Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
Scriptie co-creatie 2.0 jeurissen%26vriesde sll8
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5 Theoretisch kader en onderzoeksstrategie<br />
5.1. Inleiding<br />
Op basis van de in hoofdstuk 2, 3 en 4 verkregen theoretische inzichten wordt in dit hoofdstuk een<br />
onderzoeksmodel gepresenteerd dat de samenhang tussen de verschillende theoretische deelvragen in<br />
beeld brengt. Aan de hand van dit theoretisch kader zal de onderzoeksstrategie worden bepaald. De<br />
volgende deelvraag staat daarbij centraal:<br />
Onder welke -theoretisch te verwachten- <strong>co</strong>ndities kan de rol van buurtonderzoek in de aanpak van<br />
woninginbraken worden vormgegeven door middel van Co-<strong>creatie</strong> <strong>2.0</strong>?<br />
Deze thesis is een ex ante evaluatieonderzoek. In paragraaf 5.2 wordt het doel van ex ante onderzoek nader<br />
toegelicht. Allereerst wordt het theoretisch kader beschreven en beredeneerd en komen we tot een<br />
<strong>co</strong>nceptueel onderzoeksmodel. Vervolgens worden de gekozen onderzoekstechnieken onderbouwd. In<br />
paragraaf 5.3 volgt de uitleg over de onderzoeksstrategie. De operationalisatie van het theoretisch kader<br />
komt tot uitdrukking in het analysekader in paragraaf 5.4. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de <strong>co</strong>nclusies<br />
in paragraaf 5.5.<br />
5.2 Theoretisch kader<br />
5.2.1 Inleiding<br />
In de voorgaande hoofdstukken zijn op basis van literatuuronderzoek een aantal theoretische inzichten over<br />
<strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> en sociale media nader verkend. Dit heeft geresulteerd in een systematisch opgebouwd overzicht<br />
van relevante factoren die onder bepaalde omstandigheden kunnen worden aangemerkt als een kritische<br />
succes- of faalfactor (zie tabel 6). De kennis over de relevante begrippen, de factoren en theorieën zijn van<br />
belang om nader te kunnen onderzoeken hoe deze van invloed zijn op <strong>co</strong>ndities en voorwaarden voor een<br />
vernieuwd buurtonderzoek <strong>2.0</strong>. Om tot beantwoording van de centrale onderzoeksvraag te komen, is bovenal<br />
inzicht in de relatie tussen de verschillende factoren een vereiste.<br />
In hoofdstuk 2 zijn de factoren beschreven voor een effectief buurtonderzoek (1.0), waarin we hebben<br />
ge<strong>co</strong>nstateerd dat buurtonderzoeken over het algemeen niet veel opsporingsinformatie opleveren en dat<br />
de effectiviteit van een buurtonderzoek in de huidige vorm binnen de politiepraktijk niet zo groot is. Vanuit<br />
dit oogpunt bezien is het interessant te onderzoeken of, en zo ja hoe, een buurtonderzoek <strong>2.0</strong> zou kunnen<br />
bijdragen aan de inhoudelijke doelen voor het fenomeen woninginbraken, namelijk het vergroten van het<br />
veiligheidsgevoel en het vergroten van de kwaliteit van de opsporing van woninginbrekers, door het vergroten<br />
van het oplossend vermogen en het tegengaan van nieuwe woninginbraken.<br />
Een relevante vraag hierbij is of dit buurtonderzoek <strong>2.0</strong> mogelijk door middel van <strong>co</strong>-<strong>creatie</strong> tot stand zou<br />
kunnen komen, zodat er een nieuw beleidsinstrument ontstaat dat niet alleen vanuit de logica van de politie<br />
organisatie tot stand komt.<br />
5 Theoretisch kader en onderzoeksstrategie 99