het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
het bloeitijdperk van het nederlandse volkslied
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HET WERELDLIJK. LIED 89<br />
Volgens <strong>van</strong> Duyse dateert <strong>het</strong> lied minstens uit <strong>het</strong><br />
begin der 14de eeuw. Het is echter mogelijk, dat er een<br />
nog oudere lezing bestaat, welke ons onbekend is. Op<br />
de melodie afgaande zou men geneigd zijn een nog<br />
oudere datum aan te nemen.<br />
Zeer oud is ook <strong>het</strong> lied <strong>van</strong> den ouden Hillebrant. Het<br />
komt in de 8ste eeuw reeds in <strong>het</strong> Hoog-Duits voor doch<br />
de Nederlandse bewerking stamt vermoedelijk uit de<br />
15de eeuw. Ridder Hillebrant keert na dertigjarige omzwervingen<br />
weer naar Barnen (Verona) terug en ontmoet<br />
onderweg zijn zoon, dien hij als kind heeft achtergelaten.<br />
Hij herkent hem echter niet en geen <strong>van</strong> beiden<br />
willen zij voor elkaar wijken, waarop een hevig tweegevecht<br />
ontstaat, waarin de jonge held tenslotte gedwongen<br />
wordt zijn naam te noemen en zijn vader hem<br />
eindelijk herkent.<br />
Over de ballade <strong>van</strong> Heer Danielken zweeft nog een<br />
onopgelost mysterie. Het lied is ongetwijfeld <strong>van</strong> Duitsen<br />
oorsprong en behandelt de Tannhduser sage. Volgens<br />
<strong>van</strong> Helten is de naam Daniel uit Danhus ontstaan (oud-<br />
Duits voor Tannhauser), terwijl Dr Kaif f aanneemt, dat<br />
een apart lied <strong>van</strong> Daniel met dat <strong>van</strong> Tannhãuser is<br />
samengesmolten.<br />
De oudste versie dateert uit <strong>het</strong> begin der 15de eeuw<br />
en bevat de volledige, doch beknopte geschiedenis in acht<br />
strofen. Het Antwerpse Liedboek geeft een heel wat<br />
uitvoeriger tekst <strong>van</strong> niet minder dan een en twintig<br />
strofen. Hierin vinden wij de gehele Tannhauser sage<br />
terug: de verleidingen <strong>van</strong> „Vrou Venus", Daniel's berouw<br />
en boetetocht naar de Paus, die hem belooft, dat<br />
zijn zonden hem vergeven zijn, wanneer de rozenstok,<br />
die hij hem op zijn reis meegeeft, gaat bloeien. In deze<br />
latere tekst komen ook reeds anti-clericals tendenzen<br />
voor: „Vermaledijt moeten die pausen zijn, die ons ter