25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 149<br />

d’éventualité heureuse, la libre jouissance de la chose ou du droit, et diminuer en conséquence,<br />

dans cette même mesure, le droit dont l’exercice est laissé au débiteur’. (*1)<br />

230 Men zou er ook kunnen aan denken elk vraagstuk op zijn eigen merites te beoordelen<br />

en zich af te vragen of het, voor het vraagstuk in kwestie, wenselijk is de<br />

voorwaarde te laten terugwerken.<br />

Zo kan men zich afvragen wie het slachtoffer van de instorting van een gebouw<br />

moet aanspreken op basis van artikel 1386 B.W. (*2) Enerzijds wordt geleerd dat de<br />

aansprakelijkheid van artikel 1386 B.W. op de eigenaar rust, ook al heeft hij noch de<br />

bewaring noch het bezit van het gebouw en al heeft hij dit verhuurd of in erfpacht<br />

gegeven. Dat een derde het vruchtgebruik van het gebouw heeft, staat de aansprakelijkheid<br />

van de blote eigenaar niet in de weg. (*3) Maar wanneer een huurder anderzijds,<br />

tijdens de duur van de huurovereenkomst, gebouwen opricht op de grond die<br />

hij huurt, wordt de verhuurder weliswaar door natrekking eigenaar van deze gebouwen.<br />

Maar de natrekking doet zich pas bij het einde van het huurcontract voor. (*4)<br />

Als het door de huurder opgerichte gebouw derhalve instort vóór het einde van het<br />

huurcontract, moet het slachtoffer zich wenden tot de huurder. (*5) In de eerste reeks<br />

beschouwingen zou men een argument kunnen vinden om de definitieve eigenaar<br />

aansprakelijk te stellen. De regeling inzake de huurder die, tijdens de duur van de<br />

huur, eigenaar is van het gebouw, zou er daarentegen voor kunnen pleiten om de<br />

voorlopige eigenaar als aansprakelijk te beschouwen.<br />

De meerderheid van de doctrine blijkt de definitieve eigenaar aansprakelijk te stellen<br />

en roept daartoe de terugwerkende kracht van de voorwaarde in. (*6)<br />

Is het echter wel raadzaam om de retroactiviteit van de vervulde voorwaarde te<br />

hanteren als een ‘blind hakmes’ dat het eigendomsrecht van de definitieve eigenaar<br />

automatisch en in alle omstandigheden doet aanvangen vanaf de dag van de voorwaardelijke<br />

rechtshandeling? Men zou immers evengoed kunnen volhouden dat artikel<br />

1386 B.W., voor de bepaling van de aansprakelijke eigenaar, een uitzondering<br />

vormt op de regel van de retroactiviteit. De waarheid is dat de terugwerkende kracht<br />

van de voorwaarde helemaal niet dient om bij de instorting van een gebouw het<br />

(*1) H. DE PAGE, o.c., I, 252, nr. 168, 2°.<br />

(*2) Zie daarover H. DE PAGE, o.c., II, uitg. 1964, nr. 998,3°; R.O. DALCQ, Traité de la responsabilité civile, I, Brussel,<br />

1967, 722, nr. 2278; H. en L. MAZEAUD en A. TUNC, Traité théorique et pratique de la responsabilité civile, II, 5e<br />

uitg., Parijs, 1958, 27, nr. 1033; L. CORNELIS, Beginselen van het Belgisch buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht,<br />

I, De onrechtmatige daad, Antwerpen-Brussel, 1989, 657, nr. 410.<br />

(*3) R.O. DALCQ, o.c., nrs. 2268-2279; H. <strong>VAN</strong>DENBERGHE e.a., ‘Overzicht van rechtspraak. Onrechtmatige daad’,<br />

T.P.R. 2000, 1784-1786, nr. 9<strong>3.</strong><br />

(*4) H. DE PAGE, o.c., IV, uitg. 1972, nr. 689; zie hoger, nr. 32, noot 2.<br />

(*5) Vgl. Cass. 16 juni 1995, Arr. Cass. 1995, 621, met concl. Adv. Gen. BRESSELEERS, R.W. 1996-97, 1428.<br />

(*6) Zie de in noot 2 geciteerde doctrine. DALCQ, l. c. leert dat de voorlopige eigenaar door het slachtoffer aansprakelijk<br />

kan worden gesteld, maar dat die desgevallend nadien een verhaal kan uitoefenen tegen de definitieve eigenaar, als blijkt<br />

dat de voorwaarde zich heeft voorgedaan. H. DE PAGE, (o.c. II, uitg. 1962, 1034, nr. 999) merkt echter op: ‘Cette solution<br />

est logique dans le système de la rétroactivité de la condition; c’est ce système lui-même qui, peut-être, est excessif’.<br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!