25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VOORWAARDE – 74<br />

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />

de rechtsgeldigheid van geldig totstandgekomen rechtshandelingen zal niet meer worden<br />

getornd; maar bij een testament zal het ongeoorloofd karakter van de voorwaarde<br />

bij het overlijden van de testator de doorslag geven.<br />

106 Artikel 900 B.W. dat van toepassing is op voorwaardelijke schenkingen, is ook<br />

van toepassing op schenkingen met last. (*1) Het taalgebruik van het Burgerlijk Wetboek<br />

is op dit punt, zoals eerder (nr. 1) aangestipt, niet erg consequent: in de artikelen<br />

953, 954 en 956 B.W. is sprake van een ‘niet-vervulling van de voorwaarde’, terwijl<br />

in feite ‘lasten’ worden bedoeld. Artikel 900 B.W. heeft het daarentegen enkel over<br />

‘voorwaarden’, terwijl het zowel voorwaarden als lasten viseert.<br />

Conceptueel is het onderscheid tussen een voorwaarde en een last nochtans duidelijk.<br />

Bij een schenking met last wordt, ten nadele van de begiftigde, een prestatie bedongen<br />

(iets geven, doen of niet-doen), die laatstgenoemde moet uitvoeren ten voordele<br />

van de schenker of van een derde. (*2) Het staat de begiftigde niet meer vrij de<br />

‘voorwaarde’ al dan niet in vervulling te doen gaan; hij heeft immers de verbintenis<br />

aangegaan om ze in vervulling te doen gaan. Terwijl een louter potestatieve<br />

voorwaarde van de willekeur van de schuldenaar afhangt, is de begiftigde met last,<br />

juridisch althans, ertoe verplicht de prestatie na te komen.<br />

Net zoals de wetgever, drukken de partijen zich overigens niet altijd met de gewenste<br />

nauwkeurigheid uit. Een voorwaardelijk beding kan in werkelijkheid een last<br />

uitmaken, wanneer de schenker de vervulling van de voorwaarde aan de begiftigde<br />

wil opleggen en laatstgenoemde dit aanvaardt. Men (*3) spreekt in dit verband van<br />

een voorwaarde-last.<br />

Het staat aan de feitenrechter om, op onaantastbare wijze, uit te maken of een bepaald<br />

beding een voorwaarde dan wel een last bevat. Zijn taak is nogal delicaat, omdat<br />

de scheidingslijn tussen een voorwaarde en een last in feite zeer dun kan zijn, en<br />

psychologisch moeilijk te achterhalen. (*4) Bij een voorwaarde wil de beschikker de<br />

begiftigde ertoe bewegen om iets te doen, niet door hem daartoe te verplichten, maar<br />

door hem te belonen wanneer hij de voorwaarde in vervulling doet gaan. Bij een last<br />

daarentegen verplicht de beschikker de begiftigde tot de bedongen prestatie. In het<br />

ene geval behoudt de begiftigde zijn vrijheid, al wordt die op de proef gesteld; in het<br />

tweede geval is de begiftigde rechtens verbonden.<br />

(*1) Cass. 29 maart 1958, Pas. 1958, I, 844, Rev. prat. not. 1958, 205.<br />

(*2) H. DE PAGE, o.c., VIII, nr. 395; R. DILLEMANS, Beginselen van Belgisch Privaatrecht, VII, Testamenten, Antwerpen-Amsterdam,<br />

1977, 268-269, nr. 136. J.D.A. DEN TONKELAAR (Opschortende en ontbindende voorwaarde volgens<br />

BW en NBW in Studiepockets Privaatrecht, nr. 31, Zwolle, 1983, 37) verwoordt het onderscheid als volgt: ‘Bij een<br />

making [d.i legaat] of een schenking onder een last bedoelt de handelende persoon degene tot wie hij zich richt een voordeel<br />

te verschaffen onder de verplichting tot een bepaald handelen. Voordeel en verplichting vallen deze persoon terstond<br />

en tegelijk ten deel. Komt hij de verplichting niet na, dan kan het voordeel hem ontnomen worden... Bij een making of een<br />

schenking onder een voorwaarde bedoelt de handelende persoon een voordeel te verschaffen mits een onzekere gebeurtenis<br />

[die ook kan bestaan in een handeling van de begunstigde; toevoeging m.v.q.] zal plaatsvinden.’<br />

(*3) H. DE PAGE, o.c., VIII, nr. 399, A.<br />

(*4) G. MARTY en P. RAYNAUD, o.c., 363-364, nr. 476.<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!