25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 11<br />

werking van de verbintenis houdt onmiddellijk op. (*1) Om dit in te zien, wijzigt men<br />

het voorbeeld van zo-even als volgt dat ik u mijn paard beloof, onder de ontbindende<br />

voorwaarde dat een willekeurige persoon een cirkel kan tekenen waarvan de omtrek<br />

gelijk is aan zijn straal ×2pi.<br />

13 Hoe zit het vervolgens met een opschortende onmogelijke voorwaarde? ‘Ik beloof<br />

u mijn paard, als u een vierkante cirkel tekent’. Een zodanige verbintenis bindt<br />

me in werkelijkheid niet (*2), of komt andermaal neer op een nogal flauw logisch<br />

spelletje. Artikel 1172 B.W. vertolkt deze idee nogal onprecies. Artikel 1173 B.W.<br />

voegt daar, onhandig, aan toe dat de verbintenis, aangegaan onder de voorwaarde om<br />

iets niet te doen wat onmogelijk is, niet nietig is. (*3) Als ik u mijn paard beloof te<br />

geven, op voorwaarde dat ik geen vierkante cirkel teken, beloof ik u mijn paard actueel<br />

en onvoorwaardelijk, omdat ik nooit of te nimmer een vierkante cirkel zal kunnen<br />

tekenen, en er me dus steeds van zal onthouden om een vierkante cirkel te tekenen.<br />

Wat de belofte ‘ik beloof u mijn paard, als ik in 2150 nog leef’ betreft, kan worden<br />

opgemerkt dat de vervulling van deze voorwaarde, op basis van de huidige wetenschappelijke<br />

verworvenheden, reeds op het ogenblik van mijn belofte onmogelijk is.<br />

Toch zou men de eruit voortvloeiende verbintenis eventueel vanuit een erg optimistisch<br />

perspectief kunnen beschouwen als een verbintenis onder uitdovende, onbepaalde<br />

tijdsbepaling. (*4) In 2150 – of spijtig genoeg veel vroeger – zal immers blijken<br />

dat ik maar al te sterfelijk ben.<br />

En wat te denken ten slotte van de ontbindende onmogelijke voorwaarde? Een verbintenis<br />

onder een zodanige voorwaarde kan haar werking niet verliezen, en verbindt<br />

dus onvoorwaardelijk de schuldenaar. (*5) Men denke aan ‘ik beloof u mijn paard,<br />

onder de ontbindende voorwaarde dat u een vierkante cirkel tekent’, – wat u op geen<br />

enkel ogenblik kan. Anderzijds kan ik u mijn paard beloven, onder de ontbindende<br />

voorwaarde dat u de zee leeg drinkt (mijn paard houdt immers erg van de zee). Naar<br />

omstandigheden kan men de uit deze laatste belofte voortvloeiende verbintenis be-<br />

(*1) In dit geval komt geen verbintenis tot stand omdat de verbintenisscheppende overeenkomst door het noodzakelijk te<br />

noemen feit tegelijk als liberatoire overeenkomst de verbintenis opheft (J.D.A. DEN TONKELAAR, o.c., 44).<br />

(*2) BRUNNER-DE JONG, o.c., 53, nr. 67; ‘Geen uitdrukkelijk voorschrift is nodig om te bepalen, dat wanneer iemand<br />

een recht is toegekend onder een opschortende voorwaarde die nimmer vervuld kan worden, dit gelijk is aan het geheel<br />

niet toekennen van een recht’ (E.M. MEIJERS, Toelichting bij een Ontwerp voor een Nieuw Burgerlijk Wetboek (boek<br />

1-4), Den Haag, 1954, 188 (bij art. <strong>3.</strong>2.5).<br />

(*3) ‘C’est une puérilité superflue. Elle ne rend donc pas nulle l’obligation’ (H. DE PAGE, o.c., I, nr. 156, B); vgl.<br />

F. LAURENT, Principes de droit civil, Brussel-Parijs, 1875, XVII, nr. 39: ‘Quand les parties traitent sous une condition<br />

impossible, elles n’entendent pas traiter sérieusement, elles font un badinage, et vraiment les auteurs ont tort de s’occuper<br />

de ces mauvaises plaisanteries’; ‘[Geen uitdrukkelijk voorschrift is nodig om te bepalen] dat, wanneer iemand een recht is<br />

toegekend onder een ontbindende voorwaarde, die nimmer vervuld kan worden, dit gelijk is aan een onaantastbaar toekennen<br />

van dit recht’ (E.M. MEIJERS, o.c., 188-189).<br />

(*4) Vgl. supra, nr. 11. Zie voor één en ander: ASSER-HARTKAMP, o.c., I, nrs. 162-163; vgl. O. MILHAC, o.c., 27-29,<br />

nrs. 78-84.<br />

(*5) BRUNNER-DE JONG, o.c., 53, nr. 67.<br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!