25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 31<br />

levensvatbaar geboren wordt (art. 906 B.W.). De levensvatbaarheid van de begiftigde<br />

is geen voorwaarde, maar is een constitutief element voor de geldigheid van de<br />

gift (*1).<br />

En volgens artikel 1039 B.W. vervalt iedere uiterste wilsbeschikking, indien de legataris<br />

de testator niet overleeft. De werking van elk legaat is derhalve mede afhankelijk<br />

van het vooroverlijden van de testator. Sommigen leiden daaruit af dat het<br />

overleven van de legataris geen voorwaarde is en dat het hem toegekende testamentair<br />

recht slechts eventueel is. (*2)<br />

Voor deze kwalificatie pleit wel dat artikel 1039 B.W. voor alle legatarissen geldt,<br />

en derhalve blijkbaar een specifiek effectiviteitsvereiste van het legaat als zodanig<br />

bevat: een legaat wordt toegekend uit aanzien des persoons, en plaatsvervulling wordt<br />

niet aangenomen bij testamentaire erfopvolging. Men zegt dat het legaat vervalt door<br />

het vooroverlijden van de legataris, d.w.z. dat alle vereisten voor de geldigheid van<br />

het legaat vervuld zijn op het ogenblik van het opmaken van het testament, maar dat<br />

het geen gevolgen kan hebben, of ophoudt gevolgen te hebben wegens een later feit,<br />

onafhankelijk van de wil van de testator. Het overleven van de legataris is dus niet<br />

nodig voor de rechtsgeldigheid van het legaat, maar wel voor zijn werking. (*3)<br />

Bovendien heeft een testament, uiteraard, slechts uitwerking na de dood van de<br />

testator; een testament is een akte waarbij de erflater, voor de tijd dat hij niet meer in<br />

leven zal zijn, over zijn goederen beschikt (art. 895 B.W.). Als de begunstigde vóór<br />

de testator overlijdt, kan zijn recht normalerwijze niet ontstaan. Het testament schept<br />

uit zichzelf rechtsgevolgen op termijn (het overlijden van de testator), en onder de<br />

voorwaarde dat de testator geen nieuw testament maakt. Maar als een herroepend testament<br />

uitblijft en de erflater vóór de legataris overlijdt, heeft het testament zijn effect.<br />

(*4)<br />

Toch is artikel 1039 B.W. gebaseerd op de vermoede wil van de testator; die kan er<br />

dan ook expliciet of impliciet van afwijken. Men zou hierin een argument kunnen<br />

vinden voor de voorwaardelijkheid van het overleven van de legataris. Omdat de<br />

testator zijn testament aldus kan modaliseren dat het legaat, bij vooroverlijden van de<br />

legataris, op diens erfgenamen overgaat, is diens overleven niet vereist voor de werking<br />

van het testament.<br />

(*1) Vgl. concl. HAYOIT DE TERMICOURT voor Cass. 9 mei 1946, Pas. 1946, I, 182 (184, kol. 1): ‘Ce n’est pas là une<br />

condition suspensive de cette capacité, c’est un élément constitutif de cette capacité, mais dont l’existence ne pourra être<br />

établie qu’ultérieurement, au jour de la naissance’.<br />

Men weet overigens dat het B.W. zelf op deze regel een uitzondering maakt inzake toegelaten erfstellingen over de<br />

hand (art. 1048-49) en inzake contractuele erfstellingen (art. 1082 B.W.).<br />

(*2) Jur. civ., art. 1168-1174, nr. 75, en de aldaar gecit. literatuur.<br />

(*3) H. DE PAGE, o.c., VIII, nr. 1238; G. MARTY en P. RAYNAUD, Droit civil. Les successions et les libéralités, Parijs,<br />

1983, 469, nr. 615; Rép. Dall., Droit civil, v° Legs, nr. 198.<br />

(*4) Vgl. R. DILLEMANS, Beginselen van Belgisch Privaatrecht, VII, Testamenten, Antwerpen-Amsterdam, 1977, 58,<br />

nr. 24, noot 1. Zie hierover ook P. VOIRIN, ‘Évolution de la cause des libéralités’, in Études de droit civil à la mémoire<br />

de Henri Capitant, Parijs, 1937, 908-909; R. PIRSON, ‘Examen de jurisprudence. Les successions et les libéralités’,<br />

R.C.J.B. 1960, 454.<br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!