25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VOORWAARDE – 58<br />

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />

verzekeraar, als voldoende solvent voorkomen, is niet potestatief. (*1) A fortiori is<br />

geldig het in een overeenkomst tot rechtsbijstandverzekering niet ongebruikelijke beding,<br />

krachtens welk de verzekeraar zich het recht voorbehoudt zijn dekking te weigeren<br />

of stop te zetten, wanneer hij de eis van de verzekerde, in feite of in rechte, niet<br />

verdedigbaar of de procedure nutteloos acht. (*2)<br />

Hetzelfde geldt voor de voorwaardelijke schuldenaar wiens schuld afhangt van het<br />

onzekere feit dat een bepaalde fabricatie rendabel zal zijn. (*3) Evenmin hangt de<br />

voorwaarde ‘indien de schuldenaar zal kunnen of in staat zal zijn te betalen’, af van<br />

zijn enkele wil, maar van zijn objectief verifieerbare financiële toestand. (*4) Onderstel<br />

voortszijds een arbeidsovereenkomst waarbij de werkgever zich het recht voorbehoudt<br />

de arbeidsvoorwaarden te wijzigen, in functie van de economische behoeften<br />

van de onderneming. (*5) Het criterium op basis waarvan de werkgever van zijn ius<br />

variandi gebruik kan maken, is vatbaar voor objectieve verificatie.<br />

Vaak bedingt een bank bij een lening dat zij de interestvoet eenzijdig kan vaststellen<br />

of wijzigen. Daarmee wordt in de regel bedoeld dat ze de interest zal bepalen op<br />

basis van de op de financiële markten toegepaste interestvoet, wat een objectief en<br />

verifieerbaar criterium uitmaakt. (*6)<br />

86 Als een verhuurder daarentegen een privédetective opdracht geeft inlichtingen in<br />

te winnen over een kandidaat-huurder, en hij de detective zal vergoeden, voorzover<br />

de door deze laatste verschafte inlichtingen hem (de verhuurder) voldoening geven,<br />

werd geoordeeld dat de verbintenis van de verhuurder slechts schijn was. (*7) Men<br />

zou nochtans kunnen opwerpen dat een dergelijk beding in de regel slechts inhoudt<br />

dat de schuldeiser (de detective) zich bij het oordeel van de schuldenaar zal moeten<br />

(*1) Cass. fr. 22 november 1989, G.P. 1990, I, pan. jurispr.; men vergelijke dit geval met de door R. DEKKERS (zie<br />

supra, nr. 81) geciteerde bankier die mag weigeren bepaalde wissels te disconteren; Rb. Dendermonde 19 december 1931,<br />

R.G.A.R. 1934, 1675; Kh. Hasselt 29 maart 1990, De Verz. 1991, 212.<br />

(*2) Cass. 16 december 1960, Arr. Cass. 1961, 375 (zie ook verder, nr. 93, noot 4); vgl. Vred. Fosses 3 februari 1959, J.L.<br />

1959-60, 38; Luik 22 juni 1977, J.T. 1977, 655; Rb. Dinant 19 december 1996, D.C.C.R. 1997, 338, met noot J.L. FAG-<br />

NART.<br />

De rechtsbijstandsverzekering wordt thans geregeld door art. 93 Wet Landverzekeringsovereenkomst en art. 7 K.B.<br />

12 oktober 1990 betreffende de rechtsbijstandsverzekering (als vervangen bij art. 3 K.B. 24 december 1993; voor meer<br />

details zie o.m. Ph. COLLE, Bijzonder gereglementeerde verzekeringscontracten in Hoofdlijnen, 2e uitg., Antwerpen-<br />

Apeldoorn, 1996, 258-261.<br />

(*3) Cass. fr. 12 mei 1980, Bull. civ. 1980, IV, nr. 190.<br />

(*4) Mr. C. Asser’s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, IV,Verbintenissenrecht, deel I, De<br />

verbintenis in het algemeen, 12e uitg., door A.S. HARTKAMP, Deventer, 2004, nr. 167. In welke mate deze financiële<br />

toestand objectief verifieerbaar is, hangt uiteraard af van de concrete omstandigheden van elk geval. Het beding waarbij de<br />

schuldenaar zich ertoe verbindt bepaalde producten te leveren ‘volgens zijn mogelijkheden’, bevat geen louter potestatieve<br />

voorwaarde, maar een objectieve omstandigheid die niet alleen van de wil van de schuldenaar afhangt (Cass. 9 januari<br />

1959, Pas. 1959, I, 462).<br />

(*5) Arbh. Bergen 28 november 1985, T.S.R. 1986, 407. Hierbij zij eraan herinnerd dat art. 25 Arbeidsovereenkomstenwet<br />

bedingen waarbij de werkgever zich het recht voorbehoudt om de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen,<br />

nietig verklaart. Toch stelt het wijzigingsrecht van de werkgever nog tal van problemen (zie hierover R. KRUITHOF,<br />

H. BOCKEN e.a., ‘Overzicht van rechtspraak. Verbintenissenrecht’, T.P.R. 1994, 367-371, nr. 137).<br />

(*6) A. SERGYSELS, ‘La clause de modification unilatérale dans les conditions générales bancaires’, Bank Fin. 1996,<br />

493-496; Antwerpen 4 oktober 1989, Pas. 1990, II, 69; Rb. Nijvel 1993, T.B.B.R. 1995, 14<strong>3.</strong><br />

(*7) Parijs 14 mei 1987, Juris-Data, nr. 023004.<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!