12.07.2015 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

70 minder <strong>pretentie</strong>, <strong>meer</strong> <strong>ambitie</strong>de twintig jaar een heel ander ideaal omtrent de rol van de overheid wordt aangehangen.In de jaren vijftig en zestig werd ontwikkeling primair geassocieerd metinfrastructuur en capaciteitsopbouw – en daar was de staat voor nodig. Daarnakwam in de jaren tachtig de macro-economische stabiliteit in beeld, en vooral eenhele kleine overheid die de private sector niet in de weg moest zitten. In eensimpele dichotomie die ook in debatten over de inrichting van de westerse verzorgingsstatenveel voorkwam, werd het probleem van de verhouding vaak geformuleerdals een probleem van staat versus markt. <strong>Minder</strong> staat zou <strong>meer</strong> markt opleveren,en dus <strong>meer</strong> ontwikkeling, zo was het idee. In het afgelopen decenniumwerd de consensus weer dat een goed functionerende staat een voorwaarde is voorde effectiviteit van ontwikkelingshulp en dat een effectieve staat en economieelkaar veronderstellen.3.3.1 de staat herontdektDat de staat een voorwaarde is voor een bloeiende economie kreeg opnieuw alleaandacht in de jaren negentig, maar het is uiteindelijk een les die ook valt te trekkenuit de geschiedenis van westerse verzorgingsstaten. Neem Nederland. Deindustrialisatie die zich hier in de negentiende eeuw voltrok – relatief laat in vergelijkingmet de ons omringende landen – kon alleen vorm krijgen doordat ze tegelijkgefaciliteerd en in banen werd geleid door een actieve overheid. Deze overheidfaciliteerde de fysieke infrastructuur die vervoer mogelijk maakte: over water (viade kanalen die gegraven werden), over de weg, en over het spoor. Die vervoersinfrastructuurwas niet mogelijk geweest zonder een stelsel van landonteigening enverordeningen, en al evenmin zonder staatsbedrijven en bedrijven die het financiëlerisico zo nodig konden afwentelen op de staat. Er ontstond ook een stelselvan nutsbedrijven. De overheid organiseerde een infrastructuur op het terrein vanenergie: elektriciteitscentrales werden opgericht als overheidsbedrijven. Hetzelfdegold voor de infrastructuur op het gebied van communicatie: de post en de telefoniewerden door de overheid uitgerold en beheerd. En ook in de softe infrastructuurspeelde de overheid een stevige rol, van de normering van allerlei matentot een stelsel van patenten (al was Nederland wat dat betreft in internationaalopzicht een buitenbeentje, door lang niet aan patenten te willen – dat zorgde er inieder geval wel voor dat Philips zich niets hoefde aan te trekken van de rechten vanThomas Alfa Edison op de gloeilamp). Tot slot voorzag de overheid in een stelselvan eigendomsrechten die via een effectief juridisch systeem ook afgedwongenkonden worden.Het belang van effectieve overheden wordt op vergelijkbare wijze duidelijk bij deAziatische tijgers. Hun groei was gebaseerd op een sterke overheid. In de meestegevallen ging het daarbij om autoritaire, soms zelfs militaire regimes. Als in dejaren na de Tweede Wereldoorlog veel Oost-Aziatische landen snel onafhankelijkworden (met Zuid-Korea voorop in 1945 en Maleisië en Singapore als hekkenslui-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!