Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
apportage “Interventies voor een leefbare wijk. Van theorie naar praktijk en terug” (zie<br />
hoofdstuk van Stark et al., 2009), hebben we in Arnhem meer dan 170 interventies in kaart<br />
gebracht, die volgens wetenschappelijke theorieën direct of indirect integratie zouden moeten<br />
bevorderen. De effecten van deze zogenoemde “binnen- en buitenschoolse activiteiten” st<strong>aan</strong><br />
centraal binnen dit eindrapport.<br />
Deze activiteiten zijn structureel georganiseerde activiteiten, waar kinderen hun vrije tijd<br />
kunnen doorbrengen. Buiten de school worden ze voornamelijk georganiseerd door<br />
buurthuizen, wijk- en jongerencentra en sportverenigingen. Het gaat dus bijvoorbeeld om een<br />
meidenclub van een buurthuis of voetballen bij een club. Binnenschoolse activiteiten zijn<br />
eveneens vrijetijdsactiviteiten die door <strong>sociaal</strong>-culturele instellingen worden uitgevoerd.<br />
Echter, elk van deze activiteiten wordt doelgericht <strong>aan</strong> leerlingen <strong>aan</strong>geboden van één<br />
bepaalde school in de Arnhemse kracht<strong>wijken</strong>. Dit maakt deel uit van het<br />
onderwijsachterstandenbeleid van de stichting PAS (Stichting Primair onderwijs Arnhem in<br />
Samenwerking) en is bedoeld om de <strong>sociaal</strong>-culturele vaardigheden van de leerlingen in de<br />
kracht<strong>wijken</strong> te bevorderen. Het grootste verschil tussen buiten- en binnenschoolse<br />
activiteiten is dat de keuze om mee te doen <strong>aan</strong> binnenschoolse activiteiten niet helemaal vrij<br />
is. Vaak melden zich meer leerlingen <strong>aan</strong> dan er vrije plaatsen zijn. In deze gevallen worden<br />
de deelnemers gekozen door de klassementor. Op een ander vlak bestaat er echter geen<br />
onderscheid tussen deze activiteiten. Uit ons onderzoek en uit workshops met professionals<br />
bleek dat voor geen van de activiteiten integratie als expliciet doel was geformuleerd. Toch<br />
was het de verwachting van veel professionals dat de activiteiten wel degelijk een positief<br />
effect op de wederzijdse beeldvorming en etnisch gemengde vriendenkringen zouden moeten<br />
hebben.<br />
Uit ons onderzoek bleek echter dat de ervaringen die kinderen tijdens buitenschoolse<br />
activiteiten opdoen, niet altijd positieve gevolgen hebben. In de <strong>ISW</strong> tussenrapportage 2009<br />
lieten we gedetailleerd zien dat contact met andere etnische groepen tijdens buitenschoolse<br />
activiteiten in Arnhem soms zelfs vooroordelen versterkt (zie hoofdstuk Van Stark et al.,<br />
2009). Blijkbaar is integratie niet automatisch een neveneffect van interventies. De veel geuite<br />
verwachting dat elke vorm van contact tussen verschillende etnische groepen op een activiteit<br />
positieve gevolgen heeft, blijkt niet te kloppen. Dit resultaat was zowel voor de professionals<br />
als voor ons onverwacht. In de wetenschappelijke literatuur is bijna geen onderzoek ged<strong>aan</strong><br />
naar negatieve gevolgen van contact tussen etnische groepen. De algemene verwachting is<br />
ook hier dat contact óf geen, óf een positief effect heeft.<br />
Dit onverwachte resultaat heeft dan ook de focus van ons onderzoek veranderd. Wel<br />
geven we in dit eindrapport antwoord op de vraag welke groepen door de best<strong>aan</strong>de binnen-<br />
en buitenschoolse activiteiten worden bereikt. Ook hebben we gekeken of de gevonden<br />
effecten eveneens na een langere periode (een jaar later) <strong>aan</strong>wezig waren. Maar in plaats van<br />
vooral naar succesfactoren van interventies te zoeken, zullen we in dit eindrapport ook de<br />
<strong>aan</strong>dacht richten op de mogelijke oorzaken van negatieve consequenties van activiteiten. Ons<br />
onderzoek heeft dus twee doelen. Ten eerste wilden we karakteristieken van activiteiten<br />
bepalen die integratie bevorderen en ten tweede wilden we te weten komen hoe men in de<br />
toekomst negatieve gevolgen kan voorkomen. Het onderzoek in dit eindrapport gaat in op<br />
verschillende factoren die ten grondslag liggen <strong>aan</strong> de positieve en de negatieve verandering<br />
in de beeldvorming. Uit de resultaten volgen duidelijke implicaties voor het organiseren van<br />
contacten tussen kinderen van verschillende etnische groepen. Dit hoofdstuk eindigt daarom<br />
met een handreiking voor Arnhemse professionals, met als doel het bevorderen van integratie<br />
door middel van het organiseren van contacten binnen en buiten de school.<br />
Etnische integratie en interetnische beeldvorming onder kinderen en tieners | 11