Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 121<br />
178 Zoals reeds gezegd en zoals uitdrukkelijk bepaald in artikel 1179 B.W., werkt<br />
de vervulde voorwaarde terug tot op de dag waarop de verbintenis is aangegaan. Indien<br />
A derhalve zijn huis te Brussel aan B verkoopt op 1 januari 2005, onder de opschortende<br />
voorwaarde dat B aldaar tot rechter wordt benoemd, en wanneer deze<br />
voorwaarde op 30 april 2005 in vervulling gaat (doordat B, met ingang van die datum,<br />
effectief tot rechter in Brussel wordt benoemd), dan wordt de overeenkomst geacht<br />
op 1 januari 2005 onvoorwaardelijk te zijn aangegaan en wordt B vanaf die datum<br />
als eigenaar van het huis beschouwd. De wachttijd wordt uitgewist en alles wordt<br />
geregeld alsof B vanaf 1 januari 2005 eigenaar was.<br />
179 Vooraleer in te gaan op de terugwerkende kracht van de voorwaarde, past het<br />
vooraf de juridische regeling te schetsen, zoals die er, na de vervulling van de opschortende<br />
voorwaarde, uitziet. Gemakshalve, maar ook gelet op artikel 1179 B.W.<br />
dat met zoveel woorden de terugwerkende kracht voorschrijft, zullen deze rechtsgevolgen<br />
van de vervulling van de voorwaarde worden voorgesteld ofwel als een toepassing<br />
van de retroactiviteit ofwel als een uitzondering erop.<br />
1. De terugwerkende kracht van de vervulde voorwaarde<br />
180 Vermelden we allereerst enkele regels die we reeds ontmoetten bij de bespreking<br />
van het recht van de voorwaardelijke schuldeiser op de normale vervulling van<br />
de voorwaarde en die dus evengoed, zo niet beter kunnen worden verklaard door diens<br />
actueel recht op de ‘natuurlijke’ vervulling van de voorwaarde.<br />
Men herinnere zich immers hoe de schuldeiser zijn eventueel recht aan derden kan<br />
overdragen en hoe het op zijn erfgenamen overgaat. Men herinnere zich eveneens hoe<br />
het recht van de schuldeiser tijdens de wachttijd reeds kan worden beschermd door<br />
een hypotheek die rang inneemt op de dag van haar inschrijving (en dus niet op de<br />
dag waarop de voorwaarde in vervulling gaat). Men herinnere zich ten slotte dat, bij<br />
een wetswijziging tijdens de wachttijd, de voorwaardelijke rechtshandeling wordt beheerst<br />
door de wet ten tijde van het stellen van de rechtshandeling, tenzij de nieuwe<br />
wet terugwerkende kracht heeft. (*1)<br />
181 Anderzijds maakt de terugwerkende kracht van de vervulde voorwaarde het<br />
mogelijk uit te leggen dat de uitvoeringshandelingen, waartoe de voorwaardelijke<br />
schuldeiser vóór het in vervulling gaan van de voorwaarde overging, na haar vervulling<br />
gevalideerd worden. Dit is, zo zal men zich herinneren (nr. 161), het geval voor<br />
de pauliaanse rechtsvordering: zelfs indien men de mening is toegedaan dat de voorwaardelijke<br />
schuldeiser die niet kan instellen tijdens de wachttijd, staat niets haar gel-<br />
(*1) H. DE PAGE, o.c., I, nr. 166, 1° en 3° beschouwt de tweede en derde van deze regels nochtans als een toepassing<br />
van de terugwerkende kracht. En POTHIER (Traité des Obligations, éd. BUGNET, II, 105, nr. 220-21), die de opstellers<br />
van de Code inspireerde bij de redactie van art. 1179, verklaarde aldus de overdraagbaarheid van het voorwaardelijk recht.<br />
Bijzondere overeenkomsten<br />
OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)