Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VOORWAARDE – 146<br />
graal verschuldigd aan A of B, al naargelang de voorwaarde wel of niet gerealiseerd<br />
wordt. (*1) De cessionaris, Z, zal aanvankelijk, bij het sluiten van de overeenkomst,<br />
een deel van de koopsom aan A en een ander deel aan B betalen. Maar als de voorwaarde<br />
vervuld wordt, moet hetzij A, hetzij B het door hem ontvangen deel ervan aan<br />
Z terugbetalen, die het op zijn beurt aan de definitief gerechtigde overmaakt, met alle<br />
insolventierisico’s vandien.<br />
Wegens deze insolventierisico’s zullen de partijen wellicht de voorkeur geven aan<br />
een dubbele aleatoire overdracht, waarbij elke gerechtigde niet het goed zelf, maar<br />
zijn voorwaardelijk recht op dit goed aan de derde Z overdraagt. Ongeacht ten voordele<br />
van wie de voorwaarde dan wordt vervuld, zou de vervulling van de voorwaarde<br />
in dit geval met zich meebrengen dat Z onvoorwaardelijk eigenaar wordt van het vervreemde<br />
goed.<br />
IV. De draagwijdte van de terugwerking van de vervulde voorwaarde<br />
A. DE ROL <strong>VAN</strong> DE RETROACTIVITEIT <strong>VAN</strong> DE VERVULDE VOORWAARDE<br />
<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />
226 Ofschoon de artikelen 1179 en 1183 B.W. aan de vervulde voorwaarde uitdrukkelijk<br />
terugwerkende kracht verlenen, moet men vaststellen dat deze terugwerkende<br />
kracht blijkbaar slechts sommige gevolgen van de vervulde voorwaarde vermag te<br />
verklaren, terwijl andere gevolgen – het recht op de vruchten, de daden van beheer,<br />
de risicoregeling – blijkbaar moeten worden opgevat als ‘uitzonderingen’ op deze terugwerkende<br />
kracht. Deze uitzonderingen vloeien ofwel voort uit de regeling zelf van<br />
de voorwaardelijke verbintenis – zoals de risicoregeling b.v., waar art. 1182 B.W.<br />
rechtstreeks art. 1179 B.W. tegenspreekt – ofwel uit beginselen, neergelegd in andere<br />
artikelen van het Burgerlijk Wetboek, zoals het recht op de vruchten, of uit<br />
opportuniteitsoverwegingen: is de voorlopige eigenaar b.v. gerechtigd om daden van<br />
beheer te verrichten? De retroactiviteit wordt enkel toegepast, ‘voor zover dit redelijk<br />
en mogelijk is’. (*2)<br />
Een en ander brengt mee dat de theorie van de terugwerkende kracht van de vervulde<br />
voorwaarde geen enkele verklarende, maar hoogstens beschrijvende waarde<br />
heeft. ‘L’idée de fiction légale n’explique rien par elle-même; il s’agit de dire pourquoi<br />
la loi a voulu le report en arrière des effets de la condition accomplie’. (*3)<br />
(*1) Ph. DEROUIN, l.c., 37, nr. 7<strong>3.</strong><br />
(*2) ASSER-RUTTEN, Verbintenissenrecht, I,De verbintenis in het algemeen, Zwolle, 1978, 178.<br />
(*3) M. PLANIOL en G. RIPERT, Traité pratique de droit civil français, VII, 2e uitg., door P. ESMEIN, J. RADOUANT<br />
en G. GABOLDE, Parijs, 1954, 388, nr. 1037. Anders: A.H. SCHELTEMA, De goederenrechtelijke werking van de ontbindende<br />
voorwaarde, Deventer, 2003, 295-296, 405, die de terugwerkende kracht van de vervulde voorwaarde ‘het meest<br />
elegante verklaringsmechanisme noemt dat de rechtsgeschiedenis kent’. Men merke overigens op dat de retroactiviteit een<br />
algemeen verspreid juridisch fenomeen is, dat zich uitstrekt van de nietigheid van het huwelijk alover de retroaciviteit van<br />
de verdeling en van de gerechtelijke ontbinding tot aan de nietigheid van de vennootschappen; het ware interessant om<br />
een algemene theorie van de terugwerkende kracht uit te werken (zie, voor een eerste aanzet daartoe, R. JAMBU-MER-<br />
LIN, ‘Essai sur la rétroactivité dans les actes juridiques’, Rev. trim. dr. civ. 1948, 271-299).<br />
OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers