Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 51<br />
lekeur niet van de erflater, maar van de schuldenaar van het legaat, namelijk de erfgenaam<br />
of de algemene legataris. (*1)<br />
76 Een schenking onder zuiver potestatieve voorwaarde langs de zijde van de<br />
schuldeiser is echter geldig. Men denke daartoe aan een schenking met last, die op<br />
eerste verzoek van de schenker moet worden nagekomen. De aanvaarding van de<br />
schenking creëert een schuld in de persoon van de begiftigde; maar de nakoming van<br />
die schuld is afhankelijk van de schuldeiser, de schenker, en niet van de schuldenaar,<br />
de begiftigde. Ouders kunnen b.v. bij een schenking aan hun kinderen bedingen dat<br />
hen, op hun eerste verzoek, maandelijks een bepaalde som zal worden uitgekeerd,<br />
voor het geval ze financieel in minder goeden doen zouden verkeren. (*2)<br />
b. De moderne opvatting<br />
77 De klassieke opvatting is erg gekunsteld, en pseudo-wetenschappelijk. Ze geeft<br />
de indruk nogal geleerd te zijn; maar is, bij nader toezien, weinig nuttig. De vele inspanningen<br />
om de verschillende soorten voorwaarden van elkaar te onderscheiden,<br />
lijken op het eerste gezicht vrij inefficiënt, omdat het er, inzake rechtshandelingen onder<br />
bezwarende titel, enkel op aankomt de louter potestatieve voorwaarde te onderscheiden<br />
van alle andere: enkel de opschortende voorwaarde die bovendien louter<br />
potestatief is langs de zijde van de schuldenaar, komt immers voor vernietiging in<br />
aanmerking.<br />
Weliswaar ligt het probleem ingewikkelder bij voorwaardelijke giften; maar ook<br />
daar lijken vele vereenvoudigingen mogelijk, door zich te concentreren op de toevallige<br />
voorwaarde, de enige die inzake gewone schenkingen geoorloofd is. Men kent<br />
daar weliswaar nog een aantal giften die niet versterkt onherroepelijk zijn, zoals de<br />
contractuele erfstellingen tussen aanstaande echtgenoten, maar hierop is dan weer de<br />
gemeenrechtelijke regeling inzake voorwaardelijke rechtshandelingen van toepassing.<br />
Andere giften zijn naar willekeur door de schenker of erflater herroepelijk, zodat de<br />
loutere potestativiteit hun geldigheid niet in de weg staat. De sleutel van de oplossing<br />
lijkt derhalve eerder te liggen in een analyse van de mate van gebondenheid van de<br />
beschikker dan in een pseudo-geleerd betoog over de verschillende vormen van potestativiteit.<br />
(*1) Voor meer details, zie H. DE PAGE, o.c., VIII, 400-404, nrs. 317-321. Vgl. Rb. Oudenaarde 27 mei 1994, R.W.<br />
1994-95, 1232: Het testamentair beding waarbij de enige en algemene legataris gemachtigd wordt om de nalatenschap<br />
onder de familie te verdelen, heeft een louter potestatief karakter. Nochtans is een testament waarbij aan iemand een legaat<br />
wordt verleend onder een eenvoudig potestatieve voorwaarde, niet ongeldig, en is art. 1178 B.W. er niet op van toepassing<br />
(R. DILLEMANS, Testamenten, Antwerpen-Amsterdam, 1977, 271). Maar de geciteerde beschikking die de uitvoering<br />
van het testament geheel aan de willekeur van de algemene legataris overlaat, is geen laatste wilsbeschikking van de testator,<br />
maar hangt enkel af van de wil van de algemene legataris, die er alle belang bij heeft zo weinig mogelijk of, àla<br />
limite, in het geheel niets, over te laten aan de familieleden. Als legaat is deze beschikking nietig, en kan ze hoogstens een<br />
natuurlijke verbintenis doen ontstaan (R. DILLEMANS, ibid.).<br />
(*2) Vgl. M. PUELINCKX-COENE, ‘Schenkingen onder potestatieve voorwaarde’ in A. VERBEKE, F. BUYSSENS en<br />
H. DERYCKE (eds.), Schenkingen (Handboek Estate Planning 2), Brussel, 2005, 425, nr. 658.<br />
Bijzondere overeenkomsten<br />
OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)