12.09.2013 Views

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.2. Interventies en onderzoeksvragen<br />

Om onze onderzoeksdoelstellingen te bereiken, hebben we in het voorjaar van 2008<br />

activiteiten geïnventariseerd die op dat moment plaatsvonden in de kracht<strong>wijken</strong>. We richtten<br />

ons op interventies die effect zouden kunnen hebben op de houding die kinderen hebben ten<br />

<strong>aan</strong>zien van andere etnische groepen en op de vriendschappen tussen autochtone en<br />

allochtone kinderen. Deze uitkomsten hoefden echter niet expliciet geformuleerd te zijn als<br />

doelen door de uitvoerders van de interventies. Wij verwachtten dat interventies, die <strong>aan</strong><br />

bepaalde eisen voldeden, de integratie van kinderen zouden bevorderen, ook al waren de<br />

interventies niet speciaal hiervoor geïnitieerd. Wij stellen dat integratie vaak een neveneffect<br />

is van activiteiten, waarin kinderen van verschillende etnische groepen elkaar meerdere malen<br />

ontmoeten en samen hun vrije tijd doorbrengen.<br />

Uitgangspunt van ons onderzoek is de door Gordon Allport (1954) geformuleerde<br />

"Contacttheorie". Deze theorie voorspelt dat contact tussen verschillende etnische groepen –<br />

zoals het in Arnhemse activiteiten plaatsvindt – vooroordelen en discriminatie reduceert. Dit<br />

effect zal worden versterkt als de activiteit <strong>aan</strong> een <strong>aan</strong>tal voorwaarden voldoet. Ten eerste<br />

dienen de groepen een gelijke status te hebben. Wanneer bijvoorbeeld een dominante groep<br />

van acht Turkse jongens contact heeft met twee Nederlandse jongens, zal dit niet leiden tot<br />

een afname van vooroordelen. Als een activiteitenbegeleider echter zo’n dominantie weet te<br />

voorkomen kan ook een activiteit met zulk een deelnemersamenstelling slagen. Ten tweede<br />

dienen de groepen gemeenschappelijke doelen na te streven. Het streven naar een succesvol<br />

optreden <strong>aan</strong> het eind van een dansproject zou de kinderen bijvoorbeeld kunnen motiveren om<br />

positief met elkaar om te g<strong>aan</strong>. Ten derde dient er samenwerking tussen de groepen plaats te<br />

vinden, waarbij de groepen afhankelijk van elkaar zijn in het bereiken van het doel. Ten<br />

vierde dient er een autoriteit <strong>aan</strong>wezig te zijn, die de samenwerking bevordert en benadrukt<br />

dat er geen redenen voor negatieve percepties zijn. Een laatste voorwaarde, die niet tot de<br />

hiervoor genoemde Contacttheorie behoort maar wel van belang is, is dat de groepen niet<br />

slechts incidenteel, maar gedurende een langere periode contact hebben onder de genoemde<br />

voorwaarden. Hierdoor ontstaat er voldoende ruimte om elkaar ook op het persoonlijke vlak<br />

te leren kennen en eventueel vriendschappen te sluiten. Als gevolg hiervan kan de negatieve<br />

beeldvorming plaatsmaken voor een positieve beeldvorming ten <strong>aan</strong>zien van andere groepen.<br />

De evaluatie kent twee onderdelen, oftewel kernvragen. In deel 1 richten we ons op het in<br />

kaart brengen van de effecten die deelname <strong>aan</strong> activiteiten in Arnhem had op integratie. Dit<br />

deel is voornamelijk beschrijvend en laat zien hoe succesvol de activiteiten waren in termen<br />

van integratie, op het moment dat ze werden uitgevoerd. De meeste analyses van dit<br />

onderdeel werden vorig jaar al uitgevoerd en de resultaten st<strong>aan</strong> gedetailleerd beschreven in<br />

de <strong>ISW</strong> tussenrapportage 2009 (zie hoofdstuk van Stark et al., 2009). Deel 2 heeft<br />

daarentegen het doel de succes- en faalfactoren van binnen- en buitenschoolse activiteiten te<br />

onderzoeken. Voornamelijk uit dit onderdeel zullen implicaties voor de praktijk af te leiden<br />

zijn.<br />

2.2.1 Deel 1: Slagen de interventies in het bevorderen van integratie?<br />

Om uitspraken over het daadwerkelijke effect van de deelname <strong>aan</strong> een activiteit op integratie<br />

te kunnen doen hebben we op meerdere momenten vragenlijsten onder dezelfde groep<br />

kinderen afgenomen. De effecten kunnen we bepalen door de meningen of het gedrag,<br />

voordat de kinderen <strong>aan</strong> een interventie hebben deelgenomen, te vergelijken met hun mening<br />

of gedrag nadat ze hebben deelgenomen. De veranderingen in mening en gedrag laten zich<br />

toeschrijven <strong>aan</strong> de deelname, als deze verschillen van de mening en het gedrag van de niet-<br />

12 | <strong>Werken</strong> <strong>aan</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>weerbare</strong> <strong>wijken</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!