen te gaan, en met planning en programmering de allocatie van de beschikbarebronnen te coördineren.Buitenlandse hulp was in die benadering cruciaal om investeringen te kunnenfinancieren, want de export van grondstoffen zou voorlopig onvoldoendebuitenlandse valuta opleveren. Het denken van deze eerste generatieontwikkelingseconomen werd gekenmerkt door extern pessimisme en internoptimisme: over de mogelijkheden voor export waren zij somber, maar vanuitbreiding van de publieke sector en omvangrijk overheidsbeleid werd snelleontwikkeling verwacht (Krugman 1993; Lin 2009b; Meier 2001; Yayawardena1993). Hoewel sommige van de pioniers (zoals Hirschman) daar sceptisch overwaren, werd planning vrij algemeen als een belangrijk instrument voorontwikkeling beschouwd. Een expertgroep van de vn kwam in 1963 met eenrapport waarin een rol van de staat werd bepleit die vergelijkbaar was met watlater in de context van Aziatische ‘wonderlanden’ een developmental state zouworden genoemd. In 1966 begon het Committee for Development Planning(cdp) als onderdeel van ecosoc onder leiding van Jan Tinbergen haar werkzaamheden.Ontwikkelingseconomen binnen de Verenigde Naties gingen ervan uit dat eenuitzonderlijke grote sprong voorwaarts nodig zou zijn om de initiële conditiestot stand te brengen voor ontwikkeling, die zij begrepen als zichzelf in standhoudende economische groei. De meeste aandacht ging dan ook uit naar het opgang brengen van economische ontwikkeling, en centraal daarin stondindustrialisering. De pioniers van de ontwikkelingseconomie gebruikten vaakmooie metaforen om te beschrijven waar ze naar streefden: Lewis had het overeen ‘sneeuwbal’, Rosenstein-Rodan over een ‘big push’, en Rostow over een‘take-off’. Met name de stadiatheorie over economische groei van Rostow (1960)was prominent. Deze theorie propageerde dat het traject naar een ontwikkeldeeconomie lineair plaatsvindt en dat daarin achtereenvolgende stadia wordendoorlopen: de ‘traditionele samenleving’ wordt gevolgd door de ‘voorwaardenvoor take-off’ en daarna komt de ‘take-off’. Rostow, die deze theorie baseerde opde ontwikkeling van het Verenigd Koninkrijk, meende dat ook andere landen dittraject zouden (moeten) volgen. Van die stelling bleef weinig over toen andereonderzoekers kwamen met theoretische kritiek (zo liet Rostow onbeantwoordwanneer sprake is van een stadium, en onder welke condities een land in hetvolgende stadium terechtkomt) en ze lieten zien dat het Verenigd Koninkrijkeerder de uitzondering was dan de regel die tot algemeen geldend model verhevenmoest worden (Crafts 2001; Jolly et al. 2004).Eveneens grote kritiek op de stadiatheorie van Rostow, en op moderniseringstheorieënin het algemeen, had de ‘dependentie school’, die eind jaren zestig begin

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!