25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 127<br />

betrekking hebben op de wachttijd. (*1) Zo komen dividenden die betrekking hebben<br />

op het boekjaar dat in de wachttijd viel, maar die na de vervulling van de voorwaarde<br />

betaalbaar werden gesteld, aan de nieuwe eigenaar toe. In beginsel worden de vruchten<br />

immers verworven door ze effectief van de zaak te scheiden. Artikel 586 B.W.<br />

maakt daarop een uitzondering inzake vruchtgebruik, maar deze uitzondering mag niet<br />

analogisch worden uitgebreid.<br />

191 Zo ook kan een onder opschortende voorwaarde toegezegde periodieke uitkering<br />

niet na het in vervulling gaan van de voorwaarde alsnog over de periode vóór de<br />

vervulling worden gevorderd. Zou iemand die aan een ander een maandelijkse uitkering<br />

beloofde voor het geval deze werkloos zou worden, na het plaatsvinden van die<br />

gebeurtenis nu ook verplicht zijn om de beloofde uitkering te doen tijdens de maanden<br />

gelegen tussen zijn toezegging en het ontstaan der werkloosheid? Een positief<br />

antwoord is absurd. (*2)<br />

c. De risicotheorie<br />

192 Artikel 1138 B.W. zet, inzake wederkerige overeenkomsten die de eigendomsoverdracht<br />

van een bepaalde zaak tot voorwerp hebben, de risicoregeling eigenlijk<br />

buiten spel. De overeenkomst waarvan het voorwerp tenietgaat, wordt niet ontbonden,<br />

maar de schuldenaar van de onmogelijk geworden levering wordt bevrijd, terwijl<br />

de koper de koopsom verschuldigd blijft. In die zin is het risico voor de koper, die,<br />

door het enkele feit van de overeenkomst, eigenaar is geworden. (*3) Bij een voorwaardelijke<br />

eigendomsoverdracht wijkt artikel 1182 B.W. echter af van de regeling<br />

van artikel 1138 B.W. De regeling is er dus net andersom en het risico blijft bij de<br />

oorspronkelijke eigenaar. De eigendomsoverdracht vindt nog niet plaats en de schuldenaar<br />

van de leveringsplicht – de verkoper b.v. – blijft, als eigenaar, het risico dragen.<br />

Gaat de zaak teniet, dan verliest de voorwaardelijke verkoper elk recht op de<br />

koopsom. (*4)<br />

Wel wordt ondersteld dat de zaak tenietgaat vóór het in vervulling gaan van de<br />

voorwaarde. Als de zaak immers tenietgaat na haar vervulling, staat het vast dat de<br />

definitieve eigenaar het risico moet dragen (art. 1138 B.W.). (*5)<br />

Men kan in de regeling van artikel 1182, eerste lid B.W. andermaal een uitzondering<br />

zien op de terugwerkende kracht van de vervulde voorwaarde.<br />

De koper wordt, met toepassing van de terugwerkende kracht van de vervulde<br />

voorwaarde, geacht eigenaar te zijn geweest vanaf de dag van de verkoop, dus vóór<br />

het tenietgaan van de zaak. Niettemin ligt het risico bij de verkoper onder opschor-<br />

(*1) H. DE PAGE, ibid.<br />

(*2) ASSER-HARTKAMP, Verbintenissenrecht, I,De verbintenis in het algemeen, Deventer, 2004, 2004, 135, nr. 175.<br />

(*3) H. DE PAGE, o.c., II, 817-819, nr. 851.<br />

(*4) H. DE PAGE, o.c., I, nr. 167, 3°.<br />

(*5) BAUDRY-LACANTINERIE en BARDE, o.c., XIII, 65, nr. 853; Jur. civ., art. 1181-1182, nr. 71, 1°.<br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!