Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8

Recommendations

Info

Stap 6: Relatie naar leiderschap Nadat onderzoeksdoel en richting met dit onderzoeksmodel bepaald zijn, gaat het tot slot om de vraag welke invloed een herontwerp van het buurtonderzoek 2.0 heeft voor politieleiderschap. Om deze samenhang inzichtelijk te maken wordt in de zesde en laatste stap daartussen een relatie gelegd. co-creatie buurtonderzoek 2.0 Illustratie 10: Samenhang strategisch leiderschap en co-creatie buurtonderzoek 2.0 5.2.3 Onderzoeksmodel Aan de hand van het redeneerpatroon in afzonderlijke stappen uiteengezet in de vorige subparagraaf komen we hieronder visueel tot de weergave van het complete onderzoeksmodel B M V P kritische succesfactoren inhoudelijke doelen procesmatige doelen co-creatie buurtonderzoek 2.0 strategisch politieleiderschap inhoudelijke doelen procesmatige doelen vergroten veiligheidsgevoel vergroten kwaliteit opsporing vergroten wederzijds voordeel vergroten wederzijdse afhankelijkheid politieleiderschap Illustratie 11: Onderzoeksmodel 104 Co-creatie 2.0
Op basis van dit onderzoeksmodel wordt empirisch onderzocht in hoeverre de factoren die vanuit de theorie zijn geïnventariseerd en geclusterd naar Bason’s Ecosysteemmodel herkenbaar aanwezig zijn en van invloed zijn op de voorwaarden en condities die nodig zijn om te komen tot een vernieuwd ontwerp buurtonderzoek 2.0 middels co-creatie. Waarbij het tot slot de vraag is wat dat vraagt van politieleiderschap. 5.3 Onderzoeksstrategie 5.3.1 Inleiding In deze paragraaf staat de strategie voor het empirisch onderzoek centraal. De onderzoeksstrategie is de overkoepelende opzet of logica van het onderzoek. Binnen een gekozen onderzoeksstrategie kunnen meerdere methoden van onderzoek worden ingezet (Van Thiel,2010). Idealiter hangt de keuze voor een strategie af van het onderwerp van onderzoek, de stand van de wetenschap ten aanzien van het onderwerp en het doel van onderzoek (Van Thiel, 2010: 64). Van Thiel onderscheidt vier dominante onderzoeksstrategieën: het experiment, de enquête, de casestudy en het onderzoek van bestaand materiaal. Gezien de centrale onderzoeksvraag, het relatief jonge onderzoek domein van sociale media en co-creatie en het feit dat het hier om een ex ante evaluatieonderzoek gaat, ligt de keuze voor één hoofdstrategie niet voor de hand. Ook het gebruik van statistische technieken om de informatie van een groot aantal respondenten kwantitatief te analyseren is minder vanzelfsprekend (Van Thiel,2010: 68). In dit onderzoek zal daarom gebruik worden gemaakt van een combinatie van methoden, ook wel mixed method design genoemd (Van Thiel, 2010). Het ontwerp van deze combinatie van methoden en technieken wordt verduidelijkt in de navolgende subparagrafen. 