25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 73<br />

betere bescherming voor de begunstigde en is gemakkelijker bewijsbaar, maar lijkt de<br />

beschikkingsvrijheid van de beschikker te zeer aan te tasten. (*1)<br />

104 Een ongeoorloofde voorwaarde is, in de regel, juridisch onmogelijk. Het is juridisch<br />

ongeoorloofd, en, in die zin, onmogelijk een handeling te stellen of een situatie<br />

in het leven te roepen die strijdig is met een imperatieve wet, met de openbare<br />

orde of met de goede zeden. Deze juridische onmogelijkheid mag echter niet worden<br />

verward met de feitelijke of logische onmogelijkheid, die aanwezig is wanneer de<br />

vervulling van de voorwaarde onverenigbaar is met de wetten van de logica of van de<br />

wetenschap. Men herinnere zich in dit verband de voorwaarde zich sneller te bewegen<br />

dan het licht.<br />

Eerder werd ook betoogd dat verbintenissen onder een onmogelijke of noodzakelijke<br />

voorwaarde helemaal niet binden of actueel en onvoorwaardelijk binden. Verbintenissen<br />

onder een (fysiek) onmogelijke of noodzakelijke voorwaarde vallen buiten<br />

het toepassingsgebied van de artikelen 900 en 1172 B.W. (*2), ongeacht of het om<br />

een verbintenis onder bezwarende titel of om een verbintenis om niet gaat. De niettoepasselijkheid<br />

van de artikelen 900 en 1172 B.W. op de fysiek onmogelijke (of<br />

noodzakelijke) voorwaarde is immers gebaseerd op een analyse van het begrip ‘voorwaarde’.<br />

(*3)<br />

105 Het ongeoorloofde karakter van de beschikking moet worden beoordeeld op het<br />

ogenblik dat ze, afgezien van de bedongen voorwaarde, haar gevolgen zou afwerpen.<br />

Bij een rechtshandeling onder bezwarende titel zal dit het ogenblik zijn waarop ze<br />

volmaakt is en al haar constitutieve elementen verenigd zijn. Bij een schenking komt<br />

de dag van de aanvaarding in aanmerking en bij een testament de dag van het overlijden<br />

van de testator. (*4) Als een aanvankelijk ongeoorloofde voorwaarde achteraf<br />

geoorloofd wordt (ten gevolge van een wetswijziging b.v.), kan de ongeoorloofde<br />

voorwaarde die met toepassing van artikel 900 B.W. nietig was, haar rechtsgeldigheid<br />

later niet herwinnen.<br />

In het omgekeerde geval waarin een aanvankelijk geoorloofde voorwaarde ongeoorloofd<br />

wordt, lijkt de tegengestelde oplossing te moeten worden aangenomen. Aan<br />

(*1) Voor meer details, zie M. COENE, ‘Grondrechten en testeervrijheid’, in K. RIMANQUE (ed.), De toepasselijkheid<br />

van de grondrechten in private rechtsverhoudingen, Antwerpen, 1982, 325, nrs. 18-20 en 330, nr. 25.<br />

(*2) G. MARTY en P. RAYNAUD, Droit civil. Les successions et les libéralités, Parijs, 1983, 366, nr. 478; H. DE PAGE,<br />

o.c., VIII, nr. 325. Anders zou men overigens tot het onlogisch resultaat komen dat een gift, vergezeld van een onmogelijke<br />

voorwaarde, steeds onvoorwaardelijk is, ongeacht het opschortend of ontbindend karakter van de voorwaarde, terwijl<br />

een overeenkomst onder bezwarende titel, afhankelijk van een opschortende onmogelijke voorwaarde, nooit zou binden.<br />

(*3) Volgens sommige auteurs doet het inlassen van dergelijke voorwaarden eerder de vraag rijzen of de beschikker wel<br />

bij zinnen was, toen hij zijn gift van een zodanige voorwaarde afhankelijk maakte. Men zou veeleer de hele beschikking<br />

met toepassing van art. 901 B.W. wegens ongezondheid van geest moeten vernietigen (A. KLUYSKENS, Beginselen van<br />

Burgerlijk Recht, III, De schenkingen en testamenten, 4e uitg., Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, 1955, 34, nr. 9ter). Over<br />

onmogelijke voorwaarden bij giften schrijft F. LAURENT (Principes de droit civil, XI, 577, nr. 436), zeer boos: ‘C’est<br />

discréditer notre science que de faire croire qu’elle s’occupe de telles folies’.<br />

(*4) Vgl. J. SACE, in Rép. Not., III, b. VIII, Les testaments, deel 3, Les Testaments (fond), Brussel, 1990, 198, nr. 202.<br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!