Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

3.3.2 Evaluatiemethode
Bij de uitwerking van de evaluatiemethode rondom buurtbemiddeling zijn we van twee
belangrijke uitgangspunten uitgegaan:
1. De drempel voor buurtbewoners om aan het project buurtbemiddeling mee te doen
moet niet worden verhoogd, het moet niet te veel tijd kosten, de privacy moet absoluut
gewaarborgd worden en het moet duidelijk zijn dat het onderzoek het doel heeft
buurbewoners in toekomstige situaties (nog) beter van dienst te kunnen zijn.
2. Het onderzoek moet de medewerkers en coördinator van buurtbemiddeling Arnhem zo
min mogelijk tijd kosten.
Met deze twee punten in het achterhoofd hebben we getracht om op twee manieren informatie
over de effectiviteit en werking van buurtbemiddeling te verzamelen. Ten eerste hebben we
de zaken die vanaf mei 2009 tot januari 2010 bij buurtbemiddeling binnen kwamen ‘gevolgd’
met behulp van vragenlijsten die de bemiddelaars bij elke zaak invulden. In samenspraak met
de coördinator en de bemiddelaars hebben we deze vragenlijsten ontworpen en een methode
bedacht om deze per zaak af te nemen. Echter, deze procedure bleek voor de betrokken
bemiddelaars in praktijk niet haalbaar te zijn. Daarom zijn we met deze methode van
dataverzameling gestopt.
In plaats daarvan hebben we deze evaluatie gebaseerd op de gegevens van een analyse van
de dossiers over alle zaken die in 2006, 2007, en 2008 door buurtbemiddeling Arnhem
behandeld zijn. Voor elke zaak die door buurtbemiddeling behandeld wordt, is een uitgebreid
dossier bijgehouden. In dit dossier wordt per fase een gedetailleerde beschrijving gegeven van
de zaak, de kwesties en de betrokkenen. Na de melding start de coördinator met een nieuw
dossier waarin ze een beschrijving geeft van de betrokkenen en de kwesties. Nadat de
bemiddelaars de kennismakingsgesprekken hebben gehad, doen zij hier verslag van in
hetzelfde dossier. Hierin worden de details van een zaak en de betrokkenen omschreven.
Hetzelfde wordt gedaan na een bemiddelingsgesprek. Als laatste wordt er circa vier weken na
het laatste contact met de conflictpartijen, telefonisch contact met de partijen gelegd waarin
een aantal standaard vragen over de huidige situatie worden gesteld. In totaal waren er 278
dossiers, de exacte aantallen zaken per fase die beschikbaar waren staan in Figuur 3.7
weergegeven.
Melding
278
91 † 19 †
Kennismaking
Partij A
187
Kennismaking
Partij B
168
Bemiddeling
72
Geen Bemiddeling
96
60 | Werken aan sociaal weerbare wijken
17 †
Nazorg
55
Nazorg
71
Figuur 3.7: aantal cases per stap van buurtbemiddeling. Nummers gevolgd door een † staan voor het aantal
zaken die na een fase gestopt zijn.
27 †