12.09.2013 Views

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

verbeteren. De buurtveiligheid kan pas ‘duurzaam’ zijn als zij mede tot stand wordt gebracht<br />

door bewoners die zelf sociale controle uitoefenen. Voorwaarde voor duurzame<br />

buurtveiligheid is dat de collectieve weerbaarheid van bewoners wordt versterkt. Daarom<br />

staat in deze evaluatie de vraag centraal in hoeverre de interventies de collectieve<br />

weerbaarheid van bewoners hebben versterkt en daarmee hebben bijgedragen <strong>aan</strong> duurzame<br />

buurtveiligheid.<br />

4.2. Interventies en onderzoeksvragen<br />

In dit hoofdstuk evalueren we vier interventies: ‘buurtpreventie’, ‘politiehuiskamer’,<br />

‘overlasttafel’ en ‘straatwijs’ 9 . Deze interventies zijn door Arnhemse professionals<br />

ontwikkeld en uitgevoerd met bepaalde verwachtingen en bedoelingen. Straatwijs wordt<br />

bijvoorbeeld uitgevoerd met de verwachting dat een straat leefbaarder wordt wanneer ‘met<br />

drang en dwang’ zorg wordt geboden <strong>aan</strong> bewoners wier persoonlijke problemen leiden tot<br />

hinderlijk en overlastgevend gedrag. In een eerdere rapportage hebben wij vastgesteld dat het<br />

niet mogelijk is om bij wijze van een effectevaluatie een gefundeerd antwoord te geven op de<br />

vraag of de interventies ‘werken’ 10 omdat met behulp van beproefde methoden van empirisch<br />

onderzoek niet is uit te maken of gemeten effecten met recht kunnen worden toegeschreven<br />

<strong>aan</strong> het gevoerde beleid – in termen zoals men dat zelf heeft gesteld 11 .<br />

Het is wel mogelijk om bij wijze van een ‘door theorie gestuurde’ evaluatie een<br />

gefundeerd antwoord te geven op de vraag waarom de interventies kunnen werken. Dit wil<br />

zeggen dat we op basis van wetenschappelijke inzichten een eigen hypothese formuleren over<br />

de wijze waarop de interventies de collectieve weerbaarheid van bewoners kunnen versterken<br />

(zie hieronder) en daarmee een bijdrage leveren <strong>aan</strong> duurzame buurtveiligheid. Deze<br />

hypothese wordt vervolgens empirisch getoetst door de interventies nauwgezet in hun<br />

ontwikkeling en uitvoering te volgen (zie paragraaf 4.4).<br />

4.2.1 Versterking van collectieve weerbaarheid<br />

In buurten waar de collectieve weerbaarheid is verzwakt, is het vertrouwen van bewoners<br />

<strong>aan</strong>getast. Om (weer) te komen tot een collectief <strong>weerbare</strong> buurt, moet het vertrouwen worden<br />

teruggewonnen. Lokale instellingen kunnen het vertrouwen van bewoners terugwinnen door<br />

formele sociale controle uit te oefenen op voorvallen van overlast en criminaliteit. In onze<br />

9 Deze interventies zijn mede geselecteerd omdat zij ieder een type veiligheidsinterventie vertegenwoordigen zoals wij die<br />

hebben onderscheiden in de <strong>ISW</strong> uitgave ‘Interventies voor een leefbare wijk’.<br />

10 Om eenduidig antwoord te kunnen geven op de vraag of de interventie ‘werkt’, moet een onbetwistbare causale relatie<br />

worden <strong>aan</strong>getoond tussen de interventie en ‘de criminaliteit’ (Crawford 1998). De kerninterventies voldoen in hun<br />

ontwikkeling en uitvoering simpelweg niet <strong>aan</strong> de benodigde minimale onderzoeksopzet (d.w.z. een quasi-experimentele<br />

opzet). Daarbij leent het onderzoeksveld zich niet voor deze onderzoeksopzet. De sociale realiteit van achterstands<strong>wijken</strong><br />

is geen laboratorium waarin onderzoekers totale controle hebben over de condities waarin wordt geëxperimenteerd,<br />

ongeacht het <strong>aan</strong>tal of de schaal van de experimentele of controle eenheden. Een effectevaluatie heeft bovendien ook<br />

nadelen. Ten eerste remt de vraag of een interventie ‘werkt’ de toepassing van innovatieve interventiestrategieën. Ten<br />

tweede bieden antwoorden op deze vraag onvoldoende houvast voor de interventiepraktijk (Nelen 2008). Zelfs wanneer<br />

is <strong>aan</strong>getoond dat elders een interventie ‘werkt’, biedt dat nog geen garantie voor het slagen van dezelfde interventie in<br />

eigen stad.<br />

11 Zie het rapport ‘<strong>ISW</strong> Arnhem Een evaluatie van interventies 2008-2009’. Interventies worden idealiter ontwikkeld en<br />

uitgevoerd met expliciete veronderstellingen over 1) wat de oorzaken zijn van het veiligheidsprobleem dat moet worden<br />

<strong>aan</strong>gepakt, en 2) waarom de interventie deze oorzaken kan wegnemen of verminderen. Het geheel van deze<br />

veronderstellingen wordt de ‘beleidstheorie’ genoemd. Uit beleidsonderzoek is bekend dat de bouwstenen waarmee een<br />

beleidstheorie wordt opgebouwd, in de praktijk vaak slechts ten dele <strong>aan</strong>wezig zijn. Voor geen enkele van de door ons<br />

geëvalueerde Arnhemse interventies is een beleidstheorie beschikbaar.<br />

Duurzame buurtveiligheid | 71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!