25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 99<br />

toesteken, of, beter gezegd, komt dwarsbomen, zodat de als voorwaarde gestelde toekomstige<br />

en onzekere gebeurtenis zich inderdaad niet voordoet, speelt zij vals en laat<br />

ze de zaken niet op hun beloop. Het is tegen zulke valsspelers dat artikel 1178 B.W.<br />

optreedt.<br />

Meteen is ook duidelijk dat artikel 1178 B.W. slechts een uitvloeisel is van de plicht<br />

om de gesloten overeenkomsten te goeder trouw uit te voeren. Door het inlassen van<br />

de voorwaarde hebben de partijen hun lot toevertrouwd aan het toeval en aan het normaal<br />

verloop der gebeurtenissen. Het is dan ook slechts redelijk en correct als ze die<br />

normale loop der dingen eerbiedigen, en de dingen niet naar hun hand zetten.<br />

In die zin vult artikel 1178 B.W. artikel 1174 B.W. aan. Dit laatste artikel 1174<br />

vermijdt dat de schuldeiser volledig aan de willekeur van de schuldenaar zou overgeleverd<br />

zijn. Artikel 1178 B.W. verzekert van zijn kant dat de rechten en de plichten<br />

van de partijen werkelijk van het toeval afhangen en niet van kunstmatig door de<br />

schuldenaar opgezette situaties, waarin de voorwaarde die normalerwijze zou intreden,<br />

juist uitblijft door het toedoen van de voorwaardelijk verbondene. ‘Le contrôle<br />

de l’exécution de la condition (art. 1178) prend ainsi le relais de celui de sa licéité<br />

originaire (art. 1174): plutôt que d’annuler l’obligation sous condition potestative, les<br />

tribunaux préfèrent souvent contrôler le comportement du débiteur dans la mise en<br />

oeuvre de cette condition. Un mouvement général pousse à délaisser la nullité, au<br />

profit de la responsabilité dans l’exécution’. (*1) Wellicht kan deze evolutie inderdaad<br />

hierdoor worden verklaard dat toepassing van artikel 1178 B.W. tot de nakoming van<br />

de verbintenis leidt, terwijl artikel 1174 B.W. daarentegen tot haar nietigheid leidt.<br />

146 Een overheidsbedrijf schakelt b.v. een headhuntersbureau in omdat het dringend<br />

behoefte heeft aan gekwalificeerde juristen. Er wordt afgesproken dat het bureau aanspraak<br />

kan maken op een vergoeding of commissie, wanneer een gerekruteerde kandidaat<br />

met succes een stage in de onderneming doorloopt. Het headhuntersbureau stelt<br />

ene X voor, maar die krijgt niet eens de kans om haar deskundigheid te bewijzen,<br />

omdat ze zelfs niet tot de stage wordt toegelaten. De onderneming, schuldenaar van<br />

de rekruteringscommissie, heeft zelf de vervulling van de voorwaarde verhinderd.<br />

Deze voorwaarde wordt derhalve geacht te zijn vervuld. (*2)<br />

(*1) Ph. MALAURIE en L. AYNÈS, Cours de droit civil, VI,Les obligations, vol. 3, Le régime général, Parijs, 2001,<br />

135, nr. 188.<br />

(*2) Voorbeeld, geïnspireerd door Versailles 3 maart 1988, J.C.P. 1988, II, 21132, met noot ESTOUP; vgl. Brussel 12 juli<br />

1905, Pas. 1906, II, 76.<br />

Zie ook Rb. Charleroi 24 september 1958, J.T. 1959, 170: A verkoopt aan B een pikdorsmachine voor 100.000 BEF,<br />

waarvan 75.000 onmiddellijk wordt betaald en het saldo of 25.000 BEF, betaalbaar werd gesteld bij de doorverkoop van<br />

de machine. Na verloop van vijf jaar heeft B de machine echter nog steeds niet doorverkocht. De rechtbank veroordeelt<br />

hem niettemin tot betaling van het saldo. In werkelijkheid kwalificeert de rechtbank de voorwaarde als een onbepaalde<br />

tijdsbepaling, die de schuldenaar, B, binnen een redelijke termijn moest doen plaatsvinden.<br />

Vele Belgische auteurs citeren in dit verband ook Cass. 5 mei 1955, Pas. 1955, I, 967. In het derde cassatiemiddel wordt<br />

deze stelling weliswaar geformuleerd, maar het Hof verwerpt het middel omdat het nieuw en derhalve onontvankelijk is<br />

en kiest dus geen standpunt over de juridische waarde van de stelling. Wel wordt de regel van art. 1178 B.W. uitdrukkelijk<br />

bevestigd in Cass. 18 mei 1998, Arr. Cass. 1998, 574.<br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!