25.09.2013 Views

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

Hoofdstuk 3. MODALITEITEN VAN VERBINTENISSEN

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>VERBINTENISSEN</strong>RECHT VOORWAARDE – 81<br />

echtscheiding te verhinderen, maar wel om zijn (ex-)schoondochter ook na de echtscheiding<br />

van het legaat te laten genieten uit dank voor de zorgen die zij verstrekte.<br />

(*1) En als een gift tussen echtgenoten wordt toegestaan onder voorwaarde<br />

dat het huwelijk door overlijden zal worden ontbonden, heeft de beschikker meestal<br />

niet de bedoeling zijn echtgenoot te ontraden om de echtscheiding aan te vragen. Hij<br />

wil wel vermijden dat goederen zouden toekomen aan een persoon voor wie hij, door<br />

en na de echtscheiding, geen enkele genegenheid meer koestert. (*2)<br />

118 Wanneer echtgenoten elkaar testamentair of bij wijze van contractuele erfstelling<br />

bedenken, hebben zij nogal vaak de neiging, over het graf heen, de langstlevende<br />

onder hen aan te sporen niet te bezwijken voor de charmes van een nieuwe partner.<br />

Voorzover zulke voorwaarden ingegeven zijn door ‘posthume’ jaloersheid, zijn ze zeker<br />

ongeoorloofd. (*3) Wettige motieven kunnen ze echter valideren. Men denke aan<br />

de bekommernis voor de kinderen, geboren uit het huwelijk van de beschikker met de<br />

begiftigde, ofschoon de nieuwe artikelen 745bis, § 1, lid 1 en 745quinquies, § 3 B.W.<br />

hun rechten toch aanzienlijk zijn komen beperken. De voorwaarde van het uitblijven<br />

van een nieuw huwelijk is eveneens geldig, als de beschikker aan de langstlevende<br />

slechts een voordeel wil verschaffen, zolang deze geen nieuwe relatie aangaat. De<br />

strekking van een zodanige voorwaarde bestaat er dan in aan de langstlevende een<br />

bijkomende verzorging te verschaffen, die, naar analogie met het thans afgeschafte<br />

artikel 767, II, § 8 B.W. vervalt in geval van tweede huwelijk (of tweede duurzame<br />

relatie).<br />

119 Anderzijds bepaalt artikel 36 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978<br />

dat nietig zijn de bedingen waarbij wordt bepaald dat het huwelijk een einde maakt<br />

aan de overeenkomst. De bedingen in het arbeidscontract van het onderwijzend personeel<br />

van het katholiek net, waarbij de vrijheid wordt beperkt om uit de echt te<br />

scheiden of om te (her)trouwen met een gescheiden partner, of om zelf, na echtscheiding,<br />

een nieuw huwelijk aan te gaan, druisen in tegen voornoemd artikel 36 en zijn<br />

nietig. Toenmalig advocaat-generaal F. DUMON was desbetreffend bijzonder duidelijk:<br />

‘Elk beding in de [arbeids]overeenkomst dat bepaalt dat het huwelijk daaraan<br />

zonder vergoeding een einde maakt, is nietig. Zulke clausule is nietig, ongeacht het<br />

bij de wet geoorloofde huwelijk dat bedoeld wordt: eerste, tweede of derde huwelijk...,<br />

huwelijk na echtscheiding, huwelijk met een uit de echt gescheiden persoon...<br />

om het even. Er wordt geen onderscheid gemaakt en er kan dus geen gemaakt worden<br />

in de toepassing van de wetsbepaling. Evenmin is er een onderscheid ten aanzien van<br />

de beweeggrond of de reden die de partijen ertoe hebben gebracht te bedingen dat het<br />

huwelijk aan de overeenkomst een einde zal maken. Of het doel nu zij het huwelijk<br />

(*1) Rennes 14 februari 1972, J.C.P. 1975, II, 1973, met noot BÉNABENT, Rev. not. b. 1976, 269, gecit. door R. DILLE-<br />

MANS e.a., ‘Overzicht van rechtspraak. Schenkingen en Testamenten’, T.P.R. 1985, 555, nr. 16.<br />

(*2) M. COENE, o.c., 322, nr. 1<strong>3.</strong><br />

(*3) H. DE PAGE, o.c., VIII, nr. 334, C, 2°; A. KLUYSKENS, o.c., 35-36, nr. 11.<br />

Bijzondere overeenkomsten<br />

OBO – Afl. 65 (4 oktober 2005)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!