Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ewoners die elkaar cynisch wantrouwen noch van bewoners die lokale instellingen cynisch<br />
wantrouwen. Ook deze conclusie stemt hoopvol omdat cynisch vertrouwen <strong>aan</strong>vankelijk<br />
gepaard gaat met gedrag dat uiteindelijk een belemmering vormt voor de versterking van<br />
collectieve weerbaarheid. In de derde plaats concluderen wij dat bewoners voornamelijk een<br />
gezond wantrouwen hebben, zowel in elkaar als in lokale instellingen. Gezond wantrouwen<br />
heeft tot gevolg dat bewoners vaak geen sociale controle uitoefenen op voorvallen van<br />
criminaliteit en overlast, omdat ze bang zijn voor represailles van hun buurtgenoten. In de<br />
vierde plaats blijkt uit de evaluatie dat er - in het kader van de geëvalueerde interventies - nog<br />
onvoldoende effectieve formele sociale controle is uitgeoefend om dit gezonde wantrouwen<br />
van bewoners om te vormen tot een goed vertrouwen. Dat er nog onvoldoende effectieve<br />
formele sociale controle is uitgeoefend, hebben we enerzijds verklaard met het niet zijn<br />
vold<strong>aan</strong> <strong>aan</strong> twee noodzakelijke voorwaarden. Anderzijds moeten we concluderen dat het<br />
terugwinnen van vertrouwen kennelijk een langzaam proces is. Hier geldt de volkswijsheid<br />
‘vertrouwen komt te voet en gaat te paard’. We hebben namelijk gezien dat vertrouwen door<br />
het uitblijven van formele sociale controle op een enkel voorval drastisch beschaamd kan<br />
worden, maar dat het proces andersom (helaas) niet zo snel werkt.<br />
Kortom, wij concluderen dat de collectieve weerbaarheid van bewoners van de Arnhemse<br />
achterstandsbuurten nog niet is versterkt. Toch zijn wij hoopvol gestemd omdat we voor drie<br />
van de vier geëvalueerde interventies indicaties vinden van een beginnend ‘goed vertrouwen’.<br />
De politiehuiskamer heeft ervoor gezorgd dat bewoners (weer) op de wijkagenten denken te<br />
kunnen rekenen in het <strong>aan</strong>pakken van overlast. Bij Straatwijs hebben we nog geen ‘goed<br />
vertrouwen’ waargenomen, maar het lijkt ons <strong>aan</strong>nemelijk dat het ‘te voet’ zal komen. De<br />
formele sociale controle die in het kader van Straatwijs wordt uitgeoefend, is precies de<br />
controle die bewoners (voor overlastgevende buurtgenoten) nodig achten. Zodra zij er de<br />
effecten van g<strong>aan</strong> merken, is het <strong>aan</strong>nemelijk dat hun vertrouwen wordt teruggewonnen. Tot<br />
slot hebben we gezien dat formele controle in het kader van de overlasttafel inmiddels zijn<br />
vruchten begint af te werpen. De bewoners die van nabij hebben ervaren dat professionals<br />
overlastgevende individuen of gezinnen effectief <strong>aan</strong>pakken, hebben een beginnend ‘goed<br />
vertrouwen’ in hen ontwikkeld.<br />
Programma van interventies<br />
De interventies hebben we geëvalueerd als vier afzonderlijke interventies. Er is echter een<br />
‘programma van interventies’ in te herkennen omdat ze in een bepaalde volgorde zijn<br />
uitgevoerd. Het lijkt erop dat Arnhemse beleidsmakers lessen hebben getrokken uit het<br />
verleden en daarom op een gegeven moment andersoortige interventies zijn g<strong>aan</strong><br />
ontwikkelen. In onderst<strong>aan</strong>de alinea’s zetten we dat uiteen. De beschrijving van deze manier<br />
van werken is de opmaat voor de beleidsimplicaties die we in paragraaf 4.5 uitwerken.<br />
Als we de vier interventies op een tijdslijn zetten, bespeuren wij een beleidsontwikkeling<br />
waarmee de Arnhemse professionals de verzwakte collectieve weerbaarheid onderkennen. De<br />
‘oude stijl’ interventies ‘buurtpreventie’ en ‘politiepost’ worden al ruim een decennium<br />
uitgevoerd en zijn beide ontwikkeld met de gedachte dat bewoners een grotere bijdrage<br />
moeten en kunnen leveren <strong>aan</strong> buurtveiligheid. Vooral bij buurtpreventie is duidelijk te zien<br />
dat de <strong>aan</strong>vankelijke bereidheid van enkele bewoners om met de politie samen te werken in de<br />
loop der jaren steeds verder is afgenomen. Dat is een teken van afnemende (in plaats van<br />
toenemende) collectieve weerbaarheid. Dat buurtpreventie er niet in is geslaagd de collectieve<br />
weerbaarheid te versterken komt doordat ervan werd uitgeg<strong>aan</strong> dat bewoners bereid waren om<br />
voorvallen van overlast en criminaliteit te melden bij lokale instellingen. Daarbij werd echter<br />
Duurzame buurtveiligheid | 109