25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VOORWAARDE – 114<br />

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />

De partijen kunnen overigens de rechten van de voorwaardelijke schuldeiser tijdens<br />

de periode van onzekerheid ook conventioneel nader bepalen.<br />

166 Volgens artikel 1180 B.W. kan de voorwaardelijke schuldeiser tijdens de periode<br />

van onzekerheid alle handelingen tot bewaring van zijn recht stellen. (*1) Artikel<br />

1180 B.W. verruimt aldus de bescherming die artikel 1178 B.W. aan de schuldeiser<br />

verleent. De schuldeiser wordt niet alleen beschermd tegen handelingen van de<br />

schuldenaar die ertoe strekken het in vervulling gaan van de voorwaarde te verhinderen.<br />

Artikel 1180 B.W. beschermt hem bovendien tegen handelingen van de schuldenaar<br />

die de nakoming van de verbintenis in het gedrang zouden kunnen brengen, nadat<br />

de voorwaarde in vervulling is gegaan.<br />

Zo kunnen zekerheden worden gesteld tot waarborg van de schuldvordering die<br />

volwaardig zal ontstaan, eens dat de voorwaarde is vervuld: borgtocht, pand en hypotheek.<br />

(*2) Hij kan een onderzoek vorderen naar de echtheid van een geschrift of<br />

van een handtekening. (*3) Indien zijn voorwaardelijk recht zou worden betwist, mag<br />

hij door de rechtbank laten uitmaken dat het bestaat. (*4)<br />

Hij kan deelnemen aan alle procedures van rangregeling of evenredige verdeling<br />

waartoe de vervolging van de schuldenaar door andere schuldeisers aanleiding kan<br />

geven. Hij kan vragen dat daarbij rekening zou worden gehouden met zijn voorwaardelijk<br />

recht. (*5) Bij faillissement van zijn schuldenaar kan hij, als bewarende maatregel,<br />

aangifte doen van zijn voorwaardelijke schuldvordering. (*6) Hij kan de verzegeling<br />

van de goederen van de schuldenaar vorderen of eisen dat tot een boedelbeschrijving<br />

zou worden overgegaan.<br />

167 De verkrijger onder opschortende voorwaarde kan tegen de derde bezitter van<br />

een onroerend goed een vordering tot erkenning van zijn recht instellen waardoor de<br />

tegen hem lopende verjaring kan worden gestuit. (*7) Hij kan alle overschrijvingen<br />

en inschrijvingen vorderen die noodzakelijk zijn voor het behoud van zijn recht. De<br />

rang van de hypotheek wordt bepaald door de datum van haar inschrijving en niet<br />

door die van de vervulling van de voorwaarde.<br />

(*1) Vgl. H. DE PAGE, o.c., I, nr. 160; J. ROODHOOFT e.a., Bestendig Handboek Verbintenissenrecht, nr. 2526; P. <strong>VAN</strong><br />

OMMESLAGHE, o.c., 766; Rb. Dendermonde 4 december 1931, Pas. 1933, III, 19.<br />

(*2) F. LAURENT, Principes de droit civil, Brussel-Parijs, XVII, 108-109, nr. 89; G. BAUDRY-LACANTINERIE en L.<br />

BARDE, XIII, 59-60, nr. 840; H. DE PAGE, o.c., I, nr. 160 en VII, nr. 474.<br />

De voorwaardelijke schuldeiser – de koper onder opschortende voorwaarde b.v. – kan ook ten voordele van zijn eigen<br />

schuldeisers een – precaire – hypotheek vestigen op zijn voorwaardelijk recht (art. 74 Hyp. W.; E. DIRIX en R. DE<br />

CORTE, Zekerheidsrechten, Antwerpen, 1999, 422, nr. 614; Jur. civ., art. 1181-1182, fasc. 47, nr. 32).<br />

(*3) Art. 1324 B.W.; H. DE PAGE, o.c., I, nr. 160.<br />

(*4) R. <strong>VAN</strong>DEPUTTE, De overeenkomst, Brussel, 1077, 148; vgl. art. 3: 296, lid 2 N.B.W.: ‘Hij die onder een voorwaarde<br />

of een tijdsbepaling tot iets gehouden is, kan onder die voorwaarde of die tijdsbepaling worden veroordeeld’.<br />

(*5) H. DE PAGE, ibid.<br />

(*6) H. DE PAGE, ibid. A. CLOQUET, Les concordats et la faillite,inNov., Droit commercial, IV, Brussel, 1985, nr. 229<strong>3.</strong><br />

(*7) Hij kan bovendien de verjaring stuiten die tegen zijn rechtsvoorganger, de vervreemder onder opschortende voorwaarde,<br />

zou lopen en die tegen hem zou kunnen worden ingeroepen na de vervulling van de voorwaarde (AUBRY en<br />

RAU, Cours de droit civil français, IV, 6e uitg., door E. BARTIN, Parijs, 1964, § 302, 105).<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!