Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ondom <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> en sociale media en het doen van buurtonderzoek wordt door meerdere van de<br />
respondenten vanuit de politie als belangrijk gezien. Naast een open stijl, waarbij politiemedewerkers de<br />
ruimte krijgen om volop te experimenteren hoort volgens sommigen ook af en toe een directieve stijl in de<br />
trant van: “je gaat nu dit buurtonderzoek virtueel doen.”<br />
Opvallend is dat burgers niet direct een antwoord hebben op de vraag wat <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> <strong>2.0</strong> vraagt van<br />
politieleiderschap. Doorvragend vertrouwen de vijf burgers op de politie als professionele organisatie met<br />
voldoende vertrouwen in het leiderschap. Twee respondenten zien voordelen bij de totstandkoming van een<br />
Nationale Politie, waarbij vooral het maximaal delen van kennis en informatie als belangrijke kritische<br />
succesfactor wordt gezien. Ook de strakke sturing, waarbij geen sprake meer is van koninkrijkjes wordt door<br />
meerdere burgers als belangrijk gezien. Nagenoeg alle burgers hebben aangegeven het belangrijk te vinden<br />
dat de politie initiatieven blijft nemen burgers attent te maken op onveiligheidssituaties en te stimuleren dat<br />
burgers zelf ook alert worden. Vanuit de gemeente geven respondenten het belang aan van verschillende<br />
leiderschapsstijlen en dat er verschillen zijn tussen mensen. Zoals een van de respondenten stelt: “We zijn<br />
niet allemaal gelijk. De ene kan mensen beter enthousiasmeren, kan een grotere schare achter zich krijgen,<br />
kan met mooiere ideeën komen dan een ander.”<br />
Aan het eind van elk interview is gevraagd de drie meest dominante factoren te benoemen die cruciaal zijn<br />
in een <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> proces middels sociale media met het <strong>co</strong>ncept van buurtonderzoek <strong>2.0</strong> als voorbeeld. Uit<br />
deze samenvatting komen de volgende vijf factoren als meest relevant naar voren:<br />
1 De digitale kloof<br />
2 Overschatting van invloed sociale media<br />
3 Representativiteit van de participatie en de participatie paradox<br />
4 Informatieverwerking (technologisch en mentaal)<br />
5 Leiderschap<br />
Uit de interviews is verder naar voren gekomen dat er een 38e factor aan de set van 37 toegevoegd zou<br />
moeten worden, namelijk de sociale <strong>co</strong>hesie van een wijk. Deze omgevingsfactor werd bij alle actoren telkens<br />
genoemd en bepaalt in de ogen van zowel leidinggevenden als street level <strong>co</strong>ps in grote mate de<br />
slagingskans van <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> in het algemeen en buurtonderzoek <strong>2.0</strong> in het bijzonder. De omgevingsfactor<br />
sociale <strong>co</strong>hesie wordt in de focusgroepsessies nader verkend.<br />
6.3 Deel<strong>co</strong>nclusies interviews<br />
Na de analyse van de interviews blijkt, dat zowel de interne als de externe factoren sociale <strong>co</strong>hesie<br />
aanmerken als een kritische succesfactor voor de mogelijkheden van <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> en het slagen van<br />
buurtonderzoek <strong>2.0</strong>. Het onderwerp is bij vrijwel alle respondenten spontaan aan de orde gekomen en heeft<br />
ons doen besluiten hier in de focusgroepsessies extra aandacht aan te besteden. We hebben deze 38e factor echter in dit stadium niet gekoppeld aan de vier dimensies van het e<strong>co</strong>logisch model van Bason,<br />
omdat het hier gaat om een omgevingsfactor die van invloed zou kunnen zijn op meerdere dimensies. Wel<br />
wordt deze 38e factor ter empirische toetsing meegenomen in de focusgroepsessies.<br />
Omdat we in de focusgroepsessies niet alle 37 factoren aan de orde kunnen laten komen heeft de analyse<br />
van de interviews geleid tot een clustering van 15 factoren die prominent in de interviews naar voren zijn<br />
gekomen. Deze hebben weer geleid tot een top vijf van bevorderende factoren (enablers), een top vijf van<br />
6 Onderzoek 135