Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 129<br />
194 Bij gedeeltelijk tenietgaan van de zaak buiten de schuld van de schuldenaar,<br />
laat artikel 1182, derde lid B.W. aan de schuldeiser de keuze. Hij kan de verbintenis<br />
ofwel teniet doen, ofwel de zaak eisen in de staat waarin ze zich bevindt, evenwel<br />
zonder prijsvermindering. Toepassing van de retroactieve werking van de vervulde<br />
voorwaarde zou ertoe leiden dat de koper de aan de zaak berokkende beschadigingen<br />
voor lief moet nemen.<br />
Bijna altijd zal de koper voor de ontbinding kiezen, tenzij de verkochte zaak intussen<br />
in die mate in waarde zou zijn gestegen dat de waardestijging hoger uitvalt dan<br />
de waardedaling, voortvloeiend uit de beschadiging. Kiest de koper voor het behoud<br />
van de overeenkomst, dan is hij de volledige koopsom verschuldigd. De regeling van<br />
artikel 1182, derde lid B.W. legt het risico derhalve, in feite, bij de verkoper. (*1)<br />
De regel van artikel 1182, derde lid B.W. werd door de doctrine betwist. Omdat de<br />
verschuldigde zaak nog bestaat, zij het in beschadigde vorm, heeft de verbintenis tot<br />
levering nog een voorwerp. Logischerwijze moet de vervulling van de voorwaarde tot<br />
gevolg hebben dat de zaak moet worden geleverd in de staat waarin ze zich bevindt<br />
en dat het risico wordt gedragen door de voorwaardelijke verkrijger. ‘De beschadiging<br />
der zaak neemt het voorwerp van het contract niet weg, en men kan derhalve<br />
niet beweren dat bij gemis aan dit voorwerp, de overeenkomst niet tot stand kon komen.<br />
Daarenboven geniet de voorwaardelijke schuldeiser hier al de goede kansen van<br />
waardevermeerderingen en aanwas, zonder enigszins de kwade kansen der beschadiging<br />
te moeten dragen’. (*2)<br />
195 Als de zaak ten slotte tijdens de wachttijd deels tenietgaat door de fout van de<br />
vervreemder, is hij aansprakelijk voor het veroorzaakte verlies. De schuldeiser, de<br />
voorwaardelijke verkrijger, heeft dan het recht om ofwel de verbintenis teniet te doen,<br />
ofwel om de zaak te eisen in de staat waarin ze zich bevindt. In beide gevallen kan hij<br />
echter nog bijkomende schadeloosstelling vorderen. Kiest hij voor het behoud van de<br />
overeenkomst, dan neemt de bijkomende schadeloosstelling de vorm aan van een<br />
prijsvermindering. Artikel 1182, vierde lid B.W. vormt overigens slechts een toepassing<br />
van artikel 1184 B.W. (*3)<br />
d. Verjaring van voorwaardelijke rechten<br />
196 Er werd reeds betoogd dat de verjaring tegen de voorwaardelijke schuldeiser<br />
pas begint te lopen vanaf het in vervulling gaan van de voorwaarde (art. 2257 B.W.).<br />
(*1) G. BAUDRY-LACANTINERIE en L. BARDE, o.c., 67, nr. 854; M. PLANIOL en G. RIPERT, o.c., VII, 2e uitg.,<br />
399, nr. 104<strong>3.</strong><br />
(*2) A. KLUYSKENS, o.c., 130, nr. 108,2°; vgl. BAUDRY-LACANTINERIE en L. BARDE, o.c., 67-69, nr. 854; AUBRY<br />
en RAU, o.c., IV, 6e uitg., § 302, blz. 108-109.<br />
Anderen zijn van mening dat het logischer ware geweest de overeenkomst te behouden, maar de koopsom evenredig te<br />
verminderen (H. EYGOUT, o.c., 262, nr. 380; ASSER-RUTTEN, Verbintenissenrecht. De verbintenis in het algemeen,<br />
Zwolle, 1978, 141).<br />
(*3) A. KLUYSKENS, o.c., 131, nr. 108,3°; G. BAUDRY-LACANTINERIE en L. BARDE, o.c., 71, nr. 860.<br />
Bijzondere overeenkomsten<br />
OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)