12.07.2015 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

352 de spagaat van ontwikkelingshulpOntwikkelingshulp wil bijdragen aan een betere wereld. Streven naar een beterewereld gebeurt op basis van heel verschillende motieven. Ieder motief kent eigenaccenten, en leidt ook tot een specifieke vormgeving van ontwikkelingshulp. In debestaande praktijk van ontwikkelingshulp zijn de wortels van deze verschillendemotieven ook terug te vinden. Deze praktijk is dan ook een amalgaam. Hoe sterkermotieven uiteen gaan lopen, hoe lastiger het wordt om nog tot een productiefgeheel te komen bij de vormgeving van ontwikkelingshulp. Dat de motieven – dieieder op zich hun eigen waarde hebben – zo uiteenlopen, heeft de afgelopendecennia de vormgeving van ontwikkelingshulp steeds <strong>meer</strong> onder spanninggezet. Die spanning wordt steeds lastiger te hanteren. Om dat duidelijk te makenbeginnen we met een analyse van de motieven.2.1 twee grondmotieven voor ontwikkelingshulpAls op 3 oktober 1949 de Nederlandse regering voor het eerst besluit om geld voorontwikkelingshulp beschikbaar te maken, – terwijl ze op dat moment zelf nogMarshallhulp ontvangt (!) – staat het beleid primair in het teken van dedekolonisatie. De Nota betreffende de Nederlandse bijdrage aan het programma derVerenigde Naties voor technische hulp aan economisch laag-ontwikkelde landen(Ministerie van Buitenlandse Zaken 1950) moet gelezen worden tegen deachtergrond van het feit dat Nederland drie maanden later, op 27 december 1949,de macht in Indonesië over zou dragen. Er worden duidelijke voordelen vanontwikkelingshulp voor Nederland opgesomd: grotere naamsbekendheid, nieuwemogelijkheden tot export, maar de belangrijkste ligt toch in de vraag wat te doenmet alle overbodig geworden tropendeskundigen. “Nu Indonesië als afzetgebiedvoor Nederlands intellect in betekenis zal verminderen, zal men een werkterreinmoeten gaan zoeken in andere gebieden, zoals in Afrika, Latijns-Amerika enAzië” (p. 7). Al met al besluit Nederland 1,5 miljoen gulden ter beschikking testellen, allemaal in het teken van de overdracht van kennis.De verwerking van het postkoloniale trauma kleurt aanvankelijk sterk hetoverheidsbeleid, maar dat verandert snel. Als in 1956 de tweede nota overontwikkelingshulp (Ministerie van Buitenlandse Zaken 1956) wordt uitgebracht,heet het belangrijkste motief al ‘menselijke waardigheid’, waarbij dat vooraluitgewerkt wordt door te schetsen hoe een internationale economie uiteindelijkvoor iedereen voordelen heeft (‘wij hebben grondstoffen nodig’). Het instrumentvan kennisoverdracht verschuift naar de achtergrond: investeringen vanbuitenlands privaat en publiek kapitaal komen op de eerste plaats. In 1962presenteert minister Luns wederom een nota over ontwikkelingshulp (Ministerievan Buitenlandse Zaken 1962), ditmaal over minderontwikkelde landen (het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!