25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VOORWAARDE – 116<br />

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />

<strong>3.</strong> Epiloog: bestaat het voorwaardelijk recht (resp. verbintenis) tijdens de<br />

wachttijd?<br />

169 In het reeds vermelde arrest van 9 februari 1933 (*1) overwoog het Hof van<br />

Cassatie ‘que la condition suspensive est un événement futur de réalisation incertaine<br />

qui suspend la naissance de l’obligation; qu’il s’ensuit qu’aussi longtemps que la condition<br />

est pendante, le contrat n’existe pas et ne peut produire aucun effet’.<br />

170 Men kan zich hierbij echter allereerst de vraag stellen naar de betekenis van<br />

een uitdrukking als ‘een verbintenis bestaat’ en ‘een overeenkomst bestaat’. Een verbintenis<br />

bestaat alleszins niet in dezelfde zin als waarin gezegd wordt dat God (al dan<br />

niet) bestaat of dat kabouters, spoken of het monster van Loch Ness bestaan. Een verbintenis<br />

lijkt me te bestaan als ze rechtsgevolgen afwerpt (*2) of meebrengt: een verbintenis<br />

zonder rechtsgevolgen is juridisch immers onbestaande. Een overeenkomst<br />

kan echter bestaan in een historisch feit: op 1 mei 2005 zijn A en B het eens geworden<br />

over de verkoop van A’s kasteel aan B tegen de prijs van 1 miljoen euro. Men<br />

kan echter ook zeggen dat een overeenkomst bestaat in de mate waarin de eruit voortvloeiende<br />

rechten en plichten bestaan.<br />

171 Bij de lectuur van het cassatiearrest van 9 februari 1933 valt op dat dit arrest<br />

ten onrechte het bestaan van de overeenkomst verwart met het bestaan van de verbintenis.<br />

De voorwaarde schort immers, zo wordt gezegd, het bestaan van de verbintenis<br />

op, en daaruit wordt afgeleid dat de overeenkomst, tijdens de wachttijd, niet bestaat<br />

en geen enkel rechtsgevolg kan hebben. Het hoeft niet veel betoog dat men hier<br />

met een duidelijk non sequitur te maken heeft of minstens met een erg verwarrend<br />

taalgebruik.<br />

Indien de overeenkomst als historisch feit wordt beschouwd, bestaat ze duidelijk<br />

onvoorwaardelijk, ongeacht de vraag of de eruit voortvloeiende rechten en verbintenissen<br />

een voorwaardelijk karakter hebben (en zelfs als alle eruit voortvloeiende verbintenissen<br />

voorwaardelijk zijn). Daarom betoogt DE PAGE (*3) terecht: ‘Dans ce<br />

qu’on appelle le ‘contrat conditionnel’, ce n’est pas le contrat qui est affecté dans sa<br />

naissance, dans son existence. Le contract existe dès l’instant où il est conclu. Ce n’est<br />

que son exécution (obligations qui en naissent) qui subit l’influence de la condition,<br />

qui ne pourra être poursuivie que si la condition (que nous supposons suspensive) se<br />

réalise. Le contrat lui-même existe, répétons-le. [...] On voit par ce qui précède combien<br />

il est erroné de dire, comme l’a pourtant fait la cour de cassation, que le contrat<br />

(*1) Cass. 9 februari 1933, Pas. 1933, I, 203, met concl. Proc. Gen. P. LECLERCQ, zie vooral de blz. 108-109 en 124.<br />

(*2) Volgens het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (Van Dale) betekent ‘bestaan’ o.m. ‘in wezen zijn’: God bestaat.<br />

En de uitdrukking ‘deze wet bestaat nog’ betekent ‘is nog van kracht’.<br />

(*3) H. DE PAGE, o.c., I, 226, nr. 153bis; vgl. reeds F. LAURENT, o.c., XVII, 122, nrs. 102-103; zie ook J.D.A. DEN<br />

TONKELAAR (Opschortende en ontbindende voorwaarden volgens BW en NBW, inStudiepockets Privaatrecht, nr. 31,<br />

Zwolle, 1983, 11): ‘Naar mijn overtuiging kan een rechtshandeling zelf niet voorwaardelijk zijn’.<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!