Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het Lentefestival draagt positief bij <strong>aan</strong> de identificatie met de wijk. Dit is heel belangrijk<br />
<strong>aan</strong>gezien we ook hebben <strong>aan</strong>getoond dat een sterkere identificatie met de wijk gepaard gaat<br />
met een positievere beeldvorming naar minderheidsgroepen. De vraag of je verschillende<br />
etnische groepen als typisch voor hun wijk ervaart werd door bezoekers vaker bevestigend<br />
beantwoord dan door niet-bezoekers, terwijl er in de voormeting geen verschil werd gevonden<br />
tussen mensen die van plan waren te g<strong>aan</strong> en mensen die dat niet van plan waren. Bezoekers<br />
en niet-bezoekers verschillen niet in gevoelens van onveiligheid in de wijk.<br />
In hoofdstuk 3 blijkt ook dat deelname <strong>aan</strong> het Lentefestival voortkomt uit een al<br />
<strong>aan</strong>wezige positieve houding; om precies te zijn een grote bereidheid tot participatie <strong>aan</strong><br />
verdere activiteiten, hogere identificatie, positieve beeldvorming over minderheden – het<br />
Lentefestival bereikt dus vooral mensen die al bovengemiddeld positief in de wijk stonden.<br />
Voor deelname <strong>aan</strong> buitenschoolse activiteiten in hoofdstuk 2 werd dit niet <strong>aan</strong>getoond. Maar<br />
belangrijk is dat zowel buitenschoolse activiteiten als het Lentefestival bewoners daarin wel<br />
verder gunstig beïnvloed hebben. Zoals ook te verwachten op basis van de contacttheorie gaat<br />
het alleen positief <strong>aan</strong>kijken tegen interculturele activiteiten in de wijk (zoals gesignaleerd<br />
door het van plan zijn om naar het Lentefestival te g<strong>aan</strong>) niet samen met dezelfde positieve<br />
houdingen ten opzichte van de wijk en de etnische minderheden als het daadwerkelijk<br />
deelnemen <strong>aan</strong> de activiteit.<br />
7.1.3 Het omzetten van pro-sociale attitudes in pro-<strong>sociaal</strong> gedrag<br />
Hoofdstukken 5 en 6 richten zich op de vraag hoe we mensen met pro-sociale attitudes<br />
kunnen laten participeren in de wijk. Kortom: hoe kan bij bewoners pro-<strong>sociaal</strong> gedrag<br />
gestimuleerd worden. In hoofdstuk 5 zijn grote groepen probleemoplossende en signalerende<br />
interventies (die problemen en kansen scannen en voor vervolgacties doorverwijzen naar<br />
andere instellingen en organisaties, zoals wijkplatform, handhavingstafel) groepsgewijs<br />
geanalyseerd, met de mogelijkheid tot het doen van algemene uitspraken. Om de<br />
werkzaamheid van de interventies te begrijpen is een groot <strong>aan</strong>tal professionals gesproken en<br />
gevraagd naar hun analyse van de inzet van deze interventies.<br />
Het blijkt dat de sturingsgedachte bij het inzetten van beide groepen interventies varieert<br />
van sterk organisatiegestuurd tot sterk maatschappelijk gedreven; de mate van interactie met<br />
bewoners, resp. de dominantie van de organisatie, verschilt sterk. Uit de interviews werd<br />
afgeleid dat de ene sturingsvorm niet beter is dan de ander. De gradatie van interactie met<br />
bewoners hangt af van de problematiek: hoog wanneer er een actief-constructieve situatie is,<br />
organisatiegestuurd wanneer er een actief-destructieve situatie is en een mengvorm wanneer<br />
er sprake is van een passieve situatie. Dit nuanceert de discussie over wel of niet veel vrijheid<br />
en initiatief bij de burger laten: het moet per geval blijken wat de beste keus is.<br />
Hoofdstuk 6 richt zich op de vraag of wijkgericht werken de participatie door ouderen<br />
bevordert. De veronderstelling daarbij is dat het wijkgericht werken ouderen het gevoel geeft<br />
gezien en gerespecteerd te worden. Vele ouderen zijn daarvoor ondervraagd, deels individueel<br />
en deels in workshops.<br />
Het Malburger Masterplan (De Malburgse Manier) blijkt een belangrijke impuls te hebben<br />
gegeven <strong>aan</strong> de participatie van ouderen. Toch is er nog niet bij iedereen het gevoel dat ze<br />
serieus genomen worden. Gehechtheid en verantwoordelijkheidsgevoel zijn de meest<br />
gehoorde drijfveren voor participatie. Motieven liggen op de grens van eigenbelang en het<br />
algemeen belang. Recentere pogingen participatie te genereren zijn tot nu toe weinig<br />
productief gebleken. Degenen die inderdaad zijn g<strong>aan</strong> participeren blijven uiteindelijk lang<br />
actief, ook omdat opvolgers niet snel gevonden worden. Hoofdstuk 6 leidt tot de conclusie dat<br />
wijkgericht werken tot meer participatie zou kunnen leiden door mensen persoonlijk te<br />
Conclusies | 171