12.07.2015 Views

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

Minder pretentie, meer ambitie - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

78 minder <strong>pretentie</strong>, <strong>meer</strong> <strong>ambitie</strong>dan in de rest van de wereld samen. Dat kostte enige tijd, en zo ontstonden demeeste Afrikaanse landen rond 1900 – Uganda kwam in 1908 tot stand, Nigeria in1914 en Marokko uiteindelijk pas in 1934. Veel landen ontstonden op basis van desamenvoeging van gebieden die daarvoor weinig met elkaar te maken haddengehad of elkaar in het verleden hadden bevochten. In de strook ten zuiden van deSahel kwam een serie landen tot stand met een islamitisch Noorden en een christelijkZuiden (zoals Ivoorkust, Ghana, Nigeria en Sudan). Die gebieden haddenook in bredere culturele zin weinig gemeenschappelijks – een continue bron vanspanning in de eeuw die zou komen.De rol van de staat bleef tot de jaren twintig van de vorige eeuw beperkt: gezondheidszorgen onderwijs waren aanvankelijk een zaak voor missionarissen enzendelingen. Daarna werden deze sectoren, net als landbouw, gaandeweg <strong>meer</strong>onderwerp van overheidsbemoeienis. Maar dat was slechts voor een korte periode:in Europa diende zich een economische recessie en een wereldoorlog aan, endaarna waren de westerse landen hun oppermachtige positie kwijtgeraakt. Deperiode van institutiebouw naar westerse snit was dus van heel korte duur – vaakniet <strong>meer</strong> dan enkele decennia – en leidde tot een stelsel dat in de verste verte nietvoldragen was. Tegelijk was er geen weg terug, al was het maar omdat de transportinfrastructuuren de daaruit resulterende invoeging van Afrika in de wereldeconomieeen niet <strong>meer</strong> uit te wissen fenomeen was.Het proces van staatsvorming in Afrika is in bijna alle gevallen een van boven envan buiten af opgelegd proces geweest. De verschillen in aanpak zijn interessant.De Britten waren uitgesproken voorstanders van ‘indirect bestuur’. Dat hield indat de kolonies bestuurd werden via de bestaande lokale machtssystemen, zoalskoningen of tribale leiders. Het bestuurs- en beheerssysteem van het Britse kolonialebewind was ook behoorlijk gedecentraliseerd en liet ruimte voor lokale, vrijwilligeparticipatie. De Fransen, trouw aan hun jakobijnse traditie, verkozen eengecentraliseerder systeem en introduceerden ‘moderne’ bestuurs- en beheerssystemen.In naam van de grote republikeinse principes wilden ze de indigènes assimilerentot burgers van één Frans rijk. Nederland leunde in Indonesië vooral op deindirect rule, maar in Suriname en op de Antillen op de direct rule. In Nieuw-Guinea werd zelfs een strak sturings- en planningsmodel gehanteerd, dat na deonafhankelijkheid nog lang zijn stempel zou drukken op het Nederlandse ontwikkelingsbeleid.Weer andere landen volgden de strategie om veel kolonisten uit testuren die zich blijvend gingen vestigen in de koloniën – denk aan de vele Portugezendie zich in Latijns-Amerika, Angola, Mozambique en Kaapverdië vestigden, ofaan de Spanjaarden in Latijns-Amerika (Develtere 2009).Hoe de staatsvorming en institutiebouw onder de koloniale regimes ook vorm hadgekregen, toen de landen in Sub-Sahara Afrika gingen dekoloniseren (ze volgdende Aziatische landen op na ongeveer tien jaar: Sudan werd in 1956 onafhankelijk,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!