Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Er best<strong>aan</strong> echter twee problemen bij ons onderzoek naar effecten van contact op activiteiten.<br />
Ten eerste worden er in Arnhem veel activiteiten georganiseerd, waarvan de doelstellingen<br />
zeer dicht bij elkaar liggen. Dit leidt ertoe dat een zuivere effectmeting per interventie<br />
nauwelijks mogelijk is. Om een verandering in de beeldvorming <strong>aan</strong> één specifieke activiteit<br />
toe te schrijven, is bijna onmogelijk. Dit probleem wordt zelfs nog versterkt door het feit dat<br />
veel kinderen <strong>aan</strong> meer dan één activiteit deelnemen. Het is dan onduidelijk door welke<br />
activiteit precies een verandering teweeg is gebracht. Om verkeerde conclusies te voorkomen<br />
is er voor gekozen om de metingen onder een hele grote groep kinderen uit te voeren.<br />
Hierdoor zijn we in staat om representatieve uitspraken over het effect van buiten- en<br />
binnenschoolse activiteiten te doen. Voorts leidt een grote groep respondenten ertoe dat we<br />
ook een grote variatie <strong>aan</strong> activiteiten hebben, waar<strong>aan</strong> de kinderen hebben deelgenomen.<br />
Door onze <strong>aan</strong>pak zijn we uiteindelijk in staat om algemene uitspraken over “typen<br />
interventies” te doen, in plaats van conclusies uit enkele interventies te trekken. Als bepaalde<br />
karakteristieken een rol spelen bij het slagen van een activiteit, zoals bijvoorbeeld de<br />
voorwaarden van de Contacttheorie, moet dit effect hetzelfde zijn voor alle activiteiten die<br />
<strong>aan</strong> deze voorwaarden voldoen.<br />
Deze <strong>aan</strong>pak lost probleem één op, maar leidt tot een tweede probleem. Weliswaar zijn we<br />
in staat om representatieve uitspraken over typen interventies te doen, maar tegelijkertijd<br />
waren we beperkt in de informatie die we over elke activiteit afzonderlijk hebben kunnen<br />
verzamelen. Binnen dit onderzoek was het onmogelijk om gedetailleerde kennis over alle 170<br />
activiteiten in Arnhem in kaart te brengen. Daardoor hadden we een beperkt zicht op de<br />
groepssamenstelling van alle activiteiten en of de activiteiten zich op gezamenlijke interesses<br />
richtten. Daarom is ervoor gekozen om de onderzoeksvragen 6 t/m 8 op een andere manier te<br />
benaderen dan de overige vragen. We maken gebruik van theoretische modellen om vraag 6 te<br />
beantwoorden. Op deze manier kunnen we de professionals een handleiding geven over hoe<br />
ze een activiteit moeten opzetten, die zich op gezamenlijke interesses richt. Voor een<br />
antwoord op de vragen 7 en 8 is het nodig om de deelnemersamenstelling te kennen. In ons<br />
onderzoek kijken we daarom naar schoolklassen en niet naar activiteiten. De samenstelling<br />
van de schoolklassen is bekend en het is dus mogelijk de persoonlijke relaties in kaart te<br />
brengen. Onderzoeksresultaten, die we hier kunnen vinden, geven dan weer inzichten in<br />
succes- en faalfactoren die toepasbaar zijn in de praktijk van buitenschoolse activiteiten.<br />
Daarnaast kunnen bevindingen uit ons onderzoek natuurlijk in scholen worden toegepast.<br />
Gegevens<br />
Om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn unieke data verzameld onder leerlingen,<br />
leraren en activiteitenbegeleiders. Om de ontwikkeling over de tijd in kaart te brengen werden<br />
er op meerdere momenten binnen schoolklassen vragenlijsten afgenomen en heeft de<br />
dataverzameling in twee ronden plaatsgevonden. Ten eerste werden meer dan 750 leerlingen<br />
op drie momenten in het voorlaatste en laatste schooljaar van een <strong>aan</strong>tal basisscholen<br />
benaderd. Het betrof de basisscholen in of <strong>aan</strong> de rand van de vijf kracht<strong>wijken</strong> in Arnhem. 38<br />
klassen van 25 basisscholen in Arnhem hebben hier<strong>aan</strong> meegewerkt. Afname 1 vond plaats<br />
<strong>aan</strong> het eind van groep 7, afname 2 toen de kinderen halverwege groep 8 zaten en afname 3<br />
<strong>aan</strong> het eind van groep 8. Ten tweede werden deze leerlingen gevolgd naar hun middelbare<br />
school om zodoende langdurige ontwikkelingen in kaart te kunnen brengen. Er werden in de<br />
brugklas op drie meetmomenten vragenlijsten afgenomen. Aan dit deel van de studie deden<br />
rond 1350 leerlingen uit 61 klassen van 11 middelbare scholen in Arnhem mee. Van deze<br />
leerlingen maakten er 335 ook deel uit van onze dataverzameling op de basisscholen.<br />
16 | <strong>Werken</strong> <strong>aan</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>weerbare</strong> <strong>wijken</strong>