het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
96<br />
BLOEITIJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />
waar de muezzin ook bij zonsopgang op een soort schal<br />
mei blaast. Waar <strong>het</strong> in vreemde landen een zuiver<br />
religieuze betekenis heeft, schijnt <strong>het</strong> hier alleen een<br />
waarschuwing te zijn voor de gelieven am hun minnespel<br />
te staken. In een der oudste en schoonste wachterliederen<br />
heet <strong>het</strong>:<br />
Die wachter die blies aen den dach<br />
op hogher tinnen hi lach,<br />
daer blies hi an des daghes schijn<br />
„waer lievekens bi malkander syn<br />
so scheiden si saen;<br />
voor 't groene wout den dach breect aen."<br />
Dat de wachter ook somtijds een lied zong, blijkt uit<br />
de aanhef: „Die wachter sanck syn dagheliet". In „Van<br />
liefden comt groat lijden" wordt dit lied zelfs aangehaald:<br />
„Al die' der verholen te vryen plach,<br />
'T is tyt maer dat se scheiden<br />
Ic sie' der den lichten dach."<br />
Merkwaardigerwijze vinden wij deze tekst enigszins gewijzigd<br />
en verspreid terug in een latere versie <strong>van</strong> „Het<br />
dag<strong>het</strong> in den Oosten", n.l.:<br />
Wie verholen wilt vrien (eerste strafe)<br />
Wi twee wi moeten sceyden<br />
Ick sie den dach int scijn (zevende strofe).<br />
De overeenkomst is a opvallend am hem zwijgend<br />
voorbij te gaan. Ik vermoed dan ook, dat een dergelijke<br />
tekst tot een verloren geraakt wachterlied behoort heeft.<br />
In twee bekende dageliederen, die beide opvallen door<br />
hun bekoorlijke melodie, n.l. „Den dach en wil niet verborghen<br />
syn" en „Het vlooch een klein wilt vogelkijn"<br />
wordt de wachter met een „vingerlinck root" omgekocht