5.3.2 Aard van het onderzoek In de uitvoering van beleid wordt het succes van een beleidsprogramma bepaald. Om een systematisch oordeel te kunnen geven over de kwaliteit van het beleid, is een proces van evaluatie noodzakelijk (Bekkers 2007). De evaluatie van beleid dient doorgaans twee doelen: evalueren als voorwaarde voor leren om de kwaliteit van beleid te verbeteren met het oog op de toekomst en het evalueren om verantwoording af te leggen over de geboekte resultaten. We bespreken in het kort een drietal vormen van evaluatie, te weten ex post, ex ante en onderhandelende evaluatie. Ex post In een ex post evaluatie wordt het beleid onderzocht dat op dat moment in uitvoering is, dan wel uitgevoerd is. In het eerste geval wordt ook wel gesproken van een tussentijdse evaluatie. De term ex post evaluatie wordt veelal gebruikt als synoniem voor (beleids)effectevaluatie, omdat het evalueren van beleidseffecten de meest voorkomende vorm is. Immers, de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten worden bereikt is de uiteindelijke lakmoesproef van het beleid (Grimmius & Oostdijk 2004). Ex post evaluatieonderzoek richt zich primair op de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat evaluatieonderzoek kan voortbouwen op informatie die al beschikbaar is over de mate waarin doelen en voorgenomen beleidsprestaties zijn gerealiseerd (ook wel de mate van doelbereiking genoemd). Als deze informatie ontbreekt, zal dit aspect ook onderdeel moeten uitmaken van de vraagstelling van het onderzoek. 5 Theoretisch kader en onderzoeksstrategie 105
Page 1 and 2:
Co-creatie 2.0 Strategische kansen
Page 3 and 4:
Voorwoord Moed is de rode draad in
Page 5 and 6:
Inhoudsopgave Samenvatting 9 1 Inle
Page 7 and 8:
6.2.3 Vermogen 124 6.2.4 Proces 127
Page 9 and 10:
Samenvatting Een meerderheid van de
Page 11 and 12:
Co-creatie betekent letterlijk ‘s
Page 13 and 14:
urger als rechercheur (aanpak high
Page 15 and 16:
doorslaggevende betekenis zijn. Het
Page 17 and 18:
Inleiding
Page 19 and 20:
1 Inleiding 1.1 Aanleiding Een meer
Page 21 and 22:
2. Wat is co-creatie en welke rol s
Page 23 and 24:
egrip, waarbij het de vraag is hoe
Page 25 and 26:
Buurtonderzoek 1.0
Page 27 and 28:
2 Buurtonderzoek 1.0 2.1 Inleiding
Page 29 and 30:
(aftopping van de helingmarkt) en s
Page 31 and 32:
2.3.1 Dader factoren Over het algem
Page 33 and 34:
‘Rechercheportret’, over dilemm
Page 35 and 36:
2.4 De functie van het buurtonderzo
Page 37 and 38:
De nuttige getuigen verklaren bijvo
Page 39 and 40:
urgers vergroten het verkrijgen van
Page 41 and 42:
2.6 Conclusies In dit hoofdstuk sto
Page 43 and 44:
Co-creatie en sociale media
Page 45 and 46:
3 Co-creatie en sociale media 3.1 I
Page 47 and 48:
stellen Bekkers en Meijer (2010), z
Page 49 and 50:
complex zijn (verouderende samenlev
Page 51 and 52:
mensen aan elkaar verbindt en de ke
Page 53 and 54: de loop van het proces niet meer ku
Page 55 and 56: Dominante eigen logica 15 Bij de zo
Page 57 and 58: autoritaire bestuursstijl faciliter
Page 59 and 60: Daarnaast is het van belang dat er
Page 61 and 62: in een grote mate van actieve betro
Page 63 and 64: Uit een verkennend onderzoek naar d
Page 65 and 66: ovendien onderling ook zichtbaar zi
Page 67 and 68: vaak zeer gedetailleerd inzicht in
Page 69 and 70: mogelijkheden van sociale media. De
Page 71 and 72: Technische factoren 29 Uit de liter
Page 73 and 74: De politie heeft juist in deze tijd
Page 75 and 76: In totaal hebben we 23 factoren ben
Page 77 and 78: Co-creatie binnen de politie
Page 79 and 80: 4 Co-creatie binnen de politie 4.1
Page 81 and 82: vragenlijst (FAQ). Vanuit deze webs
Page 83 and 84: meer regio’s hebben een eigen web
Page 85 and 86: aangesloten buurtbewoners altijd we
Page 87 and 88: De gewelddadige dood van Johannes B
Page 89 and 90: spelen spanning en sensatie ook een
Page 91 and 92: Bovendien kunnen Web 2.0 toepassing
Page 93 and 94: Organisatorische factoren 34 Organi
Page 95 and 96: doelen. Ook de mate van participati
Page 97 and 98: Theoretisch kader en onderzoeksstra
Page 99 and 100: 5 Theoretisch kader en onderzoeksst
Page 101 and 102: Innovatie Balans tussen Moed, Bewus
Page 103: Moed Bewustzijn Proces Vermogen kri
Page 107 and 108: Vierde generatie evaluatieonderzoek
Page 109 and 110: hoog opgeleid, uitkeringsgerechtigd
Page 111 and 112: Focusgroepen Als tweede techniek is
Page 113 and 114: De keuze voor semi-gestructureerd i
Page 115 and 116: Deel 3: Focusgroep In de focusgroep
Page 117 and 118: Onderzoek
Page 119 and 120: 6 Onderzoek 6.1 Inleiding In het vo
Page 121 and 122: informatie die wordt aangedragen of
Page 123 and 124: veiligheidssituatie in de eigen buu
Page 125 and 126: Zeven van de twaalf externe actoren
Page 127 and 128: voor cultuurinterventies, want het
Page 129 and 130: van een buurtonderzoek wordt in de
Page 131 and 132: elkaar brengt. Vrijwel alle respond
Page 133 and 134: espondenten over processturing vers
Page 135 and 136: ondom co-creatie en sociale media e
Page 137 and 138: Non-issues De meest genoemde niet r
Page 139 and 140: We signaleren vijf kritische punten
Page 141 and 142: Beoogde doelstellingen focusgroepen
Page 143 and 144: De tips die de groep meegeeft aan d
Page 145 and 146: B M V P 1 kritische succesfactoren
Page 147 and 148: Van de 37 factoren zijn als uitkoms
Page 149 and 150: Top 3 ketenpartners, individueel ge
Page 151 and 152: • Virtueel en fysiek toegang bied
Page 153 and 154: 10 Faciliterend leiderschap (M,3 7)
Page 155 and 156:
ander kwalitatief sturingsconcept,
Page 157 and 158:
Bewustzijn • Positionering wijkag
Page 159 and 160:
Enablers De meest genoemde bevorder
Page 161 and 162:
Moed Bewustzijn Proces Vermogen Ill
Page 163 and 164:
Conclusies en aanbevelingen
Page 165 and 166:
7 Conclusies & aanbevelingen 7.1 In
Page 167 and 168:
Dit heeft onszelf de prangende vraa
Page 169 and 170:
het gebied van context, strategie,
Page 171 and 172:
dan ook de mate waarin de organisat
Page 173 and 174:
B M V P kritische succesfactoren co
Page 175 and 176:
Het innovatieproces wordt vaak besc
Page 177 and 178:
Moed is deze gelegen binnen de fact
Page 179 and 180:
Woninginbraken vallen onder de cate
Page 181 and 182:
Vermogen Als ambitie is de dimensie
Page 183 and 184:
Voor wat betreft de interviews hebb
Page 185 and 186:
Bijlagen
Page 187 and 188:
Bijlage 1: Operationalisering analy
Page 189 and 190:
27 M Sociale strategie Mate waarin
Page 191 and 192:
C6.3 Welke randvoorwaarde is nodig?
Page 193 and 194:
20 P P20.1 Met welke condities dien
Page 195 and 196:
Bijlage 3: Vragenlijst deel B Inter
Page 197 and 198:
S10.4 In hoeverre staat de ontwikke
Page 199 and 200:
SOCIALE MEDIA 23 V S23.1 Hoe is het
Page 201 and 202:
Bijlage 4: Lijst van respondenten I
Page 203 and 204:
Literatuurlijst A Aalberts, C. en K
Page 205 and 206:
G Garrett, R. K. (2006). Protest in
Page 207 and 208:
P Pankowska, M. (2009). Virtual Com
Page 209 and 210:
Wierdsma, A. & Wierdsma A.F.M. (200
show all

Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?