25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 59<br />

neerleggen, voorzover diens oordeel met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid<br />

werd gevormd en de grenzen van de redelijkheid niet overschrijdt. (*1) Indien<br />

de privédetective, in het gegeven voorbeeld, het maandinkomen van de huurder (en<br />

eventueel van zijn partner), zijn uitgavenpatroon en de samenstelling van zijn gezin<br />

en zijn vermogen heeft meegedeeld, alsmede zijn beroep en eventueel dit van zijn<br />

levenspartner, en een en ander kan staven met bewijzen, zou de verhuurder die deze<br />

gegevens onvoldoende acht, in strijd met de goede trouw handelen. De verhuurder<br />

kan dus niet willekeurig de bevindingen van de detective als onvoldoende en als irrelevant<br />

van de hand wijzen; de detective moet die gegevens vermelden die voor een<br />

normaal voorzichtig en oppassend verhuurder voldoende zijn om de solvabiliteit van<br />

de huurder te beoordelen.<br />

87 In een verkoop op proeving (ad gustum) (art. 1587 B.W.) is er geen verkoop,<br />

zolang de koper de te proeven goederen niet heeft geproefd en aanvaard. Men analyseert<br />

deze zgn. verkoop meestal als een eenzijdige verkoopbelofte, waaraan nog een<br />

constitutief element van de koop ontbreekt, nl. de instemming van de koper. (*2) Aldus<br />

gezien, is er van een voorwaarde, laat staan een louter potestatieve voorwaarde<br />

geen sprake. De koper op proeving moet de ‘aangekochte’ goederen (wijn b.v.) proeven,<br />

en moet dan beslissen of hij al dan niet wenst te kopen.<br />

Eventueel – maar minder orthodox (zie supra, nr. 34) – zou men de verkoopverbintenis<br />

van de verkoper kunnen beschouwen als afhankelijk van een voorwaarde,<br />

die dan inderdaad (behoudens andersluidende bedoeling van de partijen) (*3) louter<br />

potestatief zou zijn. De potestativiteit ligt bovendien langs de zijde van de schuldenaar<br />

van de prijs, de koper; maar mag niet tot misbruik van recht leiden. (*4)<br />

Een verkoop op proef (art. 1588 B.W.) wordt daarentegen in de regel gesloten onder<br />

de opschortende voorwaarde dat de proef een positief resultaat zal opleveren. Dit<br />

laatste is een objectief feit, dat eventueel door een deskundige kan worden vastgesteld.<br />

De koper is dus voorwaardelijk gebonden, omdat hij het intreden van de voorwaarde<br />

niet kan beïnvloeden. Een en ander onderstelt evenwel dat de criteria waaraan het<br />

verkochte goed moet beantwoorden van tevoren zijn vastgesteld, en van objectieve<br />

aard zijn: deze wagen kan b.v. een snelheid halen van 130 km per uur; hij verbruikt<br />

weinig (?) benzine (dit zou beter cijfermatig gepreciseerd worden); en hij biedt zitcomfort<br />

(ook dit laatste criterium zou beter worden geobjectiveerd: ruimte voor minimum<br />

vier personen van hoogstens 2 m lang en 1 m breed, enz.). (*5)<br />

(*1) Vgl. ASSER-HARTHAMP, o.c., nr. 168.<br />

(*2) H. DE PAGE, o.c., IV, uitg. 1975, nrs. 258 e.v.<br />

(*3) H. DE PAGE, o.c., IV, nr. 261.<br />

(*4) J. GHESTIN, Traité de droit civil. Les obligations. Le contrat: formation, Parijs, 1988, 271, nr. 241; J. GHESTIN en<br />

B. DESCHé, La vente, Parijs, 1990, 631, nr. 564, noot 47. Als men deze laatste restrictie aanbrengt, zal men de ‘voorwaarde’<br />

eerder als eenvoudig potestatief beschouwen.<br />

(*5) H. DE PAGE, o.c., IV, nr. 25<strong>3.</strong><br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!