25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VOORWAARDE – 126<br />

189 Een verzekeringscontract, door de voorlopige eigenaar gesloten, strekt tot behoud<br />

van de waarde van de zaak en is eveneens een bewarende maatregel. In toepassing<br />

van het zo-even betoogde, is men dan ook geneigd om de definitieve eigenaar te<br />

verplichten om de voorlopige eigenaar te vergoeden voor de door hem betaalde verzekeringspremies.<br />

Er zal echter blijken dat het risico van het tenietgaan van de voorwaardelijk<br />

vervreemde zaak bij de voorlopige eigenaar berust. De definitieve eigenaar<br />

verplichten om de voorlopige te vergoeden voor de door deze laatste betaalde<br />

premies, zou in strijd zijn met deze wettelijke risicoregeling. ‘Ce serait permettre au<br />

débiteur de rejeter en partie la charge des risques sur le créancier que d’obliger ce<br />

dernier à lui rembourser le montant des primes. Il serait contradictoire d’indemniser<br />

le propriétaire résolu des dépenses qu’il a faites pour éviter un risque que la loi met à<br />

sa charge’. (*1)<br />

b. Innen van de vruchten<br />

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT<br />

190 De vervreemder wiens zakelijke rechten door het in vervulling gaan van de<br />

voorwaarde worden ontbonden, behoudt niettemin de rechtmatige en normale vruchten<br />

van het goed. In strijd met de retroactieve werking van de vervulde voorwaarde,<br />

komen die niet toe aan de voorwaardelijke verkrijger.<br />

Men (*2) ziet hierin een algemeen beginsel dat men o.m. terugvindt in de artikelen<br />

856, 928, 958, 962 (opgeheven bij art. 77 Wet van 31 maart 1987), en 1682, derde lid<br />

B.W. Volgens artikel 549 B.W. behoudt hij die enkel het bezit heeft van een zaak,<br />

overigens de vruchten, indien hij te goeder trouw was. (*3) Dat de voorwaardelijke<br />

vervreemder de vruchten blijft innen tijdens de wachttijd, brengt trouwens de rechten<br />

van de voorwaardelijke verkrijger niet in het gedrang. ‘Het is klaarblijkelijk dat het<br />

genot der zaak en de inning der vruchten geenszins strijdig is met de verplichting die<br />

[de verkoper] op zich genomen heeft en binnen de kring van zijn bevoegdheid ligt.<br />

De voorwaardelijke schuldenaar is volkomen gerechtigd om nog van de zaak, hangende<br />

de voorwaarde, te genieten, en er derhalve vrij en onbeperkt de vruchten van te<br />

innen’. (*4)<br />

Een en ander geldt echter enkel voor de vruchten die afgescheiden zijn vóór het in<br />

vervulling gaan van de voorwaarde. Na de vervulling van de voorwaarde beschikt de<br />

voorwaardelijke schuldeiser over een actueel recht, dat tevens het recht inhoudt op<br />

alle vanaf dat ogenblik te vervallen vruchten. Dit geldt zelfs voor de vruchten, vervallen<br />

na het in vervulling gaan van de voorwaarde, maar die (geheel of gedeeltelijk)<br />

(*1) H. EYGOUT, o.c., 255, nr. 365; zie verder nr. 192.<br />

(*2) H. DE PAGE, o.c., I, nr. 167, 2°.<br />

(*3) A. KLUYSKENS, o.c., 127, nr. 108 (vgl. M. PLANIOL en G. RIPERT, o.c., VII, 2e uitg., 396-398, nr. 1042) merkt<br />

in dit verband, m.i. terecht, op dat de art. 549 en 550 B.W. hier niet te pas komen. De vervreemder onder opschortende<br />

voorwaarde is enkel voorwaardelijk eigenaar en dit is hem niet onbekend. Hij is dus geen bezitter te goeder trouw, in de<br />

zin van de art. 549 en 550 B.W.<br />

(*4) A. KLUYSKENS, o.c., 128, nr. 106.<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005) Kluwer uitgevers

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!