Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.8 Leiderschap<br />
3.8.1 Kenmerken van leiderschap<br />
Met betrekking tot het begrip leiderschap wordt een groot aantal definities gehanteerd. Stoker en Kolk<br />
(2003) definiëren leiderschap als: “het beïnvloeden van het gedrag van (een groep) medewerkers, door een<br />
persoon die ten opzichte van die medewerkers een formele positie inneemt. Dit beïnvloeden van gedrag<br />
gebeurt door gebruik te maken van bepaalde leiderschapsstijlen, eigenschappen en motieven en door het<br />
uitvoeren van verschillende activiteiten”(Stoker & Kolk, 2003). Volgens Robbins betreft leiderschap het<br />
proces om anderen (binnen en buiten de organisatie) te beïnvloeden tot samenwerking om doelstellingen<br />
te verwezenlijken (2003:314).<br />
Van Loon (2006) vult deze twee definities verder aan met de <strong>co</strong>ntext waarin een leider opereert. Zijn definitie<br />
luidt: “het vanuit een visie van de leider dingen gedaan krijgen voor, door en met mensen binnen de <strong>co</strong>ntext<br />
van de organisatie in het maatschappelijk krachtenveld” (van Loon, 2006).<br />
3.8.2. Strategisch politieleiderschap<br />
Boin (et al. 2003) omschrijft strategisch politieleiderschap als het optreden en handelen van hooggeplaatste<br />
politiefunctionarissen voor zover dat is gericht op structurele en duurzame (verbetering van de<br />
organisatorische) kwaliteit in het politiekorps. Deze kwaliteit van het korps hangt mede af van de relatie die<br />
de politie heeft met haar omgeving, de burgers. Hiermee ontstaan twee dimensies in het strategisch<br />
politieleiderschap: het richting geven aan het korps en het inbedden van het korps in de maatschappelijke<br />
politieke <strong>co</strong>ntext.<br />
Om hier op een verantwoorde manier invulling aan te geven worden drie kernfuncties voor strategisch<br />
leidinggevenden gegeven die de basis vormen voor effectief leiderschap:<br />
• De beleidsmatige functie: het formuleren en uitdragen van een visie op de realiseerbare doelen van de<br />
organisatie;<br />
• De organisatorische functie: het ontwerpen van een organisatiepatroon waarin medewerkers hun werk<br />
effectief en efficiënt kunnen verrichten;<br />
• De diplomatieke functie: Het bewaken van relaties met belanghebbende partijen die van essentieel<br />
belang zijn voor de legitimiteit van een publieke organisatie.<br />
Vooral de diplomatieke functie, die uitgaat van het bewaken van relaties, geeft aan dat interactie met de<br />
omgeving of samenleving ter beïnvloeding van de beeldvorming cruciaal is voor een strategische politie<br />
leidinggevende. De belangrijkste symbolische waarde en daarmee ook de belangrijkste taak van de politie<br />
is “er simpelweg zijn” (Frissen, 2007). Hierin ligt ook de verwachting van de burger verscholen.<br />
Immers, de burger is een belanghebbende partij die van essentieel belang is voor het gezag van de politie.<br />
Om op de hoogte te zijn van de feitelijke omstandigheden, gevoelens en opvattingen van burgers en daar<br />
scherp op te kunnen sturen, is de interactie tussen politie en samenleving van groot belang.<br />
Aan de ene kant heeft de strategische politieleider te maken met een organisatie waar de interne <strong>co</strong>hesie<br />
gewaarborgd moet zijn om te voorkomen dat ze ten prooi valt aan allerlei grillen vanuit de samenleving waar<br />
op geacteerd moet worden. Maar het gevaar daarbij is dat de politieorganisatie te veel op zichzelf is gericht<br />
en als instituut wegdrijft van haar omgeving.<br />
Aan de andere kant trekt de omgeving aan de organisatie omdat die allerlei eisen aan de politie stelt en<br />
invloed wil hebben op de koers van de politie (Boverman et al 2011).<br />
72 Co-<strong>creatie</strong> <strong>2.0</strong>