25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 15<br />

kwalificeerd, maar beschouwde deze koop-verkoop bovendien als voorwaardelijk.<br />

(*1) De verplichting om de koopsom te betalen maakt evenwel een essentieel<br />

element uit van de koop-verkoop; zonder een zodanige verplichting is er van een<br />

koop-verkoop geen sprake, maar b.v. van een ruil of schenking.<br />

Meer in het algemeen onderstelt elke wederkerige overeenkomst, per definitie, een<br />

verbintenis van beide partijen; een verbintenis van de ene partij waartegenover geen<br />

verbintenis van de wederpartij staat, is nog geen volmaakte wederkerige overeenkomst.<br />

(*2) Correlatief kan een constitutief of per definitie noodzakelijk element van<br />

een rechtshandeling niet als voorwaarde van de uit deze rechtshandeling voortvloeiende<br />

rechten of verbintenissen fungeren.<br />

20 Het beginsel moge eenvoudig zijn, maar de rechtspraak leert dat het onderscheid<br />

tussen een constitutief element en een voorwaarde soms delicaat is, en voor discussie<br />

vatbaar. Zo kan een onroerend goed worden verkocht onder de opschortende voorwaarde<br />

dat de hoedanigheid van eigenaar van het verkochte goed ten voordele van de<br />

verkoper door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis zal worden bevestigd, in een<br />

geding waarbij als eiser een derde fungeert en als verweerder de verkoper. (*3) Weliswaar<br />

maakt de hoedanigheid van eigenaar, in de persoon van de verkoper, een constitutief<br />

bestanddeel van de koopovereenkomst uit (*4), zodat deze hoedanigheid normaal<br />

niet als voorwaarde kan doorgaan. Maar in dit geval was het in kracht van<br />

gewijsde gaan van het vonnis, waarbij deze hoedanigheid, ten gevolge van het gezag<br />

van gewijsde, juridisch onomstootbaar zou vaststaan, als voorwaarde gesteld. En dit<br />

vonnis was extrinsiek ten aanzien van de koopovereenkomst.<br />

(*1) ‘Attendu que la convention ci-dessus rappelée apparaît comme une vente [...] sous condition suspensive; qu’en effet,<br />

une partie s’engage à céder la propriété de la machine litigieuse si le prix lui en est payé, mais en reste propriétaire avant<br />

la réalisation de cette condition, et l’autre partie s’oblige à payer le prix dans tel délai déterminé’ (Pas. 1933,I, 104).<br />

Volgens procureur-generaal P. LECLERCQ (gecit. concl.) was de redenering van het bestreden arrest volkomen incoherent:<br />

‘Suivant le juge du fond, la condition suspensive consisterait dans l’exécution par l’acheteur de l’obligation qui lui<br />

incombait, en vertu de la vente, de payer intégralement le prix. C’est là une impossibilité.<br />

Si, en effet, la vente est sous condition suspensive, l’acheteur n’a pas l’obligation de payer le prix, puisqu’il n’y a pas<br />

vente. La condition consisterait dans l’exécution d’une obligation qui ne peut exister. Il yaimpossibilité à ce que, dans un<br />

contrat synallagmatique, l’obligation pour l’une des parties d’accomplir ses engagements soit la condition suspensive sous<br />

laquelle le contrat est passé; il n’y aura en effet jamais de contrat, puisque le contrat n’existe pas tant que l’obligation qui<br />

incombe à la partie ne sera pas exécutée et que l’obligation ne peut être exécutée tant que le contrat est en suspens’.<br />

(*2) Zie o.m. Gent 28 maart 1968, R.G.A.R. 1969, 8327; Rb. Antwerpen 7 januari 1982, R.W. 1984-85, 678; Rb. Tongeren<br />

28 september 1990, Rec. gén. enr. not. 1991, 113; Antwerpen 25 mei 1998, A.J.T. 1999-00, 197.<br />

(*3) Rb. Luik 14 april 1995, Rec. gén. enr. not. 1996, 18, nr. 24.557. De rechterlijke uitspraak had in dit geval declaratieve<br />

werking; daarom zou men ook, m.i. ten onrechte (zie supra, nr. 7) kunnen argumenteren dat de ‘voorwaarde’ geen<br />

toekomstige gebeurtenis was.<br />

(*4) Art. 1599 B.W.; H. DE PAGE, o.c., IV, 3de uitg., Brussel, 1974, 61-65, nr. 32, c.<br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!