Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 25<br />
33 Enigszins vooruitlopend op het verdere betoog, kan nu reeds worden gesteld dat<br />
het regime van het eventueel recht niet samenvalt met dat van het voorwaardelijk<br />
recht.<br />
Net als een voorwaardelijk gerechtigde, kan de eventueel gerechtigde bewarende<br />
maatregelen treffen (art. 1180 B.W.), tot behoud van zijn verwacht recht. Hij kan zijn<br />
recht ook aan anderen overdragen, zowel onder de levenden als voor de tijd dat hij er<br />
niet meer zal zijn; het is immers een werkelijk recht, en dus meer dan een loutere<br />
verwachting. Zo beschikt de optiehouder (zie daarover verder, nrs. 34-35) over bepaalde<br />
rechten (*1), wanneer de optieverlener het goed vervreemdt aan een derde tijdens<br />
de optietermijn. Wel moet worden opgemerkt dat optie- en voorkeurrechten vaak<br />
uit aanzien des persoons van de optiehouder worden toegekend.<br />
Terwijl het voorwaardelijk recht, bij de vervulling van de voorwaarde, zijn gevolgen<br />
met terugwerkende kracht afwerpt, heeft het van de eventuele gebeurtenis afhankelijk<br />
recht pas gevolgen vanaf het ogenblik dat het recht volwaardig wordt. Immers<br />
pas dan wordt de rechtshandeling volledig. (*2)<br />
Volgens zekere rechtsleer (*3) zou tussen het voorwaardelijk en eventueel recht ook<br />
een verschil bestaan nopens de toepasselijkheid van artikel 1178 B.W. (zie daarover<br />
verder, nr. 154). Wie op een foutieve wijze verhindert dat een eventueel recht volwaardig<br />
wordt, is tot schadeloosstelling gehouden. Hij heeft immers het recht van de<br />
houder van het eventueel recht op de verwerving van het toekomstig recht gekrenkt.<br />
Artikel 1178 B.W. vermijdt anderzijds dat schade intreedt door de voorwaarde als<br />
vervuld te beschouwen, terwijl het aansprakelijkheidsrecht de geleden schade herstelt.<br />
Dit onderscheid gaat weliswaar in vele gevallen op, maar kan toch niet tot algemene<br />
regel worden verheven. Bovendien kan ook de krenking van een belang tot schadeloosstelling<br />
aanleiding geven.<br />
34 Zoals reeds aangegeven, vindt men een sprekend voorbeeld van een eventueel<br />
recht in de contractbelofte en, meer algemeen (*4), in het voorcontract.<br />
Een contractbelofte is immers een overeenkomst – en geen eenzijdige rechtshandeling<br />
– waarbij een persoon zich jegens een andere verbindt om met hem, volgens<br />
zijn goeddunken, in de toekomst een overeenkomst te sluiten, waarvan de inhoud althans<br />
in hoofdzaak voldoende bepaald of bepaalbaar is. De contractbelofte creëert<br />
derhalve in het vermogen van de belover of optiegever een definitieve verbintenis met<br />
betrekking tot een later te sluiten overeenkomst, volgens het goedvinden van de be-<br />
(*1) B. TILLEMAN, o.c., 276-279.<br />
(*2) Men denke b.v. aan de verkoop ad gustum (art. 1587 B.W.), die, voor zijn totstandkoming, vereist dat de koopwaar<br />
wordt geproefd door de aspirant-koper. Wanneer dit proeven heeft plaatsgehad, kan de verkoop totstandkomen, maar zonder<br />
terugwerkende kracht (J. GHESTIN en B. DESCHÉ, La vente, Parijs, 1990, 632); H. EYGOUT, De l’effet rétroactif<br />
de la condition accomplie, Ussel (Frankrijk), 1922, 80, nr. 89.<br />
(*3) M. DE VOS, o.c., 924-925, nr. 579 en 941-944, nrs. 593-595.<br />
(*4) Zie daarover o.m. H. DE PAGE, o.c., II (1962), nrs. 504-513 en IV (1972), nrs. 240-247bis; B. TILLEMAN, o.c.,<br />
207-270, nrs. 512-706; ASSER-HARTKAMP, Verbintenissenrecht, II, Algemene Leer der Overeenkomsten volgens het<br />
nieuwe Burgerlijk Wetboek, 2001, nr. 74.<br />
Bijzondere overeenkomsten<br />
OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)