Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
egrip, waarbij het de vraag is hoe zich dit verhoudt tot andere populair-wetenschappelijke begrippen zoals<br />
sociale innovatie en sociale netwerken om de kloof tussen de burger en overheid te dichten. Door meer<br />
theoretische achtergrondkennis te vergaren over <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> en dit begrip nader uit te diepen in haar<br />
betekenis, wordt getracht een scherper beeld te <strong>co</strong>nstrueren hoe de politie hier met de inzet van sociale<br />
media invulling aan kan geven en wat daarvan de toegevoegde waarde is. Door de theoretische inzichten<br />
vervolgens te toetsen aan empirisch verzamelde kennis over <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> en de toepassing van <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong><br />
binnen de politiepraktijk, ontstaan naar verwachting nieuwe kennisinzichten die een mogelijke bijdrage<br />
kunnen leveren aan verdere theorieontwikkeling en implementatievraagstukken.<br />
1.4 Aard van het onderzoek en theoretische positionering<br />
Deze thesis is een ex ante evaluatie. Ex ante onderzoek heeft tot doel de mogelijke <strong>co</strong>nsequenties van een<br />
ontwerp (planvorming en vormgeving) op voorhand kritisch te bediscussiëren en te evalueren. In een ex ante<br />
evaluatie is er naast aandacht voor de verwachte effecten, ook veel aandacht voor onverwachte en<br />
onvoorziene effecten. Dit ex ante onderzoek is gebaseerd op een benadering die sterke verwantschap heeft<br />
met vierde generatie evaluatieonderzoek, zoals onder meer beschreven door Guba & Lin<strong>co</strong>ln (1989) en<br />
Abma (1996). Kenmerkend voor vierde generatie onderzoek is, dat partijen proberen - door middel van<br />
dialoog- een gemeenschappelijk beeld te krijgen over nut en noodzaak van bepaalde maatregelen. Het kan<br />
ook zijn dat partijen de gevonden <strong>co</strong>ndities waaronder een mogelijke aanpak succesvol zou kunnen zijn,<br />
vooraf evalueren. Het is een interactief proces van oordeelsvorming tussen groepen wiens wensen,<br />
voorkeuren en belangen worden geraakt door de evaluatie. Dit proces kan uitmonden in <strong>co</strong>nsensus, maar<br />
is ook geslaagd wanneer het persoonlijk inzicht en wederzijds begrip zijn toegenomen. Het vierde-generatieevaluatie<br />
onderzoek kent daarmee een sociaal-<strong>co</strong>nstructivistische grondslag.<br />
In het sociaal-<strong>co</strong>nstructivistische perspectief is beleid de uitkomst van een proces, dat al redenerend door<br />
de betrokken actoren wordt gevormd. Zij creëren als het ware ieder hun eigen werkelijkheid. In het sociaal<strong>co</strong>nstructivisme<br />
wordt gekeken hoe de betrokken actoren omgaan met meervoudige en divergerende<br />
betekenis<strong>co</strong>nstructies, èn of en hoe deze verschillende betekenisgevingen elkaar al dan niet beïnvloeden.<br />
Factoren vanuit het sociaal-<strong>co</strong>nstructivistisch perspectief voor geslaagd beleid zijn onder andere dat<br />
beleidsprocessen worden gedragen door actoren en organisaties met uiteenlopende visies/perspectieven<br />
op de beleidsdoelen en op de gewenste organisatie van beleid.<br />
1.5 Onderzoeksopzet<br />
Na deze inleiding worden de deelvragen opeenvolgend uitgewerkt. Om te kunnen bepalen welke factoren<br />
van belang zijn bij een herontwerp van buurtonderzoek door middel van <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> -waarbij sociale media<br />
worden ingezet- is het belangrijk om te verkennen welke inzichten al vergaard zijn. De beantwoording van<br />
de deelvraag over de effectiviteit van de aanpak van het buurtonderzoek krijgt gestalte door de nadere<br />
bestudering van wetenschappelijke inzichten en de proto<strong>co</strong>llering van het buurtonderzoek. Vervolgens<br />
worden de theoretische inzichten op grond van literatuuronderzoek beschreven met betrekking tot de<br />
factoren die van invloed zijn op een implementatie van <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> <strong>2.0</strong>. Daarna worden experimenten op dit<br />
gebied die al plaatsvinden binnen de politie organisatie nader beschouwd. Vervolgens wordt er een<br />
theoretisch kader gepresenteerd dat getoetst wordt in de stad Zoetermeer en het korps Haaglanden. Daarna<br />
1 Inleiding 23