het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
54<br />
BLOEITIJDPERK NEDERLANDSE VOLKSLIED<br />
verwant en evenals de vorige melodie waarschijnlijk af<br />
komstig uit de 14de eeuw. Andere mixolydische melodieen<br />
met normale om<strong>van</strong>g zijn: „Claes molenaer", „Ic heb<br />
om vrouwen wine" en „Daer spruyt een boom in ghenen<br />
dal".<br />
Hypomixolydisch zijn: „Ic had een alderliefste", „Den<br />
lustelijcken Mey", „Het is een dach <strong>van</strong> vrolicheit",<br />
„Den winter comt aen", „Daer ginghen twee gespeelkens<br />
goet" en „Het waren twee conincskinderen-. Tezamen<br />
met de Dorische toonsoorten behoren de mixolydische<br />
zeer zeker tot de meest gebruikte, al is de<br />
zuivere vorm ook hier dikwijls ver te zoeken.<br />
Nu rest ons nog de Aeolische toonsoort, die er eerst<br />
later bij gekomen is en <strong>van</strong> de hypodorische verschilt<br />
doordat de laagste toon hier tevens tonica is (bv. 5, blz.<br />
51). Deze toonsoort komt eerst in latere melodieen<br />
duidelijk voor. Van Duyse onderscheidt nog iastischaeolisch<br />
en aeolisch-iastisch, <strong>het</strong>geen neerkomt op een<br />
vermenging <strong>van</strong> de aeolische en mixolydische toonsoort.<br />
„Die winter is verganghen" helt in de tweede helft zeer<br />
duidelijk naar mixolydisch over (vb. 7, blz. 55).<br />
„Als alle cruydekens spruyten" sluit achtereenvolgens<br />
in d, e en c, om tenslotte in a te eindigen. Dergelijke<br />
onregelmatigheden zijn in de oude <strong>volkslied</strong>eren schering<br />
en inslag.<br />
De aeolische en ionische toonsoorten begonnen reeds in<br />
de eerste helft der 17de eeuw de oude kerktoonsoorten<br />
te verdringen. Anderzijds verkregen deze modi door<br />
alteratie en vooral door de overheersende functie <strong>van</strong> de<br />
verhoogde 7de trap (leidtoon), langzaam aan geheel <strong>het</strong><br />
karakter <strong>van</strong> de grote-en-kleine-terts-toonsoort. Zoals<br />
de Lydische toonsoort door de verandering <strong>van</strong> b in bes<br />
in F grote terts overging, zo geschiedde <strong>het</strong>zelfde bij de<br />
Mixolydische door de verhoging <strong>van</strong> f in fis. Vooral de