Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VOORWAARDE – 152<br />
<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />
tot de voorwaardelijk vervreemde zaak geen daden van beheer verrichten (*1) en dan<br />
moet de definitieve eigenaar, en niet de tussentijdse, het risico van het tenietgaan van<br />
de zaak dragen.<br />
Omdat evenwel vaststaat dat niemand, ook niet het Burgerlijk Wetboek, de zo-even<br />
vermelde rechtsgevolgen wil, moet worden erkend dat ons recht, ondanks de artikelen<br />
1179 en 1183 B.W., de terugwerkende kracht van de vervulde voorwaarde, in de<br />
strikte zin van het woord, niet kent.<br />
234 Men herinnere zich dat voorwaardelijke rechtshandelingen de partijen in staat<br />
stellen om op een intelligente manier met de onzekere toekomst om te gaan (zie supra,<br />
nr. 4). Hernemen we het voorbeeld waarin A, op 2 januari 2005, aan B zijn huis<br />
te Brussel verkoopt, onder de opschortende voorwaarde dat B aldaar vóór 1 mei 2005<br />
tot rechter wordt benoemd. B’s voorwaardelijk recht zou geen enkele waarde hebben<br />
en de voorwaardelijke rechtshandeling geen enkele zin (of althans erg weinig zin),<br />
indien het A vrij stond zijn huis op 1 maart 2005 onvoorwaardelijk te verkopen aan<br />
een derde, C. Het is duidelijk dat de terugwerkende kracht van de vervulde<br />
voorwaarde het voorwaardelijk recht van de voorwaardelijke koper, B, zeer energiek<br />
beschermt. Wegens de terugwerking van de vervulde voorwaarde wordt B immers geacht<br />
vanaf 2 januari 2005 definitief en onvoorwaardelijk eigenaar te zijn geweest. Hij<br />
kan derhalve de verkoop door A aan C betwisten, en die is hem in geen geval tegenwerpelijk.<br />
Analoge overwegingen gelden overigens voor de ontbindende voorwaarde. Om dit<br />
in te zien, volstaat het het voorbeeld in die zin aan te passen dat A, op 2 januari 2005,<br />
aan B zijn huis in Brussel verkoopt onder de ontbindende voorwaarde dat A aldaar,<br />
vóór 1 mei 2005, tot rechter wordt benoemd. Als B het huis tussentijds, op 1 maart<br />
b.v., doorverkoopt aan C, mag A het recht van deze laatste ignoreren, nadat hij op 30<br />
april 2005 tot rechter in Brussel werd benoemd.<br />
‘La rétroactivité protège donc le titulaire du droit définitif contre les actes faits<br />
pendente conditione par le titulaire du droit conditionnel inverse’. (*2) Of nog: ‘Si<br />
mon droit [in ons voorbeeld, dit van B, voorwaardelijke koper] n’est encore<br />
qu’aléatoire, rudimentaire, ‘en germe’, il offre néanmoins un caractère suffisant de<br />
réalité pour empêcher que mon débiteur [A] ne le rende illusoire. Sinon, le droit conditionnel<br />
ne serait d’aucune utilité. Il s’ensuit nécessairement que le caractère<br />
(*1) H. EYGOUT, o.c., 109, nr. 129 erkent dat de keuze tussen de strikte terugwerking van de vervulde voorwaarde en de<br />
werking van de regel Nemo ad alium plus iuris transferre potest quam ipse habet geen belang heeft inzake vervreemdingen.<br />
‘Mais il en va différemment au point de vue de l’usage et de la jouissance de la chose. Dire qu’il n’a pas eu le droit<br />
d’user de la chose, c’est rigoureusement du moins l’obliger à indemniser le contractant de l’usage qu’il en a fait sans droit.<br />
Dire qu’il n’a pas eu le droit de percevoir les fruits de la chose, c’est dire qu’il devra les restituer ou en rendre la valeur.<br />
Telle est la situation de celui, vendeur sous condition suspensive ou acheteur sous condition résolutoire, qui est réputé<br />
n’avoir jamais eu de droit sur la chose à partir du jour du contrat envisagé’ (ibid., 148, nr. 192).<br />
(*2) Ph. MALAURIE en L. AYNèS, Cours de droit civil, VI-3, Les obligations, Le régime général, Parijs, 2001, 134,<br />
nr. 184.<br />
OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers