12.09.2013 Views

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

Werken aan sociaal weerbare wijken - Instituut ISW

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dat buurtpreventie het gezonde wantrouwen in instellingen niet heeft kunnen omvormen tot<br />

een goed vertrouwen.<br />

Verklaring van het gebrek <strong>aan</strong> formele sociale controle<br />

Op basis van bovenst<strong>aan</strong>de bevindingen moeten we concluderen dat buurtpreventie het<br />

gezond wantrouwen van bewoners niet heeft omgevormd tot een goed vertrouwen. De reden<br />

hiervoor is dat buurtpreventie niet of nauwelijks tot de uitoefening van formele sociale<br />

controle op voorvallen van sociale overlast en criminaliteit heeft geleid. In de loop der jaren<br />

wordt namelijk niet meer vold<strong>aan</strong> <strong>aan</strong> twee noodzakelijke voorwaarden voor het uitoefenen<br />

van formele sociale controle (waar bij <strong>aan</strong>vang van het project wel <strong>aan</strong> was vold<strong>aan</strong>). In de<br />

eerste plaats moet de politie onderkennen dat zijzelf ‘<strong>aan</strong> zet is’ omdat bewoners geen of<br />

slechts ineffectieve informele sociale controle uitoefenen. In de tweede plaats moeten<br />

wijkagenten en straatcoördinatoren elkaar kunnen vertrouwen willen de wijkagenten formele<br />

sociale controle uitoefenen.<br />

Aanvankelijk is <strong>aan</strong> de eerste voorwaarde vold<strong>aan</strong>: buurtpreventie start omdat de<br />

ervaring leert dat bewoners niets durven of kunnen doen <strong>aan</strong> de voorvallen die in hun buurt<br />

plaatsvinden. Door zich te committeren <strong>aan</strong> buurtpreventie onderkennen lokale instellingen<br />

dus dat zij <strong>aan</strong> zet zijn door – met behulp van de informatie waar de straatcoördinatoren hen<br />

in voorzien – op te treden tegen overlastgevend en crimineel gedrag. In de loop der jaren<br />

ontstaat er een meningsverschil tussen straatcoördinatoren en professionals over de noodzaak<br />

en het nut van buurtpreventie. De straatcoördinatoren achten buurtpreventie nog steeds<br />

noodzakelijk om te voorkomen dat overlast en criminaliteit terugkeren. De politie is van<br />

mening dat buurtpreventie ‘door de actualiteit is ingehaald’ omdat het veiligheidsprobleem<br />

dat de <strong>aan</strong>leiding vormde voor dit project, tegenwoordig (in 2010) niet meer <strong>aan</strong> de orde is.<br />

Met de recente sloop (vanaf 2007) van flats waarin meerdere drugsdealers woonden, is de<br />

overlast van verslaafden en de inbraken door verslaafden sterk afgenomen. De wijkagenten<br />

zien echter dat andere problemen van veiligheid nog steeds best<strong>aan</strong>, maar dat de acties van<br />

buurtpreventie daar nu juist amper op zijn gericht. Zij vinden namelijk dat de<br />

straatcoördinatoren zich te weinig bezig houden met het melden van overlast en criminaliteit<br />

en zich teveel bezighouden met het organiseren van buurtactiviteiten. De straatcoördinatoren<br />

zijn daarentegen van mening dat straatfeesten er<strong>aan</strong> bijdragen dat bewoners weer ‘meer met<br />

elkaar g<strong>aan</strong> doen’, waardoor zij elkaar ook makkelijker zullen <strong>aan</strong>spreken op overlastgevend<br />

gedrag. De uitoefening van informele sociale controle op voorvallen van criminaliteit en<br />

overlast vinden zij dus (net als de politie) nodig. Over de manier waarop dat bereikt moet<br />

worden, verschillen zij echter van mening.<br />

Aanvankelijk is ook <strong>aan</strong> de tweede voorwaarde vold<strong>aan</strong>: ondanks de ervaring dat de politie er<br />

tot dan toe niet in is geslaagd het probleem van drugsoverlast en inbraken effectief <strong>aan</strong> te<br />

pakken, verwachten de deelnemers (bewoners en professionals) dat zij dat in nauwe<br />

samenwerking met elkaar wel kunnen bereiken. Dat de straatcoördinatoren bereid zijn om in<br />

samenwerking met de politie de buurt ‘leefbaar en veilig’ te maken, en dat de meerderheid<br />

van de buurt positief is over de invoering van buurtpreventie 24 , getuigt van een goed<br />

vertrouwen in de politie. Concreet verwachten de straatcoördinatoren dat de wijkagent op<br />

basis van hun meldingen effectieve formele sociale controle zal uitoefenen. Deze<br />

verwachtingen zijn niet gebaseerd op eigen ervaringen maar op verhalen over succesvolle<br />

24 In 1997 is een enquête onder de bewoners verspreid om het draagvlak voor de invoering van buurtpreventie te<br />

onderzoeken. Van de 355 verspreide formulieren werden er 304 ingevuld. 268 huishoudens (88%) willen graag dat<br />

buurtpreventie wordt ingevoerd.<br />

84 | <strong>Werken</strong> <strong>aan</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>weerbare</strong> <strong>wijken</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!