Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VOORWAARDE – 72<br />
<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />
kenschap. Volledig geoorloofd daarentegen is mijn belofte u iets te geven, als ik mezelf<br />
bedrink; die belofte heeft immers tot bedoeling me van dronkenschap af te houden.<br />
De belofte om iemands salaris te verhogen of hem te bevorderen zodat hij meer<br />
gaat verdienen, op voorwaarde dat hij tot een bepaalde politieke of ideologische groepering<br />
toetreedt, is in de regel ongeoorloofd. De Grondwet vrijwaart immers eenieders<br />
vrijheid van mening. Als ik echter aan iemand iets beloof, op voorwaarde dat hij zich<br />
uit een bepaalde geloofsgemeenschap of sekte terugtrekt, teneinde hem aldus te vrijwaren<br />
tegen de economische nadelen die een dergelijke principieel genomen stap kan<br />
meebrengen, is deze voorwaarde volkomen rechtsgeldig.<br />
In het eerste voorbeeld – de politieke benoemingen en bevorderingen – is het de<br />
bedoeling het gedrag en de (schijnbare) opvatting van de schuldeiser te beïnvloeden.<br />
In het tweede voorbeeld – het zich terugtrekken uit een bepaalde geloofsgemeenschap<br />
– strekt de belofte er niet toe de gedraging of de mening van de schuldeiser te beïnvloeden;<br />
ze vrijwaart hem enkel tegen de represailles (broodroof), die de sekteleden<br />
tegen hem zouden kunnen uitoefenen, en stelt hem dus in staat, in volle vrijheid en<br />
zonder represailles te moeten vrezen, een beslissing te nemen.<br />
102 Voor negatieve voorwaarden – mits u zich onthoudt van een bepaalde handeling<br />
– gelden dezelfde beginselen. (*1) Als A voor zichzelf van B 1000 bedingt, voorzover<br />
hij (A) er zich van onthoudt B’s dochter te verkrachten, perst A in feite B af:<br />
dreiging met een misdrijf loont dan, wat maatschappelijk volledig onacceptabel is.<br />
Als A echter de van kwaad naar erger evoluerende B een uitkering tot onderhoud<br />
belooft, indien hij gedurende twee jaar geen enkel misdrijf pleegt, zal niemand in die<br />
voorwaarde graten zien. Het is thans immers A’s bedoeling om B naar het pad der<br />
deugdzaamheid terug te voeren.<br />
103 Er dient echter te worden opgemerkt dat bij een voorwaarde een bepaalde fundamentele<br />
vrijheid niet (of enkel in een door de belover gewenste zin) uit te oefenen,<br />
de voorwaarde slechts ongeoorloofd is, als vaststaat dat de belover de keuzevrijheid<br />
van de begunstigde in een bepaalde zin wilde beïnvloeden. Irrelevant is het feit dat de<br />
begiftigde zich niettemin, tegen de bedoeling van de belover in, door de voorwaarde<br />
in de uitoefening van zijn fundamenteel recht of vrijheid gehinderd voelde. (*2)<br />
In de zgn. objectieve benadering gaat men er daarentegen van uit dat alle voorwaarden,<br />
van aard om druk uit te oefenen op de begiftigde, ongeoorloofd zijn, ongeacht<br />
of de belover daadwerkelijk druk wilde uitoefenen. Deze benadering biedt een<br />
(*1) ASSER-HARTKAMP, o.c., IV-1, nr. 165.<br />
(*2) R. DILLEMANS, M. PUELINCKX-COENE en W. PINTENS, ‘Overzicht van rechtspraak. Schenkingen en Testamenten’,<br />
T.P.R. 1985, 554-555, nr. 15.<br />
OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers