12.07.2015 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

conclusie281beste manier om structurele ontwikkeling te stimuleren. In dat opzicht kunnenwe iets leren van landen om ons heen: de Britten, Zweden en Noren maken dergelijkeafwegingen wel transparant. Dat maakt het mogelijk dat anderen meedenkenover de vraag wat in deze of gene situatie de verstandigste bijdrage is. Juist omdater geen simpele, algemene antwoorden zijn op de vraag hoe ontwikkeling hetbeste gestimuleerd kan worden, is het van belang inzichten hierover steeds te blijvenuitwisselen.Wil ontwikkelingshulp echt verschil maken, dan moet ze ook professioneel georganiseerdworden. Die conclusie trokken de Zweden al eerder met de vorming vaneen eigen ontwikkelingsorganisatie; de Britten splitsen om deze reden in 1997dfid af van het Foreign and Commonwealth Office, en de Canadezen gaan met ditmotief hun ontwikkelingsdeskundigheid in ontwikkelingslanden op enige afstandvan de ambassades apart organiseren. De Canadezen opteren bovendien voor eenfocus op substantieel minder landen en een beperkt aantal sectoren, een pad datook de Nordics volgen. Voor Nederland ligt het voor de hand om een keuze temaken voor een beperkt aantal – maximaal tien – ontwikkelingshulpeenhedendie zijn gevestigd in de betrokken ontvangende landen. Noem dit nlaid (ofNethAid), in navolging van usaid van de vs en het Britse ukaid (het nieuwelabel van dfid). Binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken vormen dezeeenheden samen een eigen organisatorisch verband. Deze lokale organisatieszitten in de betrokken landen wel ergens in de buurt van de ambassade, maarvoeren een eigen personeelsbeleid dat is gericht op de professionele vereisten vanlangdurige aanwezigheid en specifieke deskundigheid. De eis van deskundigheidheeft te maken met de materie – wie de watersector wil ontwikkelen, moet daarook echt iets van afweten; met processen – het vermogen om op het juistemoment de juiste partijen bij activiteiten te betrekken –, maar ook met streetwisezijn – om kunnen gaan met lokale verhoudingen.Dit organisatiemodel veronderstelt dat Nederland – dat nu nog in 36 landen actiefis – zijn hulp niet langer versnippert, maar zich beperkt tot een klein aantal plekken,en daar dan ook echt goed aanwezig is. Dat is om nog drie andere redenenverstandig. Allereerst om beter om te kunnen gaan met het gegeven dat hulp ookaltijd negatieve effecten heeft. Hulp is immers nooit onschuldig: het plaatstlanden in een afhankelijke positie en lokt allerlei vormen van machtspolitiek uitwaarmee individuen zichzelf en de hunnen trachten te bevoordelen. Corruptie isin dat opzicht slechts een van de problemen. Dergelijke afhankelijkheden moetengemanaged kunnen worden, en daarvoor dient aan twee eisen te worden voldaan.Nederland moet om te beginnen als donor een serieuze speler zijn – dreigen methet terugtrekken van relatief kleine bedragen maakt geen indruk. Nederland moetbovendien de beschikking hebben over een breed spectrum aan hulpinstrumenten,zodat het zo goed als mogelijk kan voorkomen dat hulp afhankelijk maakt ofde lokale verantwoordingsprocedures ondermijnt. Daar hoort bij dat steeds afge-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!