Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VOORWAARDE – 90<br />
<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />
132 Ook een wisselbrief moet onvoorwaardelijk worden geaccepteerd (art. 26 eerste<br />
lid Wisselbriefwet). Alle wisselverbintenissen zijn overigens onvoorwaardelijk.<br />
(*1) Dit hangt samen met de cambiaire gestrengheid die zulke verbintenissen<br />
kenmerkt.<br />
133 En in vennootschappen met volkomen gehalte aan rechtspersoonlijkheid waarin<br />
het vennootschapsvermogen de schuldeisers tot enige waarborg strekt, moet de toezegging<br />
van de inbreng onvoorwaardelijk zijn. (*2)<br />
Een vennootschap kan echter worden opgericht zowel onder een opschortende als<br />
onder een ontbindende voorwaarde. Ze kan b.v. worden opgericht onder de opschortende<br />
voorwaarde van het verkrijgen van een specifieke exploitatievergunning. En een<br />
professionele notarisvennootschap b.v. kan worden opgericht onder de ontbindende<br />
voorwaarde dat de aandelen van de enige vennoot-notaris na diens ontslag of overlijden<br />
niet binnen een bepaalde termijn worden overgedragen aan een andere vennoot,<br />
tevens notaris. (*3) Wel vinden sommige auteurs dat de terugwerkende kracht van de<br />
opschortende voorwaarde geen toepassing vindt bij rechtspersonen. (*4) Ook andere<br />
vennootschapsakten, zoals de kapitaalsverhoging of -vermindering, de fusie en de<br />
splitsing kunnen onder opschortende en onder ontbindende voorwaarde worden opgesteld,<br />
al is de praktische bruikbaarheid van de ene of andere voorwaarde soms problematisch.<br />
Het fusiebesluit wordt echter steeds genomen onder de opschortende<br />
voorwaarde dat alle algemene vergaderingen van de fusionerende vennootschappen<br />
instemmen met de fusie, en, in voorkomend geval, dat de nieuw op te richten vennootschap<br />
wordt opgericht. Zo ook zal het voorstel tot splitsing worden gekoppeld<br />
aan de opschortende voorwaarde van overname van het vermogen door de opslorpende<br />
vennootschappen, en in voorkomend geval dat de nieuwe vennootschap(pen)<br />
wordt/worden opgericht. Deze voorwaarden worden echter gesteld voor de effectiviteit<br />
van de fusie of splitsing (zie supra, nr. 40).<br />
134 In het arbeidsovereenkomstenrecht is de vraag gerezen of een arbeidsovereenkomst<br />
mag worden aangegaan onder een gewone, toevallige ontbindende voorwaarde.<br />
(*5) Tegen de geldigheid van een zodanige voorwaarde pleit dat ze, bij vervulling,<br />
aan de werknemer de door het ontslagrecht geboden stabiliteit van dienstbe-<br />
(*1) J. RONSE, Wisselbrief en orderbriefje, inA.P.R., Gent, 1972, nrs. 115-116.<br />
(*2) J. RONSE, Algemeen Deel van het Vennootschapsrecht, Leuven, 1970, 97; Luik 14 oktober 2002, J.T. 2003, 66,<br />
J.L.M.B. 2003, 1267, T.R.V. 2003, 303, met noot L. <strong>VAN</strong> BEVER.<br />
(*3) F. BLONTROCK, ‘De opschortende of ontbindende voorwaarden in vennootschapsakten’, in Facetten van<br />
Ondernemingsrecht. Liber amicorum Prof. Frans Bouckaert, Leuven, 2000, 14-19, die ook ingaat op de vraag wat de<br />
schorsing van de uitvoering van het vennootschapscontract in dit geval juist inhoudt.<br />
(*4) J. <strong>VAN</strong> RYN en P. <strong>VAN</strong> OMMESLAGHE, ‘Examen de jurisprudence sur les sociétés commerciales’, R.C.J.B. 1967,<br />
297-300, nr. 15.<br />
(*5) W. RAUWS, Civielrechtelijke beëindigingswijzen van de arbeidsovereenkomst: nietigheid, ontbinding en overmacht,<br />
in Reeks Sociaal Recht, nr. 30, Kluwer, Antwerpen, 1987, 564-566. Vgl. Bergen 4 mei 1998, Rec. gén. enr. not. 2000, 146:<br />
Een beding, volgens welk het recht van erfpacht eindigt in geval van faillissement van de erfpachter, is geoorloofd, ondanks<br />
de dwingende bepaling van art. 2 Erfpachtwet van 10 januari 1824.<br />
OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers